zondag 12 november 2017

Handelen uit angst brengt ­levensgrote schade


De zoon van de boerenkoning - VII


Toen zeide Samuël tot Saul: Gij hebt zottelijk gedaan; gij hebt het gebod van den HEERE, uw God, niet gehouden, dat Hij u geboden heeft; want de HEERE zou nu uw rijk over Israël bevestigd hebben tot in eeuwigheid. Maar nu zal uw rijk niet bestaan. De HEERE heeft Zich een man gezocht naar Zijn hart, en de HEERE heeft hem geboden een voorganger te zijn over Zijn volk, omdat gij niet gehouden hebt, wat u de HEERE geboden had.
1 Samuël 13 : 13-14


We hebben nu al zes hoofdstukken stilgestaan bij deze geschiedenis, maar … waar is God? Jonathan komt eigenlijk maar spaarzaam om de hoek kijken, maar waar is God Zelf? Wel, dat vroeg Saul zich ook af. Ik vraag me nog steeds af hoe die band tussen Jonathan en zijn vader moet zijn geweest… Die moet toch iets bij zijn vader gemist hebben?

Het eerste dat Saul zich afvroeg was: Waar blijft Samuël?! Het is al de zevende dag en hij is er nog niet. Uit angst is hij zelf maar aan de slag gegaan en heeft laten offeren op eigen bevel. Uit angst. Saul zegt er zelf over: “Omdat ik zag, dat zich het volk van mij verstrooide, en gij op den bestemden tijd der dagen niet kwaamt, en de Filistijnen te Michmas vergaderd waren, zo zeide ik: Nu zullen de Filistijnen tot mij afkomen te Gilgal, en ik heb het aangezicht des HEEREN niet ernstelijk aangebeden, zo dwong ik mijzelven, en heb brandoffer geofferd.”
Hoe groot huichelaar kun je zijn. Hij zegt gewenste en braaf-klinkende dingen, maar het snijdt geen hout. Samuël noemt het zot!

De afspraak om in Gilgal samen te komen en zeven dagen op Gods boodschap te wachten (want het was niet alleen een offerfeest) was dus een heilige opdracht. Het lijkt er toch sterk op dat dit een afspraak van God met Saul was, dat zodra er nood was, hij naar Gilgal zou gaan en zou wachten op Samuël, die het Woord van de HEERE zou spreken. De gang naar Gilgal was voor Sauls reputatie dus eigenlijk een afgang, want hij kwam er zelf niet uit. Je mag het dus best een dapper besluit vinden dat hij naar Gilgal ging. Je mag hem ook nog wel prijzen omdat hij wilde wachten. Maar zijn geduld werd op de proef gesteld, mede door de weglopende manschappen.
Waar lag Sauls vertrouwen? Bij het volk of bij de HEERE? Wat het offeren essentieel of een ritueel voor hem? Hij maakte de dienst aan de HEERE tot een toverdienst. Met God aan je kant kon je de Filistijnen overwinnen. Waar heb ik dat eerder gehoord? Het moet Samuël nog helder in zijn herinnering liggen, toen hij nog maar een paar jaar in Silo was, gebeurde er ook zo iets: de zonen van Eli hadden zomaar de ark meegenomen. Dat betekende ook dat zij het Heilige der Heilige hadden ontheiligd. Maar … God was al vertrokken! De houten kist met bladgoud bood geen soulaas! Samuël moet verdriet van die twee zonen van Eli hebben gehad. Maar nu zit hij in dezelfde situatie: ook zijn zonen blijken onbetrouwbare jongens! Het is niet voor niets dat het volk een koning wilde. Dit heeft Samuël ook ­persoonlijk geraakt.

Waar was God in dit alles? Wel, hier was het Woord van de HEERE door de mond van Zijn knecht Samuël en het loog er niet om. Let er even op dat ook Jonathan hier bij stond, waarschijnlijk! Zijn vader werk koning en hij werd kroonprins, maar wel omdat een ander aan de kant werd geschoven: Samuël en zijn zonen. De plek die vader Saul innam, behoorde eigenlijk… eigenlijk aan God Zelf toe!
En wat zegt Samuël daar over Jonathans vader? “Maar nu zal uw rijk niet bestaan. De HEERE heeft Zich een man gezocht naar Zijn hart, en de HEERE heeft hem geboden een voorganger te zijn over Zijn volk…”
Dit raakte ook Jonathan persoonlijk. Zijn vader werd aan de kant geschoven door God, nota bene! Maar dat had ook consequenties voor hemzelf! Deze testcase had het koninkrijk bij Saul kunnen ­bestendigen, maar Saul is gezakt voor zijn geestelijk examen. Hij handelde uit vrees… omdat hij zijn betrouwen stelde op de macht van het getal, van zijn volk. Hij steunde op zijn elite-korps en niet op de HEERE. En dat had direct gevolgen voor Jonathan.

Samuël zien we vanaf de vorige hoofdstukken in een wat nurkse houding zakken. Hij lijkt een zuurpruim te worden die in hoofdstuk 12 toonde hij nog eenmaal dat de HEERE hem direct verhoorde door die donder en regen te geven. Daarmee was het bijgelovige volk direct weer onder zijn ‘macht’. We zien telkens een machtsstrijd tussen de staatkundige macht en de geestelijke macht. Dat moet ergens tussen Saul en Samuël ook hebben gespeeld, lijkt het haast. Bij het vertrek, aan het einde van hoofdstuk 12, drukt Samuël het volk en de koning nog eenmaal op het hart: “Maar indien gij voortaan kwaad doet, zo zult gijlieden, als ook uw koning, omkomen.” Het lijkt haast dat hij de afloop al weet. En hier in hoofdstuk 13 blijkt hij gelijk te krijgen!

De Bijbel zwijgt over Jonathan in dit deel van de geschiedenis, maar dit moet er diep bij hem hebben ingehakt. Er zal iemand de plek van zijn vader gaan innemen, die God Zelf ‘een man naar Mijn hart’ noemt. Ik kan me voorstellen dat Jonathan ook nieuwsgierig is ­geworden hoe zo’n persoon eruit zou zien. Ook zijn eigen plek zal dus worden ingenomen door ‘een man naar Gods hart’. Wat zal het worden? Een rivaal of een geloofsgenoot? De hemel houdt haar adem in bij de reactie die Jonathan zal geven. Maar het duurt even voor de aarde die verneemt. De strijd tegen de Filistijnen wacht eerst nog!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten