De zoon van de boerenkoning - VIII
En het geschiedde ten dage des strijds, dat er geen zwaard noch spies gevonden werd in de hand van het ganse volk dat bij Saul en bij Jónathan was; doch bij Saul en bij Jónathan, zijn zoon, werden zij gevonden.
Samuël 13 : 22
Voordat het verhaal begint over de oorlog tussen de Israëlieten en de Filistijnen, wordt er even een pas op de plaats gemaakt. De schrijver van het Bijbelboek (en dus de Heilige Geest) wil ons eerst iets laten zien dat impact heeft op de strijd: er is geen smid!
Je zou zeggen, nou en? Maar in die dagen maakte de smid je landbouwgereedschap, maar hij droeg ook zorg voor de kwaliteit van je wapens. De overheersing van de Filistijnen had tot gevolg dat het beroep van smid verboden was en daarmee raakten zij het hart van de verdediging van het volk! Landbouwgereedschap men laten repareren of vervaardigen door filistijnse smeden. Die vroegen natuurlijk dik geld voor dat werk. Het creëren van productschaarste zorgt voor hogere prijzen!
Dit fenomeen kende de Israëlieten… zo vermoordden de egyptenaren alle joodse jongetjes. En wat dacht je van Richteren 1, waarin twee stammen strijden tegen de kanaänieten en dan de koning, Adoni-bezek, vangen en doen met hem, zoals hij met zijn overwonnen koningen had gedaan: de duimen van zijn handen en voeten afhakken. Daardoor werden die overwonnen weerloos, kwetsbaar en afhankelijk. En dat zagen we ook in 1 Samuël 11, waar Nahas, de Ammoniet bralde: “Dat ik u allen het rechteroog uitsteke…”, waardoor de boogschutters niet meer hun werk konden doen en de strijders geen diepte meer zagen! Venijnig slim.
Het legertje van Saul is nog eens enorm uitgedund tot 600 man! Zo werd een overwinning onmogelijk. Maar… daarbij ontbreken de wapens. Dit moet al een aantal jaren aan de gang zijn geweest, want je kunt niet in een paar dagen de smeden verwijderen uit een land, en dan ook zo’n effect hebben dat er geen zwaard meer in het land is!
Maar let op! Er zijn twee zwaarden: bij Saul en bij zijn zoon Jonathan. Twee zwaarden… waar ken ik dat van? Enkele minuten voor het moment van de worsteling in Gethsémané praat Jezus met Zijn jongeren over de vervolgingen en ontberingen die zullen komen vanwege Zijn Naam. “Maar nu, wie een buidel heeft, die neme hem, desgelijks ook een male; en die geen heeft, die verkope zijn kleed, en kope een zwaard.”Het is een merkwaardige tekst die velen al hoofdbrekens gekost heeft. En met name twee verzen verder, roept het vragen op, nadat Jezus heeft gezegd dat in Hem de profetiën moeten worden volbracht en dat ook die profetie in vervulling moet gaan waarin staat dat Hij met de misdadigers ‘gerekend’ wordt: “En zij zeiden: Heere! zie hier twee zwaarden. En Hij zeide tot hen: Het is genoeg.” Twee zwaarden… Zou Hij aan de geschiedenis van vandaag hebben gedacht? Twee zwaarden… het is genoeg. Teveel misschien zelfs. Nou, zo keek Saul er op zich niet tegenaan, maar blijkbaar zijn zoon Jonathan wel! Dat zal blijken.
Nog een aspect wil ik hier doorgeven, van www.oudesporen.nl (op pagina 143-144): “Een smid is iemand die wapens kan maken, waarvan anderen gebruik kunnen maken. In geestelijke zin is een smid een broeder die ons kan leren hoe we met het Woord van God als een wapen moeten omgaan. Een smid is iemand die ons onderwijst over Gods gedachten om daarmee de vijand te verslaan. Als dit alles afwezig is, zal ons geloof niet kunnen toenemen, maar worden we een prooi van de vijand.
Dit is listig bedacht door de Filistijnen. Hierdoor voorkomen zij niet alleen dat Israël oorlogswapens vervaardigt, maar ze maken Israël ook van hen afhankelijk zelfs voor de landbouwwerktuigen. De Israëlieten moeten zich bij de Filistijnen melden om hun gereedschap dat bij de landbouw moet worden gebruikt, gebruiksklaar te maken. Voor de bewezen diensten rekenen de Filistijnen hun prijs.
Voor het gebruik van de ploeg, de bijl en de sikkel, allemaal middelen waarmee het land wordt bewerkt om aan voedsel te komen, is Gods volk afhankelijk van de vijand. De geestelijke les is duidelijk als we bedenken dat de Filistijnen een beeld zijn van naamchristenen ofwel christenen zonder Christus. Wat voor voedsel geeft een Christusloze christenheid aan haar leden? Wat een ellende als we overgeleverd zijn aan naamchristenen voor ons geestelijke voedsel. Wat een ellende als we overgeleverd zijn aan verstandelijke redeneringen om de Bijbel te begrijpen.
Het is tragisch als Gods volk afhankelijk is van de Filistijnen voor de opbrengst van de vrucht van het land dat God Zijn volk heeft beloofd en gegeven. Door de tactiek van de Filistijnen is er bij niemand van het volk een wapen te vinden (vgl. Ri 5:8). Zonder zwaard, om de tegenstander vlakbij te doden, en zonder speer, om de vijand op afstand te doden, kan het volk geen enkele tegenstand bieden. De afwezigheid van deze wapens maakt het volk een weerloze prooi voor de vijand.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten