donderdag 23 maart 2017

Lijdenstijd 2017 - Zij gingen beiden tezamen

"Toen sprak Izak tot Abraham, zijn vader, en zeide: Mijn vader. En hij zeide: Zie, hier ben ik, mijn zoon. En hij zeide: Zie, het vuur en het hout, maar waar is het lam tot het brandoffer? En Abraham zeide: God zal Zichzelven een lam ten brandoffer voorzien, mijn zoon. Zo gingen zij beiden tezamen."
Genesis 22 : 7-8



Vanaf nu doen ze er weer het zwijgen toe. De laatste klim is woordenloos, als ik de Bijbel letterlijk neem. Maar daarboven moet Abraham toch uit de doeken gaan doen hoe de gang van zaken zal zijn bij dit brandoffer. Hoe dat precies zit met God en dat 'voorzien in een lam'.


We lezen van Henoch dat hij wandelde met God. Hij en God waren als het ware een onafscheidelijk duo, al gaande over de aarde. Waar Henoch was, betrok hij God erbij en uiteindelijk liepen ze zo de hemel in, thuis bij God. En eigenlijk lees ik iets dergelijks ook over Abrahams wandel met de HEERE. God zei: "Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht"; dat klinkt nog afstandelijk, alsof Hij op een afstand toekijkt wat Abraham allemaal doet. Maar wanneer de HEERE Sodom en Gomorra wil verdoen, pleegt de HEERE vertrouwelijk overleg met Abraham: "Zal Ik voor Abraham verbergen, wat Ik doe? Dewijl Abraham gewisselijk tot een groot en machtig volk worden zal, en alle volken der aarde in hem gezegend zullen worden? Want Ik heb hem gekend, opdat hij zijn kinderen en zijn huis na hem zoude bevelen, en zij den weg des HEEREN houden, om te doen gerechtigheid en gerichte; opdat de HEERE over Abraham brenge, hetgeen Hij over hem gesproken heeft." (Gen. 18:17-19). God praat, zo schrijf een van de apostelen, met Abraham zoals een man met zijn vriend. Abraham wordt door een andere apostel dan ook 'een vriend van God' genoemd. Er zijn daandeweg dwarsverbindingen tussen God en Abraham ontstaan. En ik mag aannemen andersom ook. Want juist als die dwarsverbindingen er wederzijds zijn, gaat het goed. Maar als Abraham nalatig wordt, gaat het mis in zijn leven.

Dwarsverbindingen

Velen denken dat het gebed de dwarsverbindingen zijn in het leven van het geloof. Dat is niet onwaar, maar slechts een deel van de waarheid. Als het contact met de HEERE slechts uit vaste, dagelijkse gebedsmomenten bestaat, dan blijft ons leven een gatenkaas. Een gatenkaas aan mogelijkheden om de HEERE te vergeten. Te veel mensen, jongeren én ouderen, maken nog onderscheid tussen het geestelijk leven en het dagelijks aardse leven. Waarom niet een dag vol met dwarsverbindingen? Het Avondmaalsformulier spreekt over 'van nu voortaan… leven', maar dat betekent niet dat dat beperkt blijft tot de afgemeten geestelijke momenten. De praktijk van het leven moet doorspekt zijn met aandacht voor de HEERE; Hem erbij betrekken. Natuurlijk moet je je werk aandachtig en geconcentreerd doen. Maar waarom moet dat betekenen dat je dat niet communiceert met de HEERE? Ik merk zelf dat als daar de slof in komt, in alles de slof komt. Elke muur krijgt soliditeit door dwarsverbindingen. Hoeveel te meer de muur van het geloof.

Doelbewust

Abraham en Izak lopen niet maar wat doelloos over die berg te struinen. Ze gaan gericht hun weg en met dat einddoel is de HEERE ook verweven. Hij is de Reden waarom zij hier zijn. Is dat geen mooie lijn naar ons persoonlijk leven? God is de Reden waarom we hier zijn en – zoals Paulus het preekte op de Areopagus: "… in Hem leven wij, en bewegen ons, en zijn wij." Als wij Hem HEERE noemen, zouden we ons dan niet passend voor Hem gedragen? Niet slaafs, maar met de liefde van ons hart. En… het heeft wat gekost dat we zó met Hem mogen wandelen over Zijn aardrijk richting Zijn heerlijkheid. Dat is nog eens doelbewust leven!

Deemoed

Het woord 'deemoed' bedoel ik positief, in de betekenis van 'ootmoed' en 'onderworpenheid'. Het valt mij zo op dat Izak verder geen vragen meer stelt, maar zich deemoedig aansluit bij zijn vader. In de tekst staat: "Zo gingen zij beiden tezamen".
'Zo', dat betekent zoveel als 'dus', een conclusie. Het antwoord van Abraham was afdoende, al bleef veel onduidelijk. Maar Izak kon met zijn vader de toekomst aan. Ligt daar geen waardevolle overeenkomst met het Avondmaal? Als wij geroepen worden om onszelf te verloochenen, ons kruis dus op te nemen achter Christus aan, dan zijn echt niet alle vragen opgelost. Maar dan mogen wij, meer nog dan Izak, zeker weten dat de uitkomst goed zal zijn. Dat kost inderdaad zelfverloochening. Je zult maar met grote levensvragen rondlopen en geen antwoorden weten.
Wat mag het Avondmaal dan bij uitstek een bezegeling, verzekering, zijn dat de HEERE echt niets uit de hand loopt. Hij weet raad en jij komt waar Hij je hebben wil. Waar? "Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld." Herken je dat gebed uit Johannes 17? Wat een rijk gebed. En precies bij deze Heiland worden we aan tafel genodigd om nog eens ferm onderstreept te krijgen dat het écht waar is! Dat vervult mijn hart temeer met deemoed.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten