vrijdag 10 maart 2017

Ogen opslaan op de derde dag

"Aan den derden dag, toen hief Abraham zijn ogen op en zag die plaats van verre."
Genesis 22 : 4
Als Abraham na drie dagen zijn ogen 'opheft' ziet hij welke berg de HEERE heeft uitgekozen voor het offer.

Een simpele mededeling, waarin ik plots een paar mooie lijnen naar Christus zag en waardoor ook een aantal vragen kwamen bovendrijven. 'De derde dag…', 'zijn ogen opheffen…' 'die plaats van verre zien…'. En: keek hij zelf plots omhoog of kreeg hij een aanwijzing van de HEERE, Die hem de juiste berg aanwees?

De reis loopt ten einde. Was de eerste openbaring van de HEERE, bij deze opdracht, al ingrijpend, ook deze aanwijzing zal zeker ingrijpend zijn geweest: hier gaat het gebeuren. Hier zal het offer plaatsvinden. De plaats is bepaald, alleen de daad moet nog plaatsvinden. Na een reis van drie dagen zal ook nog een klim van enkele uren – verwacht ik – plaatsvinden. Voor een zeer oude man een heftig fysieke klus. Om maar te zwijgen van de emotionele impact die het allemaal heeft.

Drie dagen

Ze zijn drie dagen op reis. Het staat er zo terloops. Maar terecht maken de Kanttekenaren ons attent op de massiefheid van die drie dagen: "Deze verheid (grote afstand) van plaats, en reis van omtrent drie dagen, diende tot klaarder openbaring van Abrahams bijzondere bestendigheid." Dus alleen al aan het doorzettingsvermogen (lijdzaamheid) en volharding van Abraham, drie dagen lang, heeft de HEERE gezien dat Abraham Hem weer op de eerste plaats had gezet.
Drie dagen… het is genoeg, zou je denken. Maar niets is minder waar. De HEERE laat hem ook de berg nog opgaan, bijna tot het bittere einde. Waarom? Niet omdat de HEERE toch nog twijfelde, maar vermoedelijk om Abraham des te standvastiger in zijn toewijding aan de HEERE te krijgen. Er was nogal wat gepasseerd, nietwaar? De HEERE wilde wel een nieuw begin maken en ook Abraham zal zeker bereid zijn geweest een nieuw begin te maken, maar… de volharding – zou het daar wellicht aan ontbreken, als Abraham al aan de voet van de berg had gehoord: "Het is volbracht"?

Twee dagen

In Mattheus 26 vers 2 horen we de Heiland tegen zijn discipelen (dus ook Judas) zeggen: "Gij weet, dat na twee dagen het pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd worden, om gekruisigd te worden." Niettemin zegt Hij dat in de middag van de dag waarop Hij zal worden gevangengenomen door de overpriesters en door de Joodse Raad zal worden veroordeeld. Hij had die dag nog veel gepreekt: over de wijze en dwaze meisjes; over de knechten en de ponden; over het oordeel en over het weldoen aan anderen, waarin Hij aantoont dat dat aan Hém zal zijn gedaan. Maar dat weldoen aan Hem is er voorlopig niet bij. Het tegenovergestelde lijkt juist te gebeuren.
Over twee dagen zal het Pascha worden geslacht. Maar 'aan de derde dag' zal hét Paaslam – in tegenstelling tot alle geslachte lammeren in voorgaande eeuwen – opstaan uit het graf! Pascha… het grote 'voorbijgaan'.
Maar nu Jezus moet geofferd worden, is er geen 'voorbijgaan' meer bij. Hij zal maken dat God de Vader Zijn verderfengel écht kan laten voorbijgaan aan ál Zijn kinderen, zodat zij Pascha tot in het diepst van hun vezels kunnen vieren, het Avondmaal tot Zijn gedachtenis kunnen genieten. Omdat God Zijn Eigen lieve Zoon, Zijn Enige, níet voorbijging, niet voor Zichzelf hield! Wat een onvoorwaardelijkheid!

Drie dagen

Waarom stond Jezus pas op na drie dagen? Er wordt wel beweerd dat het een duidelijk bewijs zou zijn dat Jezus écht in de dood is geweest en niet schijndood. Zeker. Want als Jezus al aan het kruis zou zijn verheerlijkt, zou Hij een soort superheld voor de mensheid zijn geworden.
God leert ons hiermee echter ook lijdzaamheid en verootmoediging. Zijn dood maakte in ons te meer de noodzaak van Zijn opstanding wakker.
Drie dagen; het zou goed zijn als we die dagen van Goede Vrijdag tot aan de Eerste Paasmorgen intens zouden beleven en vieren in de gemeente. Ons bewust worden – telkens weer indachtig maken – waarom het zo belangrijk is dát Hij opstond uit de dood. Het offer was niet het laatste woord en geen doel op zich, maar de genoegdoening was nodig om Gods hart weer te verenigen met het hart van de mens, Zijn schepsel.

En toen, op de derde dag, sloeg Abrahams grote Zoon Zijn ogen op en zag – komend uit de dood – Gods standplaats van verre. Want zo zou je dat woord 'plaats' ook kunnen vertalen; niet alleen 'een zekere plek' of 'gebied', maar ook 'standplaats' of zelfs 'woonplaats', ja 'home', 'thuis'. De hemel was Zijn Vaderland… maar met een nieuwe intentie en extra dimensie heeft Hij dat Vaderland gezien. Hij is ons in alles gelijk geworden.
Abraham zag niet alleen Jezus' dag van verre, maar ook de 'stad die fundamenten heeft' van verre en hij geloofde. Beiden keken naar diezelfde 'plaats' en beiden aanvaardden de reis naar Huis. Jezus gedurende nog veertig dagen. Abraham moest nog ettelijke jaren wachten. De plaats die Jezus heeft genoemd 'de schoot van Abraham' en 'het Huis van Mijn Vader'. De hunker spat er vanaf. Bij jou ook?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten