woensdag 2 december 2015

Zijn we verlegen om een opwekking?

Ingaan tot de arbeid van anderen maakt ootmoedig en hoopvol.

"Ik heb u uitgezonden, om te maaien, hetgeen gij niet bearbeid hebt;
anderen hebben het bearbeid, en gij zijt tot hun arbeid ingegaan."
Johannes 4 : 38

Toch lijkt Jezus hier de dingen andersom te bedoelen dan wij ze gisteren bekeken: wie maaien en wie zaaien? De tekst van vandaag lijkt te zeggen dat al de profeten, Johannes en ook Jezus samenop hebben gearbeid (gezaaid) en dat nu de discipelen mogen gaan maaien. Aan hen dus het loon en met hen genieten en verheugen zich Jezus, Johannes en de profeten van het Oude Testament. Zo zou je het kort kunnen samenvatten.

Jezus stuurt weg om te maaien

In Mattheüs 6:26 wijst Jezus op de vogels: ze zaaien niet en maaien niet maar leven van genade en maken zich geen zorgen. Hun hemelse Vader zorgt voor hen. Het lijkt wel alsof maaien of zaaien er niet toe doen. Echter, dat is slechts zo in die context: geen te grote zorgen maken, want onze hemelse Vader zorgt.
Maaien en ook zaaien doet er wel degelijk toe in het Koninkrijk van God. Sterker nog: Jezus stuurt Zijn apostelen weg om te maaien. Hij doelt niet alleen op de uitzending van de zeventig, maar op de gehele toekomst. Ik las een aardige verklaring waarin indringend wordt opgemerkt dat de Heiland hier bedoelt: "Ik zal jullie uitzenden om te gaan maaien, waar je geen zware arbeid aan heb verricht". De Heiland heeft geen gemeenten gesticht, zelfs niet in Judea! Zijn apostelen zullen dat na Zijn dood gaan doen. En inderdaad… ze komen in Klein-Azië zelfs mensen tegen die nog niet van de Heilige Geest hebben gehoord, maar alleen van… de doop van Johannes! En op meerdere plaatsen, denk ook aan iemand als Lydia, komen ze mensen tegen, waar de Heilige Geest al werkzaam in was. Ze mogen maaien, handenvol! Een geestelijke opwekking van jawelste, ondanks de grimmige vervolgingen van satan.

Jezus wijst op het voorwerk

Om Zijn jongeren te bewaren voor hoogmoed wijst Jezus op het vele voorwerk, van eeuwen daarvoor al, dat is geschied. Hij zet ze op hun juiste plek en leer hen daarmee ootmoedig te zijn. Als Jezus spreekt over 'bearbeiden' en arbeid waar de discipelen toe zullen gaan, dan gebruikt Hij een woord dat betekent 'moe worden door inspanningen, lasten of verdriet'. De maaiers mogen uitgaan tot werk waar zij zelf niet moe van geworden zijn.
Soms hoor je van predikanten die ervaren dat ze op rotsen ploegen en jaren na hun vertrek komt er een opleving in de gemeente. Wat rijk als ze daarvan mogen horen. Dan blijven ze tobben over die gemeente, menend dat er niets van terecht is gekomen. Ze mogen opgewekt zien dat de HEERE doorgaat met Zijn werk.

Elke volksbekering komt ook niet op één dag; daar gaat soms een hele tijd aan vooraf van geestelijke armoede, oplopende honger en begeerte naar het Woord, dorst naar de Geest. Zijn we verlegen om een opwekking? Is er al voorwerk gedaan? Of behoren wij tot degenen die het voorwerk doen? In ons vorige huis heeft mijn vader uren en uren werk gehad aan het rachelwerk boven het plafond. Toen hij klaar was kwam een timmerman en legde in één morgen een prachtig strak plafond. Het was een mooi gezicht, dat strakke plafond, maar ik zag boven die gladde platen altijd de uren werk van mijn vader en was hem dankbaar. Door zijn werk kon het zo snel en zo strak gemaakt worden. Zo is het ook in het Koninkrijk van God. Het voorwerk is uiterst belangrijk. En dat voorwerk begint niet met een grote opwekking, maar heel klein in enkele mensenharten, gezinnen en geestelijke vriendschappen binnen de gemeente. Hoe staat het ermee? Wordt het al tijd voor een opwekking of is er nog veel biddend voorwerk te doen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten