maandag 4 januari 2021

Als je geen stamboom hebt, ben je dan God?


Verder wordt er niets over hem gezegd. Zo is hij zonder vader, zonder moeder, zonder voorouders of kinderen, zonder begin van zijn leven en zonder eind van zijn leven. Hij is daarmee gelijk aan de Zoon van God en blijft voor altijd priester.
Hebreeën 7 : 3

Ja, Paulus, wat is dat nou weer voor redenering? Er wordt niets over Melchizédek gezegd, zo wordt er geconstateerd (de wetenschappelijke bronnen ontbreken dus) en vervolgens zeg je: zijn geboorte- en zijn sterfjaar zijn ons onbekend, dus is hij gelijk aan de Zoon van God; dus is hij eeuwig priester. Is dat nou niet heel erg kort door de bocht?

Als je in de drie bronnen, die ik hiervoor noemde, hebt gelezen dan zag je dat het priesterschap pas toegankelijk was voor je als je kon bewijzen dat je uit de stam van Levi kwam. Een stamboom, zoals de Bijbel er meer toont, is voor de joodse traditie heel belangrijk. Het is meer dan onze hobby genealogie!

Wie niet kon aantonen wie zijn moeder of vader was, miste dus het referentiekader binnen het volk. Want waar moest men je dan plaatsen? In welke stam hoorde je dan wel thuis? Was je wel Israëliet?

Het tweede wat belangrijk was, daar komen we in het vervolg nog op terug, is dat enkel de stam van Levi in de tempel mocht dienen. En een specifieke tak binnen die stam was gerechtvaardigd om het ambt van hogepriester te vervullen. Wij moderne, westerse mensen redeneren al snel: “Wat maakt dat nou uit?” Maar bij God, zeker in het Oude Testament, is orde een heel belangrijk aspect. Niet omdat Hij wettisch denkt, maar omdat de structuur die Hij aanbrengt een reden, een motivatie, en een doel heeft. Dat is in onze tijd helaas lastig uit te leggen.

Dat betekent overigens nog niet dat die structuur dan ook direct een wetmatigheid is, die strikt ­systematisch nagevolgd moet worden. Zo is het ook misgegaan met de wet. De veiligheid die God wilde borgen werd een lijstje van regels dat moest worden nageleefd. Is daarmee Gods orde fout? Nee, maar wel het gebruik – of beter het misbruik – ervan.

Daarbij redeneren wij vooral vanuit het Nieuwe Testament en menen dat al die verordeningen van de priesterdienst niet meer interessant zijn. Daarom is Melchizédek ook eerder een stoorzender dan iemand die jou iets te vertellen heeft.

Melchzédek kon niet aantonen bij welke stam hij hoorde (er waren nog helemaal geen stammen!). Toch beschrijft God hem via Mozes in Genesis 14 als ‘koning van Salem’ én ‘priester van de allerhoogste God’. Paulus benoemt in Hebr. 7 : 7 “het zegenen door de meerdere”; de Kanttekeningen leggen dit uit als bewijs voor de priesterlijke zegen. En die zegen is de zegen van God Zelf, via Zijn knecht Melchizédek. Aan die zegen hangt een groot gewicht. Dat is les 1.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten