donderdag 21 december 2017

Als Gods Geest gaat ­verhuizen naar je concurrent

De fan van de muzikant - II

… en de Geest des HEEREN werd vaardig over David van dien dag af en voortaan…
En de Geest des HEEREN week van Saul, en een boze geest van den HEERE verschrikte hem.
1 Samuël 16 : 13m en 14


In totale chaos eindigde het vorige hoofdstuk. Saul gaat naar huis (met alle gevoelens van dien) en Samuël doet hetzelfde. Die twee zullen elkaar nooit meer zien. Nou let nog even op wat er staat in vers 35: “tot de dag van zijn dood toe”. Dat staat er met een dubbele bodem… denk aan wat er zal gaan gebeuren in Endor! Maar daarover later. Daarbij heeft God ‘spijt’ dat Hij Saul koning had gemaakt over Israël. Dan zijn er twee dingen mogelijk: óf de HEERE drijft Saul in het nauw en brengt hem op de knieën óf Hij zet een streep en maakt een nieuw begin. Dat laatste zal gebeuren. Let er op: Saul wordt als koning wel aan de kant geschoven, maar er blijft nog wel een weg tot bekering open!
Maar het begin van hoofdstuk 16 laat toch wel onomwonden zien dat de HEERE vaart gaat zetten achter Zijn nieuwe plan voor het koningschap van Israël. Hij roept Samuël uit zijn sombere stemming: “Waarom blijf je kniezen over Saul, die Ik verworpen heb? Stop ermee hij zal geen koning over Israël blijven! Vul je oliehoorn en ga naar Isaï in Bethlehem. Een van zijn zonen zal de nieuwe koning worden.” Het lijkt wel alsof God geen begrip toont voor Samuël. Alsof hij niet verdrietig mag zijn over Sauls onbekeerlijkheid. Herken je dat? Dat je blijft piekeren over mensen die maar niet willen geloven dat de HEERE hen roept en trekt; niet willen aanvaarden hoe de HEERE is. En soms reageren ze ook nog grimmig naar je… De terechte pijn ten spijt, vraagt de HEERE toch er niet in te blijven steken. Richt je op een nieuwe missie.

We weten hoe het afliep. Samuël gaat en viert de maaltijd met het gezin en de genodigden van Isaï. Na al die indrukwekkende zonen van Isaï te hebben gezien (terwijl God telkens aangeeft dat die het niet is), vraagt Samuël vertwijfeld: “Zijn dit al uw jongens?” Dan moet Isaï eerlijk belijden dat hij nog een kind heeft. De reguliere kinderbijbel­uitleg is altijd dat David nog een jochie was en daarom niet meetelde met de grote broers. Maar hoe ging Jacob dan met de kleine Benjamin om? Die had een ereplaats in het gezin. Dus klopt die visie wel?

Ons beeld van David moet eigenlijk worden bijgesteld; het best wordt dat verwoord op www.heteeuwigevangelie.info. David zingt in Psalm 51: “Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, en in zonde heeft mij mijn moeder ontvangen.” Reformatorische uitleggers willen dat duiden als bewijsvoorbeeld voor de erfzonde. Nu is de erfzonde wel een waar feit. Maar het blijkt dat de Joden geen erfzonde kennen en dus kan David dat niet bedoeld hebben. Daarbij: van alle koningen van Juda worden zowel de vader als de moeder genoemd in de Bijbel; behalve van David. Er is iets met zijn moeder.

De situatie is zo: Isaï had zeven zonen bij zijn eerste vrouw. Maar toen dook er een vrouw uit Ammon op; sterker, ze was de bijvrouw van Nahas (koning van de Ammonieten) geweest en had reeds twee dochters: Abigaïl en Zeruja. Isaï heeft met haar een relatie (gehad) waaruit David is geboren. Daarmee is David in zonden ontvangen. Maar dat verklaart ook waarom hij een buitenbeentje is, rossiger van huid en haar dan de anderen. Je kunt dat woord ‘rossig’ ook vertalen als ‘blond’; niet het blond dat wij kennen, maar een duidelijker lichtere teint haar dan de andere mensen van het Joodse volk. Hoewel David een buitenbeentje is, bezit hij ook andere genen dan  zijn zeven broers. Die andere broers gaven hem voortdurend het gevoel dat hij er niet bij hoorde. Dat zal in de geschiedenis met Goliath ook blijken. En let daarom op wie David later als legeraanvoerders kiest: niet zijn broers (de zonen van Isaï), maar de zonen van zijn halfzus Zeruja (dochter van zijn moeder)! Het moet voor de broers dus uiterst tartend zijn geweest dat juist híj door God wordt uitgekozen en gezalfd. Of de broers precies wisten waarom hij werd gezalfd, wordt alleen duidelijk uit de Kanttekeningen. Samuël geeft aan de hele groep tekst en uitleg.

En let op wat er dan gebeurt. Op het moment dat David wordt gezalfd wordt de Gods Geest ‘vaardig’ over David. En bijna in één adem wordt daarbij gezegd: “En de Geest van de HEERE week van Saul.” Je zou haast denken dat de Heilige Geest maar op één persoon tegelijk kan zijn. Niets is minder waar; dat maakt Pinksteren wel duidelijk.

Niettemin maakt deze gebeurtenis iets vreselijks openbaar. Saul moet het nu echt in zijn eentje klaren. En dat is merkbaar in het paleis. Dat moet ook Jonathan hebben gemerkt. Het blijft niet bij een ‘wijken van de Heilige Geest’; het wordt ook een ‘inwoning van een dolle, duivelse geest’. En als we in vers 15 lezen dat zijn knechten dat precies weten te duiden, dan moet Jonathan dat al helemaal hebben doorzien. Dat is wat! Als je merkt dat de Geest van God – Die toch ook vaardig was over Saul toen hij profeteerde – van hem wijkt. Als je merkt dat je vader door heeft dat hij er buiten staat en dat dat hem niet tot ­bekering maar tot razernij en haat brengt. Sauls knechten adviseren om een muzikant te zoeken die Saul met muziek kan chillen.
Hier begint het buitenbeentje David in het leven van Jonathan binnen te komen. Ondanks de misère van zijn vader, raakt Jonathan gepassioneerd door deze herdersjongen die tevens musicus is. Zou dat gen, waarin zich de muzikaliteit bevindt, ook iets te maken hebben met Davids buitenlandse identiteit? Of is het de hoogsensitiviteit en het gevoelig geloofsleven dat deze koningszonen aan elkaar verbindt?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten