donderdag 21 januari 2021

Prestigedrang wordt faalangst


Maar Hij heeft tegen de Israëlieten gezegd: "Op een dag, zegt de Heere, zal Ik met het koninkrijk Israël en met het koninkrijk Juda een nieuw verbond sluiten.
Hebreeën 8 : 8

De satan die in het paradijs insinueerde “is het niet dat God gezegd heeft…” en de mens ten val bracht, is er bij de Sinaï ook als de kippen bij. Niet alleen met dat gouden kalf, maar ook door Israël op een bepaalde manier naar Gods verbond te laten kijken, door Gods wet van een ondertoon te voorzien.

Langzaam maar zeker verloor Israël het overzicht over Gods verbondsinstellingen en focuste zich enkel op de wet. Die werd geen uiting van Gods liefde en ook geen belofte van een betere vervulling. Maar men ging zelf aan de slag met trappen naar de hemel en meetlatten om elkaar de maat te nemen. Het leven voor God werd een prestigedrang naar de hemel. En dat had geestelijke faalangst tot gevolg!

Juist hier legt Paulus de vinger bij en hij neemt zijn volksgenoten (maar in hen ook de heidenen die tot geloof waren gekomen) aan de hand en voert hen mee naar een heel bijzonder moment: Jeremia 31.
In de komende verzen gaan we juist op dat tekst­gedeelte dieper in. Maar voor nu wil ik wijzen op het moment (!) waarop God deze woorden spreekt.

En de toon waarop God het zegt. De SV en HSV hebben daar nog een woordje staan: ‘berispende’. Jammer dat de Basisbijbel het in een wat lievige context plaatst. God is teleurgesteld (menselijk gezegd) over het falen van het verbond. Misschien zeg je: dat had God toch wel zien aankomen? Jawel, maar het volk had unaniem geroepen: “Nee, maar wij zullen alles doen wat de Heere gebiedt”. Natuurlijk overschatten zij hun vermogen en vielen in een dodelijke prestigedrang, die we heden ten dage nog veel tegenkomen in onze kerkelijke kringen.

Enerzijds heeft God hen serieus genomen in deze belofte. Hij sloot Zijn verbond. Anderzijds ging Hij hen laten zien dat ze dat nooit zouden kunnen.

En wanneer spreekt God dan over een nieuw verbond? Over een nieuw normaal voor gelovigen? Lees het opschrift in de SV boven Jeremia 31: ­“Verdere profetie (onder het voorbeeld van de verlossing uit de Babylonische gevangenis) van de vergadering, oprichting en zegeningen der algemene kerk der ­uitverkoren Joden en heidenen, door den Messias Jezus Christus, vs. 1, enz. Van het nieuwe genadeverbond, 31. Van de vastigheid en uitbreiding der kerk, 35.”

O
ngelofelijk! In de ballingschap! Alsof het Adam betrof na de zondeval in de Hof: “Waar ben je Adam? Waar ben je Israël en Juda? Kom eens tevoorschijn! Luister eens… Ik ga een nieuw genadeverbond oprichten!” Springen de tranen niet in je ogen? Ben je dan ook niet trots op de HEERE, zo’n grootse God?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten