dinsdag 15 december 2015

Een driedubbel wonder in het tweede teken

Rondom het Meer van Galiléa spelen zich veel voorvallen met Jezus af.
Kapernaüm (Capernaum) was jarenlang zijn woonplaats.

"En hij geloofde zelf en zijn gehele huis.
Dit tweede teken heeft Jezus wederom gedaan, als Hij uit Judéa in Galiléa gekomen was."
Johannes 4 : 53b-54

Goed kijkend naar de tekst valt mij iets op. Er wordt gesproken over een 'tweede teken'; dat betekent dat er dus ook een 'eerste teken' was. En het woordje 'wederom'; Jezus deed opnieuw een teken in Galiléa, nadat Hij Judéa achter Zich liet. Lees ik dat goed? Betekent dat iets belangrijks? Laten we eens gaan kijken.

Tweede teken, eerste wonder: de genezing

Dit 'tweede teken' blijkt volgens deze geschiedenis, te bestaan uit drie wonderen. Allereerst wordt dus gesproken over 'dit tweede teken'. Wat is het eerste teken geweest? Wel, dat was de verandering van water in wijn op de bruiloft te Kana. De vraag is: waarom wordt dit zo specifiek verteld? Naar mijn weten worden nergens wonderen of tekenen opgeteld. Er wordt ook niet doorgeteld, al zijn er uitleggers die dat wel doen; zij zien in die 'tekenen' die Jezus doet een betekende lijn (die tekenen vertellen samen dus een verhaal).
Dit is wat ik tegenkwam op oudesporen.nl Ik geef er direct bij aan, dat dit dicht bij inlegkunde komt; toch is het wel goed hier notie van te nemen en zo de tekst nog eens te bekijken.

Overzicht van de acht tekenen
  1. Water in wijn veranderd (Joh. 2:1-11): Overvloed van vreugde na het herstel van Israëls relatie met Jahweh in de eindtijd.
  2. Genezing van de zoon van een (Romeinse) hoveling (Joh. 4:46-54): Herstel van een gelovige rest (ook uit de volken), redding van de dood en nieuw leven door het geloof in Jezus’ woord.
  3. Genezing van een man die 38 jaar lang ziek was geweest (Joh. 5:1-18): De macht van de Zoon om levend te maken wie Hij wil, en dat tegenover de krachteloosheid van de wet die door bemiddeling van engelen was gegeven.
  4. Spijziging van de vijfduizend (Joh. 6:1-15): Christus, het ware manna, is het brood uit de hemel dat eeuwig leven geeft aan een ieder die gelooft. Hij is ook de Messias, die de armen van Zijn volk met brood verzadigt (Ps. 132:15).
  5. Jezus loopt op de zee (Joh. 6:16-21): Christus is de Meester van de stormen van de eindtijd, en Hij brengt de Zijnen veilig aan land.
  6. Genezing van de blindgeborene (Joh. 9): De Messias opent de ogen van het blinde volk, opdat zij Zijn heerlijkheid zien en Hem aanbidden (Jes. 35:5).
  7. Opwekking van Lazarus (Joh. 11:1-44): Herrijzenis en herstel van geheel Israël in de eindtijd (Ezech. 37; Dan. 12; Rom. 11:25vv.).
  8. Tweede wonderbare visvangst (Joh. 21:1-14): Een grote menigte uit de volkerenzee wordt ook gered en in het Vrederijk ingevoerd
Wat je hiervan ook vindt, feit is dat er in onze tekst wordt gesproken over 'tweede teken' en niet over 'tweede wonder'. Ik citeer opnieuw die bijbelstudie van Hugo Bouter, die uitlegt wat het verschil is tussen wonder en teken:
"Alle tekenen zijn tegelijkertijd ook wonderen, d.w.z. bovennatuurlijke werkingen van Gods macht. Het gaat hierbij om het opzienbarende effect dat wonderen hebben op degenen die ze waarnemen. Maar niet alle wonderen zijn tegelijk ook tekenen, want de Bijbel koppelt bijzondere lessen aan de tekenen. Er ligt specifiek onderwijs opgesloten in de tekenen, want er worden geestelijke lessen door meegedeeld. Bij de tekenen die in het evangelie naar Johannes beschreven worden, is dit heel duidelijk het geval en is er naast het bovennatuurlijke karakter en de werking van Gods macht steeds een speciale ‘be-teken-is’ op te merken.

De beperkte selectie van tekenen die in dit evangelie zijn beschreven (acht in totaal), heeft als doel dat wij zouden geloven ‘dat Jezus de Christus is, en dat wij gelovend het leven hebben in Zijn naam’ (Joh. 20:30-31). Het gaat steeds om wonderwerken die:
(1) de godheid van Christus onderstrepen,
(2) Zijn heerlijkheid openbaren,
(3) opdat wij door het geloof in Hem en in Zijn werk het eeuwige leven ontvangen.

Tweede teken, tweede wonder: de bekering

Binnen dit tweede teken gebeuren er een aantal dingen. De gezondmaking van de zoon van Chûsas is eigenlijk nog maar het voorportaal van het grote wonder dat daarop volgt: de bekering van Chûsas' hart. De HEERE had, zo zagen we al eerder, de ziekte van de jongen gebruikt om Chûsas bij Hem te krijgen. In een andere bijbelstudie las ik iets dat met nog niet was opgevallen: Jezus had dertig jaar in Nazareth gewoond en toen Hij op Zichzelf wilde gaan wonen, koos Hij Kapernaüm uit. Let erop: dat was ook de woonplaats van Chûsas! Al die tijd had Jezus vlakbij gewoon, maar nu loopt Chûsas de weg van Kapernaüm naar Kana om Jezus om genezing te vragen! Er was dus al 'voorwerk' gedaan door de HEERE. En Chûsas wachtte niet tot Jezus weer thuis was. Het feit dat Jezus juist in Kana was, zou de herinnering aan het eerste teken dat Hij deed kunnen hebben veroorzaakt. Wie weet dat hij zelfs dacht dat, als Jezus dáár is, gebeuren er wonderen; daar moet ik dus bij zijn!
Het verzoek om de genezing van zijn zoon had echter veel ingrijpender consequenties. Zijn hele leven zou veranderen, meer nog dan de gezondheid van zijn zoon. En niet alleen werd Chûsas bekeerd, ook zijn gehele huis(gezin) werd gelovig en diende de HEERE. Net als bij Lydia in Filippi en ook de stokbewaarder daar. En ik vermoed ook bij Cornelius. Wat een enorm wonder. Hier mag een vreemdeling uit de heiden (althans vermoedelijk is hij een Romein). Eerst geloofde de vrouw uit Sichar 'en heel haar stad', nu gelooft een hoveling aan het hof van Herodes 'en heel zijn huis'.
En dan te bedenken dat Jezus daar na verloop van tijd weer vlakbij in de stad gaat wonen. Wat is het heerlijk in de nabijheid van de Heere Jezus te verkeren. Pas na je bekering ga je de diepe waarde daarvan zien en ervaren. Ik snap wel dat Johanna Jezus is gevolgd naar Jeruzalem. Ze wilde net als Maria Magdalena de Heere Jezus vlakbij haar houden. En samen met nog enkele vrouwen zorgden ze voor Hem, onderweg, zodat Hij alle tijd voor de dienst aan Zijn Vader kon hebben. Wat moet dat Jezus goed hebben gedaan. Wat jammer dat de Roomse Kerk deze vrouwen tot half-goddelijk heeft verheven. Het was 'slechts' "al wat gedaan werd uit liefde tot Jezus".

Tweede teken, derde wonder: de lokalisering

Er is nog iets wonderlijks in onze dagtekst. Dit tweede wonder deed Hij opnieuw, toen Hij in Galiléa aankwam, nadat Hij Judéa achter Zich gelaten had. Dat woordje 'wederom' vind ik op een opmerkelijke plek staan. Er staat niet enkel dat Hij een wonder deed, maar dat Hij dat 'opnieuw' deed toen Hij Judéa verwisselde voor Galiléa. Wat kan dat betekenen?
In Judéa had Hij misgunning ervaren en rivaliteit. Zijn tijd was nog niet gekomen en de akker van het geloof was er alles behalve toebereid. Je zou nog kunnen denken dat Hij dit tweede teken op de weg vanuit Judéa naar Galiléa deed, nadat Hij het eerste teken in Sichar had gedaan; dus twee tekenen op dezelfde weg naar Galiléa. Maar dat betekent het niet. Het is een herhaling van een eerder teken.
Was dat dan het teken in Kana? Inderdaad. Voorafgaand aan het verhaal van de bruiloft in Kana (Johannes 2) lezen we in Johannes 1 dat Jezus discipelen uitkiest. En dan lezen we dit in vers 44: "…des anderen daags wilde Jezus heengaan naar Galiléa, en vond Filippus…" Later zal Hij ook Nathanaël vinden die zo stellig zei: "Kan uit Nazareth (lees Galiléa) iets goeds komen?" Ja, daar kon zeker iets Goeds uit voort komen. Nadat Jezus Zijn goddelijke almacht had getoond, door hem te zeggen dat Hij Nathanaël al had gezien, nog voordat Filippus hem riep, nam Hij hem mee op zijn reis naar… Galiléa. Kom dan maar, Nathanaël en zie dat uit Galiléa iets Goeds kan komen. Hij nam hem en de andere discipelen mee naar die bekende bruiloft en toonde hem dat eerste teken van Zijn almacht.
En nu, opnieuw na een reis vanuit Judéa naar Galiléa, toont Hij hem het tweede teken van Zijn almacht. "Opdat gij gelovende het leven hebt!" Kan uit Galiléa iets goeds komen? In ieder geval is uit Judéa niet veel beters te verwachten. Jezus stelt hier Zijn 'geboortegrond' tegenover Zijn 'jeugdomgeving'. En hier prefereert Hij nog tot het uiterste dat verachte Galiléa. Maar laten ze daar niet prat op gaan! Want weldra zullen ze Hem uit de synagoge gooien en gooien ze de deur naar Zijn hart bijna dicht! "En gij, Kapernaum, die tot den hemel toe verhoogd zijt, gij zult tot de hel toe nedergestoten worden!" Hij was gezonden tot het volk dat in duisternis wandelde, opdat het het grote Licht zou zien, maar het heeft niet gewild. Wat een waarschuwing! Zo dicht bij en toch zo ver af!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten