donderdag 29 maart 2018

Sla de herder en de schapen zullen verstrooid worden

De loyale van de royale - X


Als de mannen van Israël, die aan deze zijde van het dal waren, en die aan deze zijde der Jordaan waren, zagen, dat de mannen van Israël gevloden waren, en dat Saul en zijn zonen dood waren, zo verlieten zij de steden, en zij vloden. Toen kwamen de Filistijnen en woonden daarin.
1 Samuël 31 : 7


Het effect, als je de leider weghaalt, dat de strategische actie helemaal ineenstort. Dat was wat Zacharia profeteerde: “Zwaard! ontwaak tegen Mijn Herder, en tegen den Man, Die Mijn Metgezel is, spreekt de HEERE der heirscharen; sla dien Herder, en de schapen zullen verstrooid worden; maar Ik zal Mijn hand tot de kleinen wenden.” Hij sprak over ontferming van de HEERE, wanneer dit zou gaan gebeuren.

Het staat natuurlijk ter discussie of je van Saul kan zeggen dat hij een herder was voor zijn volk. Maar Jonathan was er ook nog. En ook hij is geslagen, gesneuveld. Ik krijg regelmatig het gevoel dat het volk Saul niet echt als leider zag. We zitten natuurlijk nog in de voorfase waarin de stammen tot één volk moeten worden gevormd. Ze zijn ook na al die jaren nog niet eensgezind onder hun vorst. Maar duidelijk wordt ook dat zij achter hun eigen keuze proberen weg te komen. Dit is was ze wilden… en nu danken ze hem af.
Het volk heeft geen hart dat dapper de strijd aan gaat. Jonathan was wel zo’n voorbeeldfiguur. Maar nu hij weg is lijkt de geest weg uit het leger. De stedelingen, evenals de soldaten, vluchten weg voor de nietsontziende Filistijnen. En die nemen de steden met gemak in. Ze gaan er direct wonen en bouwen er een bestaan op van de spullen die de gevluchte inwoners hebben achtergelaten.
Aan het einde van dit hoofdstuk is er slechts één bevolkingsgroep die zich kordaat opstelt: de mensen uit Jabes in Gilead. Dat moet worden gezegd!
Jonathans sterven had dus effect op het hele volk: de moed is hen in de schoenen gezonken. Even hadden ze hun dapperheid ­getoond door moedig met Saul en zijn zonen de strijd aan te gaan. Een overigens niet te winnen strijd, gezien de overmacht.

Ik zie Petrus in de Hof van Gethsémané, die zijn zwaard trekt en de overmacht te lijf wil gaan. Zou hij echt gedacht hebben dat hij met zijn zwaard het wel zou winnen van al die zwaar bewapende soldaten? Ik denk dat hij dat inderdaad dacht. Een vlaag van overmoedige liefde voor zijn Heiland. En een vlaag van trouw aan zijn eigen grote woorden, die hij vorm wilde geven. Jezus was er immers nog bij.
Maar toen Jezus niet meeging met Petrus in diens bevrijdings­actie, stortte zijn hele kasteel van dapperheid in. En die andere ­discipelen eveneens, die enkele uren daarvoor nog grimmig op Petrus waren, omdat die suggereerde dat híj wel stand zou houden “…al zouden ze ook allemaal aan U geërgerd worden, ik niet!”.
Hij begreep niet dat Jezus Zich vrijwillig overgaf, ja aanstuurde op gevangenneming en veroordeling. Hij snapte Jezus strategie niet. Dat lag natuurlijk anders bij Jonathan. En al helemaal anders bij Saul! Nog éénmaal komen die woorden uit Davids psalm boven: “Met mijn God spring ik over muren en dring ik door sterke benden…” Als Jonathan dat heeft gezongen toen hij de strijd aanging, dan val ik hem zeker bij! Jij ook? Maar dan moet het een zuivere strijd zijn met een open verbinding naar die God die over muren laat springen en door benden laat dringen. Bij Jonathan ga ik er blindelings vanuit. Maar Israël en zijn koning hadden slechts eigen belang op het oog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten