vrijdag 12 december 2014

Heilig Avondmaal – 8. zaterdag

Tips voor de Avondmaalszondagmorgen

Als je je hebt voorbereid, zoals ik hiervoor heb uitgelegd, moet je zondagsmorgens niet te lang op bed blijven liggen. Zo zal de tijd je ontglippen en moet je je nog haasten (zorg dus voor rust). Sta daarentegen ook weer niet té vroeg op – uitzonderlijk veel vroeger dan je normaal doet – anders word je misschien flauw, slaperig of vermoeid, tijdens de Avondmaalsdienst. Want een lichaam dat niet fit is, is niet optimaal in staat de Avondmaalsbediening bewust mee te maken.
Ga op tijd naar de kerk. Trek nette kleren aan, niet te slordig en niet te opzichtig en pronkerig. Als je arm bent en je hebt niet veel meer dan je dagelijkse kleren – maar ze zien er verder nog fatsoenlijk uit – laat je daardoor niet hinderen om naar de kerk te gaan. De HEERE kijkt naar je hart en niet naar je kleren. De gelovigen mogen je niet minachten omdat je niet zulke mooie kleren hebt. En de overige gemeenteleden die niet bekeerd zijn al helemaal niet, want die mogen niet deelnemen aan het Avondmaal.

Als je je huis verlaat en over straat naar de kerk gaat, verlaat dan ook met je hart de wereld. Dan is het net als met Abraham die uit Ur vertrok, of met Lot die uit Sodom verliet, of het volk Israël dat Egypte achter zich liet. Laat alle aardse gedachten, begeerten en zorgen maar varen – stap eruit – en loop over straat met het hart van een pelgrim die zich naar de hemel spoedt: daar ligt immers je vaderland? Ga – als het vanwege de veiligheid op de weg kan – al biddend, verlangend en vooral uitziend naar de HEERE.

Als je de kerk binnengaat

Laat, als je de kerk binnengaat, een heilig ontzag in je hart zijn, omdat God, de engelen en de kinderen van God daar zijn. Bid: "Zend, HEERE, Uw licht en Uw waarheid, dat die mij leiden; en dat ze me brengen tot de berg van Uw heiligheid en tot Uw woningen. En dat ik inga tot Gods altaar, tot de God van de blijdschap mijner verheuging; en U met de harp love, o God, mijn God!" (Ps. 43:3-4).
Ga stil op je plaats zitten; laat uit heel je houding aandacht, eerbied en 'deftigheid' (een houding die past bij dit heilige moment, bedoelt A Brakel) spreken; in je uiterlijk en in je gedrag. Vermijdt show en gemaaktheid, op welke wijze dan ook! Daarmee bedoel ik dat je je anders dan anders gedraagt: je laat je hoofd extra hangen, je trekt je mond in de een of andere vroom-lijkende plooi, je maakt krampachtige bewegingen met je handen, of je kijkt opzichtig omhoog naar het plafond, of je trekt met hoorbaar zuchten de aandacht van anderen… foei die gemaaktheid! Die is walgelijk; voor onbekeerden in de kerk, maar al helemaal voor Gods kinderen. Daarmee maak je de godzaligheid verdacht (alsof het toneelspel is) en veracht (het wekt weerzin op); als het al geen geveinsdheid (nep) is, dan smaakt het er in ieder geval wel naar. "In het aangezicht van de verstandigen is wijsheid" (Spr. 17:24).

Tijdens de dienst

Let erop dat je onder de schriftlezing (en het lezen van het formulier), het zingen, de gebeden en de preek eenparig bent met de gemeente. (A Brakel noemt het:) doet één werk met hen tijdens het zingen, het bidden en het luisteren (dus eensgezind). Richt je enkel op die zaken die gebeuren in de dienst; er is geen tijd om zelf aan iets speciaals te 'werken' (in je gevoel, in wat je meent dat je zou moeten ervaren op dat moment; maar laat de dingen komen zoals ze komen). Verlies geen tijd door aan andere dingen te denken. "Ziet dat hoe gij hoort" (Luk. 8:18).

Als je opstaat van je zitplaats

Als je opstaat om naar het Heilig Avondmaal te gaan, doe dat dan als een bruid die gaat trouwen. Enerzijds, vanwege de roepstem van de Bruidegom: "Sta op, Mijn vriendin, Mijn schone en komt" (Hoogl. 2:10) en "O, alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs: wijn en melk" (Jes. 55:1). Anderzijds, vanwege het verlangen om bij jouw Bruidegom te zijn: "Ik zal mij daarheen wenden, en bezien dat grote gezicht: (Ex. 3:3).
Hier past het niet om trillend en bevend en al schoorvoetend daar heen te gaan, alsof je er naar toe getrokken moet worden. Hier past liefde en verlangen!

Terwijl je naar de tafel loopt

Denk, terwijl je naar de Avondmaalstafel loopt – als daar tenminste nog tijd voor is – bijvoorbeeld aan de Heere Jezus en aan alles wat er met Hem gebeurde bij Zijn lijden. En als dat niet lukt – dat geeft niet – houd je dan maar stil en rustig, naar binnen gekeerd; en wacht wat de HEERE in je hart geeft en doet. Je kunt ook nadenken over het werk van de Heilige Geest. En wissel die gedachten maar af met korte gebeden om door deze Geest geleid te worden: "Uw goede Geest geleide mij in een effen land" (Ps. 143:10). Of denk er over na hoe de Heere Jezus, samen met de heilige engelen, je bij de hand neemt en naar de tafel brengt. "In gestikte klederen zal ze tot de Koning worden geleid. Zij zullen geleid worden met alle blijdschap en verheuging" (Ps. 45:15-16). "Hij zal ze aan de springaders der wateren zachtkens leiden" (Jes. 19:10).

Als je aanzit

Terwijl je aanzit, zie jezelf dan als iemand die mag zitten in het heldere licht van een geopende hemel; licht dat mag neerstralen over de Avondmaalstafel en over al de anderen die daar aanzitten. En dat je je mag bevinden in de werkelijke aanwezigheid van God, je hemelse Vader, en van Christus, je Bruidegom. Dat mag je best klein maken; laat er maar kinderlijk ontzag en eerbied in je ziel opwellen en zeg: "Gewis, de HEERE is aan deze plaats, dit is niet (anders) dan een huis van God, en dit is de poort van de hemel" (Gen. 28:16-17).
Kijk maar goed – en schrik er niet van – want de HEERE heeft Zich voorgenomen om je veel genadegaven in Christus te geven; houd je in het geloof vast aan de HEERE en verheerlijk Hem over Zijn genade en verheerlijk Christus om de volheid van Zijn verzoening.

Tijdens het eten en drinken

Wees er bewust bij, terwijl je eet en drinkt! Wees actief betrokken in het geloof (op wat er gebeurt en wordt gezegd aan de tafel).
  • Pak het brood en de beker maar aan; je bent immers genodigd door de Bruidegom Zelf? Hij zei: "Eet, vrienden, drinkt en wordt dronken, o liefsten" (Hoogl. 5:1).
  • Blijf niet hangen aan de uiterlijke tekenen, want je weet best dat die je ziel niet kunnen voeden. Echter, ga niet direct aan die tekenen (brood en wijn) voorbij om direct door het geloof al naar Christus te gaan. Want dan laat je een deel van het Avondmaal liggen. Leg op een verstandige (weldoordachte) manier de link tussen het teken en de betekenis van dat teken. Wat bedoel ik? Wel, kijk maar goed naar het breken van het brood: zó werd Christus' lichaam verbroken. Let op het uitgieten van de wijn: zó werd Zijn bloed vergoten. Daarin zien we Zijn liefde en de kracht van Zijn offer, tot vergeving van onze zonden. Beschouw die tekenen ook als zegels, als een onderpand, een trouwpenning, die de Heere Jezus je geeft; om je daarmee te verzekeren dat Zijn voldoening voor jóuw zonden en Zijn liefde voor jou eeuwig hetzelfde blijven!
  • Verwacht hier niet direct spectaculaire wonderen en ervaringen (A Brakel noemt het 'buitengewone optrekkingen', 'verlichting' of 'verrukkende blijdschap'). Als de HEERE dat wél geeft op dat moment, geniet ervan. Maar weet dat het meestal Zijn manier van doen is om het geloof te oefenen, door 'gewoon' die tekenen te geven als een bewijs – als een onderpand – dat Christus écht voor jou is gestorven, net zo zeker als je dat brood voelt en proeft en die wijn drinkt en de smaak ervaart. Probeer zo, door het geloof, vrede te ontvangen in je geweten (dat je nog zo vaak aanklaagt, juist vanwege die zonden).
  • Neem in je ziel een standvastige, oplettende, verwachtende en leergierige (eigenlijk noemt A Brakel het 'geloofsoefenende') houding aan. Houd je verre van twijfel en vrees. Die kan je immers zomaar overvallen, door de influistering van satan, dat je je een oordeel zit te eten en te drinken, óf doordat plots alles weer duister lijkt te worden, óf door verwarring dat je je gedachten niet voldoende kunt ordenen. Wees je daarentegen bewust van de oplettendheid van je hart en van je werkelijke bedoelingen (de HEERE weet immers hoe het ligt in je ziel?). Want al die verwarrende gedachten beletten de vrucht op het sacrament!
  • Richt je al etend en drinkend op Christus en verenig je met Hem in waarheid, in vastberadenheid, in liefde; richt je op de onveranderlijkheid van Gods verbond dat nú aan jou wordt verzegeld. En zeg: "Mijn Liefste is van mij en ik ben van Hem" (Hoogl. 2:16).

Als je terugloopt naar je plaats

Vier dingen die goed zijn om te bedenken, als je weer weggaat van de Avondmaalstafel:
  • Zeg in je hart: mijn Jezus zal woord houden (doen wat Hij beloofd heeft) en daar ben ik tevreden mee. "Hij zal mij niet begeven of verlaten" (Deut. 38:8); "Hij zal alles voor mij voleindigen (afmaken)" (Ps. 138:8), "Hij zal mij bewaren en daarna tot Zich opnemen in heerlijkheid" (Ps. 73:24). Aan Zijn almacht en wijsheid vertrouw ik mij toe.
  • Roep het verlangen telkens wakker, om bij Jezus de blijven. Maar omdat dat zo vaak toch niet lukt, vertrouw het vooral aan Hem toe!
  • Troost je met Jezus' wederkomst; kijk reikhalzend uit naar die dag, om dan voor eeuwig met ziel in lichaam bij Hem te zijn.
  • Ga heen, door Jezus gezonden om Zijn dood en de volheid van de zaligheid aan de wereld te verkondigen; en om het werk te doen dat de HEERE je geeft om te doen.
Al deze dingen heb ik op een rijtje gezet voor je, om je daarmee te helpen op een goede manier naar het Avondmaal te gaan. Maar… maak het jezelf niet onnodig moeilijk, door deze dingen precies zo na te volgen, punt voor punt. Je ziel heeft ook vrijheid nodig (om het allemaal te bevatten) en de Heilige Geest brengt je dan eens dit en op een ander moment weer iets anders te binnen!
Maar als je deze dingen, die ik je heb verteld, aandachtig leest, zal er toch verlangen in je hart komen om steeds bewuster met het Avondmaal om te gaan. Je zult er beter door in staat zijn er op een goede manier mee bezig te zijn (en ook de vrucht van te genieten).
"Welgelukzalig is het volk, die het alzo gaat" (Ps. 144:15), "Welgelukzalig is hij, die Gij verkiest en doet naderen, dat hij wone in Uw voorhoven. Wij zullen verzadigd worden met het goede van Uw huis, met het heilige van Uw paleis" (Ps. 65:5).
Welgelukzalig is hij, die in 'de binnenkamers van het Evangelie' wordt geleid en kan zeggen: "Voorwaar, ik heb U in het heiligdom aanschouwd, ziende Uw sterkheid en Uw eer. Want Uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zullen U prijzen" (Ps. 63:3-4).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten