maandag 22 december 2014

Geen zoetsappig gedoe!

“Die Mij verwerpt, en Mijn woorden niet ontvangt, heeft, die hem oordeelt; het woord, dat Ik gesproken heb, dat zal hem oordelen ten laatsten dage” 
Johannes 12 : 48

Het gevaar is dat wij bang voor God zijn en de dreiging dus ook van díe kant verwachten. Zo maken we in ons denken God tot een onberekenbare factor… echter we rekenen mis. Als God ons tegemoet komt, schiet de mens in de afweerhouding. Als dat maar goed gaat. De engel moest – bij de aankondiging van Jezus’ komst in het vlees, zo zagen we gisteren – tot driemaal “Vreest niet” roepen; Jezus Zelf moet herhaaldelijk onderstrepen: “Ik ben niet gekomen om de mens te verdelgen…”. Het bijkomend gevaar is – en dat zie je in vrijzinnige kerken en in veel evangelische kringen – dat we met de komst van Jezus als Zaligmaker denken dat er geen vuiltje meer aan de lucht is. Die clichée aangehaalde tekst “Indien wij ontrouw zijn, Hij is getrouw… Hij kan Zichzelf niet verloochenen” (2 Tim. 2 : 13) zorgt in die zin ook voor veel verwarring en valse gerustheid. Ook dan rekenen we mis.

Jezus is uiterst scherp als Hij in onze dagtekst stelt: Wie Mijn woorden niet serieus neemt, verwerpt ze dus… en op die manier verwerpt hij Míj! En dan volgt in onze vertaling een raar stukje zin: “…heeft, die hem oordeelt”. Hoe moet je dat lezen? De King James Vertaling zegt het zo: “He that rejecteth me, and receiveth not my words, hath one that judgeth him: the word that I have spoken, the same shall judge him in the last day.
Met andere woorden: “Hij die Mij verwerpt… heeft er een die (of heeft ‘iets’) dat hem (ver)oordeelt”. En vóórdat je denkt dat het dus toch Christus is Die je veroordeelt, legt Christus Zelf het balletje bij jou terug: “Het woord dat Ik gesproken heb zal hem oordelen ten laatste dagen”. De puntkomma tussen deze twee zinnen moet eigenlijk een dubbele punt zijn, zodat er staat: “Die Mij verwerpt en Mijn woorden niet ontvangt, heeft iets dat hem oordeelt: (namelijk) het woord dat Ik gesproken heb; dát zal hem oordelen ten laatsten dage”.

De oppervlakkige lezer zal denken dat het veroordelende dus toch in God of Christus zit; de nauwlettende lezer zal bekennen dat hij dat juist zélf is, wanneer hij het Woord verwerpt. Immers: Christus is niet veroordelend in Zijn welmenend aanbod; God de Vader al evenmin! Als je dat welmenende Woord verwerpt, zal dat in de Dag des Oordeels een bewijsstuk zijn dat niet valt te ontkennen! Je zult in de Dag des Oordeels de HEERE niets voor de voeten kunnen werpen. Het was niet het vermeende feit dat je niet kón geloven, maar het realistische en dramatische feit dat je niet wílde geloven!
Daarom: richt je niet op je innerlijke of je theologische inzichten die bepalen dat een mens niets kan; ook niet 'iets kunnen'; zelfs niet 'niets kunnen'… Maar richt je op het Woord van Christus en klem je er met vastberadenheid aan vast! Want Hij is de Enige op aarde die woorden van eeuwig leven sprak. Het is luisteren geblazen; en dan luisteren in de betekenis van ‘gehoorzamen’.

Het Woord van God is een tweesnijdend scherp zwaard. Het snijdt, zoals een boemerang zijn werk doet. Gods Woord keert nooit ledig weer… Het laat Hem zien als de Betrouwbare; het laat Hem kennen als de Welmenende. Maar dat doet niets af aan Zijn rechtvaardige toorn, die ooit ontbrandde op Zijn Zoon (wie zal dat peilen!). Deze zelfde toorn zal eeuwig branden op hen die Zijn welmenende roep overstemmen met óf hun goddeloos en walgelijk gebazel, óf hun godsdienstig en even zeer walgelijk gebazel; beiden stellen namelijk Hem in een kwaad daglicht… en dat kan niet ongestraft blijven. Heden, zo gij Zijn stem hoort, verhardt u niet! Sta er in deze laatste dagen van Advent 2014 nog weer eens extra bij stil: wat heeft Hij moeten afleggen en wat heeft Hij er voor over gehad om mensen te redden van hun zelfgekozen ondergang! Sta er vandaag een ogenblik bij stil; tot je eeuwig heil!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten