zaterdag 22 augustus 2015

U moet worden wedergeboren!

Ú moet worden wedergeboren! Is dat al gebeurd?

"Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wederom geboren worden."
Johannes 3 : 7

Soms lees je zomaar over een woord heen in een Bijbeltekst. Dat risico loop je vooral bij heel bekende passages. Zeker in een passage als de onze, die meer op een doublure, een herhaling, lijkt dan op een nieuw inzicht. Waar lezen we gemakkelijk overheen?

Wedergeboorte

Bekende termen beluisteren we vaak niet erg nauwkeurig. Als een term ons bekend in de oren klinkt, bijvoorbeeld tijdens een preek, vullen we hem al heel snel in en luisteren nog maar met een half oor. Wedergeboorte is bijvoorbeeld zo'n woord. Jezus duidt deze term aan met beelden. Maar ontgaat het ons niet dat Hij er telkens opnieuw over begint? Blijkbaar vindt Hij het een uiterst belangrijk begrip. Ja, ja, dat weten we, maar… dan moet er eerst dit of dat. Of: Ja, maar dat ben ik toch al? Al die clichée-uitspraken maken duidelijk dat we maar met een half oor luisteren. Nemen we de context van Gods woorden serieus? Die kon weleens een genuanceerder en gedetailleerder beeld geven dan onze recht- of vrijzinnige dogmatiek.
En verwonder je je dan niet dat Jezus hier het woord 'verwonderen' gebruikt? Waarom? Moet ik mij er niet over verwonderen dat Hij daar zo'n gewicht aan hangt? Zeker. Moet ik mij er niet over verwonderen dat Hij het zegt? Inderdaad. Verwonder je vooral niet over het feit dat Jezus niet in de eerste plaatst spreekt over liefde of genade, maar over wedergeboorte. Om in het reine met God te komen hebben we een nieuwe geboorte nodig, een geboorte die van bovenaf komt, niet vanuit de mens. Geen menselijke, vleselijke geboorte, maar een geestelijke. Pas wanneer we wedergeboren zijn zullen we zien hoe God is in Zijn liefde en lankmoedigheid. Sterker nog – ik denk dat verschillende zich rechtzinnig noemende mensen nu hun wenkbrauwen optrekken – pas als ik wedergeboren ben, zie ik wat zonde werkelijk is en doet. Dat kan ik onmogelijk eerst zien tot in de diepte van Gods Vaderhart, voordat ik nog wederomgeboren ben. Ik zeg niet dat je je ellende niet ziet, voordat je verlost wordt, maar dat je het wezen van je ellende pas na je wedergeboorte begint te peilen. Juist de wedergeboorte verandert mijn denken, zien en verlangen. De wedergeboorte plaatst mij van de vader der leugen over naar de Vader der waarheid. Dán ga ik zien wat zonde doet. En dat zie ik telkens weer. Als we dat omdraaien krijg je een overwinningstheologie of een twijfelmoedig christendom dat het nooit voor Gods werk kan houden. Wedergeboorte is niet van God los, maar juist aan God vast. Een kind dat wordt geboren, wordt losgeknipt van zijn of haar moeder. Maar deze geboorte hecht mij juist vast aan mijn Schepper!
 

Gijlieden

Maar nu dat tweede woordje waar je zomaar overheen leest: gijlieden. Want Jezus gebruikt dat woord 'verwonder u niet' niet voor niets. In Zijn uitleg over de wedergeboorte sluit Hij Zichzelf niet in, zoals elke rabbi is ingesloten. Nee: "Kijk er niet vreemd van op dat Ik u het juist zo nadrukkelijk heb gezegd: ú… ú moet worden wedergeboren; Ik niet, maar ú!" Meerdere malen kwam ik deze uitleg tegen en ik geef graag die uit de Bijbelverklaring van Dächsel door:
"De Heere ziet de bevreemding van Nikodemus toenemen en neemt haar weg, niet door een soortgelijk wonder in de natuur hem voor ogen te stellen. Intussen moeten wij opmerken hoe beknopt de Heere Zich uitdrukt en alles in een enkel woord samenvatten kan. Alleen over de woorden: "U moet wedergeboren worden, kan men een allerbelangrijkste prediking houden, enkel door de woorden te nemen, zoals zij volgen. Op deze wijze: "U". De Heere sluit Zich hiermee uit. Hij was de Heilige, Hij had geen wedergeboorte nodig. Hij was Gods Zoon van eeuwigheid en is ook als mens tegelijk als Gods Zoon geboren. Bracht Hem de geboorte tot ons af, wij klimmen door onze wedergeboorte op tot Hem; omdat wij door onze geboorte met Adam zondig zijn, is een tweede Adam nodig, om uit die zondige toestand te komen; daarom wordt er gezegd: Doe aan de Heere Jezus (Rom. 13: 14). Evenals wij door onze geboorte Adam aantrekken, of liever met Adam geheel overtrokken worden, zo moeten wij ook met Christus bekleed worden en dit gebeurt in de wedergeboorte. De Heere zei dus: Niet Ik, maar u, Sadduceeën, Farizeeën, tollenaars, edelen en onedelen, moet voor de tweede keer, maar nu geestelijk geboren worden. U bent van beneden, Ik ben van boven. Moet; het is een volstrekte noodzakelijkheid, de wedergeboorte is door niets anders te vervangen; het is een volstrekte verplichting; God wil het en daarom moet de mens het ook willen. Wedergeboren, dat is van nieuws opleven, van man of vrouw tot een kind, van wijze naar de wereld, van een heer en meester tot een dienaar van God en de naaste worden. Ja, worden. U kunt uzelf niet wederbaren, u moet het aan u laten geschieden; het is ook geen werk van een ogenblik, dan in de ontvangenis, maar overigens is het een ontwikkeling, eindigend met de volkomen volwassenheid, als wanneer het worden overgaat in het zijn."
En wedergeboorte staat niet op zichzelf. Daaruit volgt de dagelijkse bekering. Herken je dat? Dat vallen en opstaan? En dat groeiend verlangen: Wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? Wanneer wordt ik eindelijk verlost van het zondigen? Ik wordt er zo moe van! Heimwee naar Huis!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten