vrijdag 19 juni 2015

Doe een teken mij ten goede

"Toen zag Gideon, dat het een Engel des HEEREN was; en Gideon zeide: Ach, Heere, HEERE! daarom, omdat ik een Engel des HEEREN gezien heb van aangezicht tot aangezicht."
Richteren 6 : 22

Al die tijd had Gideon bijna platvloers gesproken tegen de Man die tegenover hem stond. Weliswaar ging er wel een lampje bij hem branden, toen hij merkte dat er iets bijzonders aan deze ontmoeting was. Dit was niet zomaar een man. Wellicht iemand met een dubbele agenda, die met een omweg opeens bij een totaal ongedacht doel wilde komen. Om zeker te weten dat het God Zelf is die tegen hem spreekt, gaat Gideon een offer brengen; een offer van voor hem kostbare artikelen: een geitenbokje een paar koeken. Immers het was oorlog en er was honger?

Zekerheid zoeken

De Man voor hem is voor Gideon – zoveel is wel duidelijk – een profeet. Maar van wie komt de boodschap van deze profeet? Gideon wil zeker weten dat deze boodschap het bevel van God Zelf is. Merkwaardig is dat Gideon om een teken vraagt. Wat zou dat teken zijn? Zowel de Bijbel als de Kanttekeningen gaan daar niet op in. De Kanttekeningen schrijven wel bij teken: "Om mij te verzekeren dat gij van God hiertoe gezonden zijt, opdat ik deze beroeping met een goede conscientie moge aannemen." Maar als we lezen wát Gideon dan gaat doen, lezen we niet meer dan dat hij een gastvrije welkomstmaaltijd gaat maken, zoals ook Abraham deed, toen de drie mannen bij hem op bezoek kwamen, een jaar voordat Izaäk werd geboren en kort voordat Sodom en Gomorra werden verwoest (Gen. 18). Ook bij de aankondiging van Simsons geboorte komen we een dergelijk snel bereid maal tegen (Richt. 13). Het wordt daar een 'offer' genoemd, dat zij aanbieden aan de Man, Die een bijzondere boodschap brengt.
Offer of maaltijd en teken staan naar mijn overtuiging los van elkaar. Deze maaltijd is een betoon van eerbied. Manoach zegt in Richteren 13: "Laat ons U toch ophouden, en een geitenbokje voor Uw aangezicht bereiden." Gideon kende deze geschiedenis nog niet, want hij leefde heel wat jaren eerder. het lijkt erop dat dit een bepaald gebruik was. Maar het teken, waar Gideon om vraagt, wordt niet nader uitgelegd. Ergens las ik dat Gideon wel vermoedde dat de HEERE hem deze opdracht gaf, maar dat hij iets aan Hem wilde teruggeven: een offer van koeken met saus en een gekookt bokje. Dat offer voldeed nog wel niet helemaal aan de voorschriften die God aan Mozes had gegeven, maar de HEERE zou hem daarover niet hard vallen. De daad van Gideon echter, om wat voor de HEERE te doen werd echter in dat wat ik las bekritiseerd.
Hoe het ook zij, Gideon offert en vraag een teken dat hij echter niet nader specificeert. Misschien dat hij gewoon 'een teken' vroeg: "Laat me maar ergens door zien dat u inderdaad door God gezonden bent." Niet wetend waar hij aan moest denken bij dat teken, gaat Gideon en bereidt het offer. Hij wil met de bevestiging door een teken, zekerheid krijgen over de vraag: is dit echt Gods weg? Ik snap hem heel goed. Als je voor belangrijke keuzes staat en niet weet wat je moet doen, dan is het zo belangrijk zeker te weten dat het de weg van de HEERE is. Je zou een teken willen, een aanwijzing bij het lezen van Gods Woord. En soms gebeurt dat ook. Maar soms blijft het stil of duurt het langer. Blijft echter op de HEERE wachten. Neem in die zin een voorbeeld aan Gideon, die doet wat zijn hand en hart vinden om te doen, maar tegelijk wacht hij met ingehouden spanning op het teken van God.

Ootmoed leren

Maar hoe groot is de schrik als hij niet alleen een teken ter bevestiging krijgt, maar hij daarmee ook iets anders gaat zien. Gideon krijgt een teken. In een flits verdwijnt het offer. God verteert het offer dat op een rots ligt. Wat een bijzondere lijn naar hét offer, Jezus Christus, Die op een rots werd geofferd! Nota bene is deze Engel Christus Zelf! Gideon had de dood verdiend, door zijn twijfelen aan Gods waarachtigheid; het offer wordt echter verteerd en niet hij. Je zou denken: dat is het teken, nu weet je het zeker.
Er komt echter niet alleen zekerheid, maar ook angst en ootmoed. Hij heeft God gezien en zal moeten sterven. Hoe zal hij God onder ogen kunnen komen? De God, Die hij zo even nog voor zich zag? Een verootmoedigende les voor ons!
Gideon valt op de grond en vernedert zich voor de HEERE. Een Engel des HEEREN zien is sterven. Want, wie immers zal God zien en leven? Ook dat ervaarden Manoach en zijn vrouw enkele hoofdstukken verderop. Bij Abraham evenwel lezen we daar niets over. God praatte met Abraham en vroeg Zich hardop af: "Zou Ik iets voor Mijn vriend Abraham verbergen?" Abraham deinsde niet terug om de HEERE herhaaldelijk te smeken voor Sodom en Lot. Geen angst dus, hoewel Abraham spreekt over stof en as.
De HEERE bemoedigt Gideon echter: "Vrede zij u, vrees niet, u zult niet sterven!" Nee, want God had een opdracht voor Gideon; zou Hij hem dan wegmaaien door de dood? Nee, Gideon mag vrede, diepe vrede ervaren. Dat neemt niet weg dat het even later tóch tot een dubbele vraag komt om een teken. En opnieuw zeg ik: ik snap Gideon zo goed. Verschillende dingen kunnen op hun plaats vallen, maar toch zoek je naar bevestiging. Niet alleen óf het wel de weg van de HEERE is, maar ook of je die weg wel op de juiste manier gaat. Snap je dat? Ik geloof dat we in die zin om tekenen mogen vragen. Laat het niet uit twijfel voortkomen, maar uit ootmoed, wetend wie je bent; hoe gemakkelijk je dwaalt en eigen wegen inslaat, die lijken op Gods weg.
Zeker, we moeten staan naar volstandig wandelen. Resoluut en dapper, vastberaden in Gods kracht. Maar als er die moment zijn waarop we door de vele bomen van vraagtekens het bos van Gods zekerheid en trouw niet meer goed zien, houdt dan aan in de gebeden aan Gods troon der genade én houdt aan in het lezen…

Heer', wijs mij Uw weg
en leid mij als een kind
dat heel de levensweg
slechts in U richting vindt.
Als mij de moed ontbreekt
om door te gaan,
troost mij dan liefdevol en moedig mij weer aan.


Heer', leer mij Uw weg,
die zuiver is en goed.
Uw woord is onderweg
als een lamp voor mijn voet.
Als mij het zicht ontbreekt,
het donker is,
leid mij dan op Uw weg, de weg die eeuwig is.
 

Heer', leer mij Uw wil
aanvaarden als een kind
dat blindelings en stil
U vertrouwt, vrede vindt.
Als mij de wil ontbreekt
Uw weg te gaan,
spreek door Uw Woord en
Geest mijn hart en leven aan.


Heer' toon mij Uw plan;
maak door uw Geest bekend
hoe ik U dienen kan
en waarheen U mij zendt.
Als ik de weg niet weet,
de hoop opgeef,
toon mij dat Christus heel
mijn weg gelopen heeft.

Tekst: Sela

Geen opmerkingen:

Een reactie posten