donderdag 19 februari 2015

Gods terloopse opmerking

"Ook heb Ik in Israël doen overblijven zeven duizend, alle knieën, die zich niet gebogen hebben voor Baäl, en allen mond, die hem niet gekust heeft."
1 Koningen 19 : 18
De onlangs teruggevonden tekening uit 1987 n.a.v. 1 Koningen 19 : 18


Toen ik na een beschermde sfeer op de christelijke lagere school van Bergambacht en een dito milieu op de Driestar in Gouda naar de Staatsdrukkerij in Den Haag ging, voor een opleiding in de grafische industrie, werd ik geconfronteerd met allerlei levensstijlen. Tussen de bijna duizend collega's in die tijd (1987) zag ik niemand die christelijk was. Dat gaf niet alleen verwarrende gevoelens, maar bezorgde me ook een gevoel van eenzaamheid. In die tijd werd ik (óf door bijbellezen óf door een preek) geconfronteerd met de tekst van vandaag. Een tekst die me niet alleen met twee benen op de grond zette, maar ook troostte en hoop gaf. Ik maakte er toen een tekening van die ik onlangs weer terugvond in mijn kast.

Ik heb

Als de HEERE aan Elia vraagt wat hij hier helemaal bij de Horeb komt doen, is het antwoord: "Ik heb zeer geijverd voor den HEERE, den God der heirscharen; want de kinderen Israëls hebben Uw verbond verlaten, Uw altaren afgebroken en Uw profeten met het zwaard gedood; en ik alleen ben overgebleven, en zij zoeken mijn ziel, om die weg te nemen". Al eerder had Elia uitgeroepen vanonder de jeneverstruik: "Het is genoeg; neem nu, HEERE, mijn ziel, want ik ben niet beter dan mijn vaderen". Aanvankelijk wilde Elia dat de HEERE zijn ziel zou wegnemen; later klaagde hij dat zijn tegenstanders (en tevens Gods vijanden) die ziel begeerden weg te nemen. In een soort zelfbeklag stort hij zijn hart voor de HEERE uit.
Opmerkelijk is dat de HEERE achteraan begint en hem allereerst een nieuwe opdracht geeft: hij moet een drievoudige zalving uitvoeren. Elia krijgt werk te doen en er is dus geen enkele reden om te bidden om een snelle dood. Dit zal Elia zeker hebben getroost: er is immers toekomst?! Maar op het moment dat hij zich omdraait voegt de HEERE daar nog een paar diepe woorden aan toe! "Ook heb Ik in Israël (dus juist daar en niet slechts in Juda bijvoorbeeld) doen overblijven 7000…" Soort- en lotgenoten te over dus! "Wees gerust Mijn kind, Ik weet ervan… Er is een beter plan… daarom!"
En bedenk dat er staat: "Ik heb…" Het is de HEERE Die hier aan het werk is.

Doen overblijven

Opnieuw iets, waar je zo overheen leest. De HEERE zegt: "Ik heb doen overblijven…" Je zou het in hedendaags Nederlands kunnen vertalen met "laten overblijven" of "overgelaten". Dat heeft echter iets passiefs. De HEERE is bezig te redden wat er te redden valt en nu blijken er nog 7000 over te zijn die niet hebben gebogen voor Baäl. Wat een geluk.
De betekenis van deze woorden is echter anders, dan ik op het eerste gezicht dacht. En het werd me ook duidelijk waarom de HEERE dit hier, helemaal aan het eind van zijn antwoord aan Elia zegt. Er zit in de voorgaande woorden een climax of zo je wilt een anticlimax. Een, zo noemde ik het in de vorige Bijbelstudie, baboeska van oordelen. De ene maaibeweging na de andere: eerst Hazaël, daarna Jehu en tenslotte Elisa. Dood en verderf. Blijft er dan nog wel wat over? Waartoe deze uitroeiing?
Welzeker, er blijft een rest over. Hoe vaak staat dat niet in de Bijbel! De HEERE laat nog een rest over, na het oordeel. Zo ook hier; lees het nog maar eens goed achterelkaar: "En het zal geschieden, dat Jehu hem, die van het zwaard van Hazaël ontkomt, doden zal; en die van het zwaard van Jehu ontkomt, dien zal Elisa doden. Ook heb Ik in Israël doen overblijven zeven duizend…" Die woorden 'ontkomen' en 'overblijven' het grofweg eenzelfde essentie. Na elke maaibeweging van de trits Hazaël-Jehu-Elisa blijft er wat over; maar dat is een onzeker overblijfsel. De HEERE gaat zorgen dat er een vast en zeker overblijfsel achterblijft. Niet passief, als een mazzeltje. Maar Hij doet dat overblijven, zoals mensen die onderduikers hielpen in de Tweede Wereldoorlog; al is die vergelijking nog mager, want die mensen konden niet garant staan voor de onderduikers. Zo geheel anders, zoveel zekerder is het bij de HEERE!

In de NBV-vertaling staat het zo: "Wie ontkomt aan het zwaard van Hazaël, zal gedood worden door Jehu. En wie ontkomt aan het zwaard van Jehu, zal gedood worden door Elisa. Ik zal in Israël niet meer dan zevenduizend mensen in leven laten, alleen degenen die niet voor Baäl hebben geknield en hem niet hebben gekust.’"
In de Willibrord-vertaling staat het iets positiever en duidelijker voor wat betreft Gods werk: "Wie ontkomt aan het zwaard van Hazaël zal gedood worden door Jehu en wie ontkomt aan het zwaard van Jehu zal gedood worden door Elisa. Maar Ik laat in Israël een rest over: zevenduizend man die hun knie niet gebogen hebben voor Baäl en die hem niet gekust hebben.’"
Zag Elia die 7000 ergens rondlopen? Als een rebellenleger van Jefta? Nee, Elia zag er niets van. Maar, of hij er maar even stellig vanuit wilde gaan dat de HEERE niet alleen iets zegt, maar ook doet wat Hij belooft. Zo kon hij gaan, terug naar het hol van de leeuw.

Ook

Het laatste woordje is er eentje dat nauwelijks opvalt. Wat zit er al niet opgesloten in die drie letters? Ook… Er komt wraak jegens Izébel en Achab. En niet te zuinig! Maar in de toorn gedenkt God ook aan Zijn ontferming: 7000. Niet alleen Elia, maar ook 7000 anderen met hem. Niet alleen wraak en verderf, maar ook ontferming en instandhouding. Ook is in een twistgesprek vaak een soort extra dolkstoot uit ongedachte hoek. En in een discussie vaak de doorslaggevende factor waarom iets wel of niet moet. Is al het voorgaande nog niet doorstalggevend genoeg, dan is er ook nog dit feit, dit argument, deze waarheid… Ga nu maar Elia. Slik je 'ja-maars' in. Het komt echt goed!
We horen Godezijdank niet dat Elia nog langer moppert of tegensputtert. Zijn leven ziet er nog even grijs uit als toen hij hier bij Horeb kwam aangestrompeld. Echt hoor, er is niets zichtbaars veranderd. Nog steeds ziet hij niets van het werk van de HEERE en toch wel… Want God heeft hem dieper laten zien. En blijkbaar effectief genoeg. Want Elia gaat.
Nog even over die 7000. De kanttekenaren beschrijven hen als mensen die "geen eerbied noch onderdanigheid bewezen heeft, waarvan het kussen een uitwendig teken was. Zie Gen. 41:40. Hetwelk nog heden de afgodendienaars hun beelden en versierd heiligdom bewijzen."
Diegenen die eer bewezen aan de afgoden, hadden geen schijn van kans. Maar, Elia, wees jij dan ook metterdaad een dienaar van God, die Hem eerbied betoont en in Zijn wegen wil gaan.

De vragen zijn niet weg, vragen over de weg die zo anders gaat als gedacht. Al die vragen zijn begrijpelijk… toch is er een beter plan, een betere weg waarlangs de HEERE werkt. Pas als het af is zul je zien dat dat de beste weg was; soms is dat de weg terug, door de woestijn, op weg naar je nieuwe roeping en taak. Misschien wel gewoon de taak van gisteren, waarvan je dacht dat die afgelopen was. Misschien wel terug naar je gezin, je collega's, die plek die pijn doet. Iemand twitterde afgelopen dagen: "De beste weg om uit problemen te komen is er dwars doorheen te gaan..." Ik antwoordde terug: "Maar om te voorkomen dat je in de problemen komt, kun je er vaak beter omheen lopen." Waarop zij verhelderde: "tja, alleen sommige problemen zijn niet te voorkomen. En dan kun je twee dingen doen. Er omheen of doorheen..." God koos bij Elia voor het laatste. Elia moest gaan, maar hij wist: ik ga niet alleen!


Daarom 

Soms doet het pijn, alsof de bloem die in mij bloeit wordt ingekort.
Wanneer wat binnen in mij groeit,
als een verdorde bloesem afgesneden wordt.
Alsof er iemand aan mij snoeit en dan bevreemdt het mij,
waarom ontneemt Hij mij mijn bloem.

Soms doet het pijn, wanneer een plan dat in mij groeit wordt opgeschort.
Alsof het vuur dat in mij gloeit,
voldoende ruimte voor haar gloed onthouden wordt.
Alsof er iemand aan mij snoeit die mij geen vrijheid biedt,
en dan begrijp ik niet waarom, waarom.

Waarom neemt Hij nu van mij af,
wat Hij toch eenmaal aan mij gaf.
Is er een plan dat verder reikt,
dan iemand kijken kan?

Dan zegt een stem, de Landman snoeit zijn wijnstok,
houdt de ranken kort
't Is voor het komende seizoen,
dat nu een stukje van jou weggenomen wordt.
Ik voel jouw pijn wanneer Hij snoeit, mijn kind,
Ik weet er van, er is een beter plan, daarom, daarom.

Daarom neemt Hij nu van je af,
wat Hij toch eenmaal aan je gaf.
Er is een plan dat verder reikt,
dan iemand kijken kan, dan iemand kijken kan, daarom.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten