maandag 21 september 2015

Kwijnen of ruimte geven?




Hij moet wassen, maar ik minder worden.
Johannes 3 : 30

Hoezo moet ik minder worden? Jezus kan toch ook wel gewoon de meeste aandacht krijgen zonder dat ik zo nodig minder moet worden? Wat zijn dit voor negatieve, denigrerende woorden? Behoren ze tot het soort theologie waarbij de mens, die toch vooral niets kan, actief zich moet verlagen tot diep in de modder? Hoe persé noodzakelijk is mijn minderworden? Moet ik mezelf psychisch helemaal afbreken? … Luister maar eens en lees vooral goed wat er staat; en zie wat er niet staat.

Jezus moet groeien

Groei is een gezond natuurprincipe dat God heeft ingesteld. Maar… wanneer? Na of voor de zondeval? Ik vermoed: erna. Groei omvat het principe van onvolmaaktheid, het worden wat je nog niet bent. Mijn eerste vraag is dan toch direct: was Jezus niet volmaakt? Zeker wel, maar we lezen in de evangeliën dat Hij opgroeide, dat Hij toenam in verstand en dat Hij eveneens toenam in genade/achting bij de mensen én bij God! Hoe goddelijk Hij ook was, Hij had helaas niet vanaf dag 1 in deze wereld alle aandacht en aanbidding, die Hij wel in de heerlijkheid van Zijn Vader had. Mag je best eens bij stilstaan.
En in de brieven van Paulus lezen we zelfs dat Hij gehoorzaamheid heeft geleerd uit hetgeen Hij geleden heeft (Hebreeën 5:8), hoewel Hij de Zoon van God was! Ook daar mag je best je gedachten eens over breken en je eigen gehoorzaamheid ernaast leggen.

Los van de groei die Jezus Zelf heeft ondergaan is het ook zo dat het geloof in Jezus Christus in elke gelovige moet groeien. Christus is niet direct álles en gaandeweg het leven met Hem blijkt Hij nogal eens niet op de eerste plaats te staan. Telkens weer moet Jezus voor ons groeien naar die allereerste plek. Beschamend, niet?


Groei en afbraak

Het is goed even stil te staan bij de begrippen 'wassen' en 'minder worden'. Je mag ze ook vertalen als 'toenemen' en 'afnemen'. Het draait om de plaats die Jezus inneemt. Ouders en overheden, die God boven ons heeft gesteld, hebben een bepaalde positie, ten opzichte van ons. Daaraan hangt ook onze mate van gehoorzamen. Toch staan zij niet op de eerste plek. Zij moeten worden gehoorzaamd, voor zover dat geen afbreuk doet aan de gehoorzaamheid aan God Zelf.
De persoon en het werk van de Heere Jezus moet het allerkostbaarste voor ons zijn. Het moet in ons persoonlijk leven altijd weer helder en scherp in het zicht blijven. Dat we geen andere dingen op de eerste plek in ons leven zetten. En hoe gemakkelijk doen we dat helaas tóch?!
Maar in deze tekst gaat het niet alleen daarover. Dit is een uitspraak van Johannes in de context van het ambt dat hij bekleedt. Lange tijd had híj alle aandacht gehad en kwamen de mensen naar hém luisteren, lieten zich door hém dopen en volgende hém. Maar dat kon en mocht niet zo blijven. Ze moesten niet bij de vriend van de Bruidegom blijven steken, maar ze moesten verder, naar Jezus Zelf Ze moesten geen Doperianen worden, maar Christenen! Hem moesten ze dienen, liefhebben en alle eer in hun leven toebrengen. Alleen zo konden verloren levens weer doeltreffende levens worden.
En daaruit voortvloeiend mochten ze ook anderen oproepen om tot Christus te gaan. De jonge volgelingen mochten zaaiers worden, herders zelfs, als ze maar niet in de weg stonden naar Christus toe. Als ze maar niet op de plek van Jezus Zelf gingen staan.


Moet ik afgebroken worden?

Er is wat een vertekening in kerkelijk Nederland gegeven over de woorden 'jezelf mishagen' uit het Avondmaalsformulier. Alsof ik mijzelf moet haten, verachten en verwaarlozen. Een soort moderne zelfkastijding. Hoe verhoudt zich die houding met het feit dat elk mensenleven kostbaar is in Gods oog? Hoe verhoudt zich die houding met het feit dat Jezus Zijn leven wilde afleggen voor vijanden? Of is dit toch een soort tegenprestatie van onze kant, een eigen offertje om God tevreden te stellen of gunstig te stemmen? Ik vrees dat het dat in veel gevallen is geworden. Maar is niet de betekenis van die woorden. Wel is het zo dat je boos kunt worden op jezelf, als je weer, voor de zoveelste keer in zonden gevallen bent. Je kunt meer dan eens verzuchten: Wanneer houdt dat zondigen nou toch eens op?! Zoveel goeds van Gods kant… en dan dit!
Mishagen, ik heb daar al eens eerder op gewezen, is het tegenovergestelde van behagen. Ik behaag mijzelf niet langer… Ik verzaak het mijzelf behagen en schep geen genoegen meer in mijn eigen werken. Daarentegen is dat geen doel op zich. Daarvoor in de plaats mag ik een diep en intens behagen scheppen in Christus, Die mij vrijkocht met Zijn kostbaar bloed. En ik zal nooit woorden genoeg voor kunnen vinden om die rijkdom te beschrijven.

Het woord 'minder worden' in onze tekst is ook zo'n woord. Het betekent: 'onderschikt maken in waardigheid' of 'afnemen in gezag of populariteit'. Met name die laatste betekenis heeft het in onze tekst. Johannes moest steeds verder afnemen in populariteit. En ook afnemen in gezag. Zijn preken waren niet langer dé lijn die werd uitgezet. Jezus nam die lijn over en zette die voort. Johannes was slechts de wegbereider, de voorloper. Gaandeweg zou blijken uit Jezus' woorden dat Johannes het bij het rechte eind had. En te meer zal blijken dat Jezus de beloofde Messias is.

In het bedrijfsleven, waar haantjesgedrag en concurrentiebeding hoogtij viert, kan men zich de blijdschap van Johannes totaal niet indenken. Welk bedrijf is er blij over wanneer haar klanten naar de concurrent lopen? Maar in Gods Koninkrijk gaat het zo totaal anders. Daaraan zie je hoe verziekt onze maatschappij is geworden! En het lijkt wel of er geen weg terug is. Toch roep ik op tot die houding van Johannes. Laat die gestalte meer en meer worden gevonden in ons land, in de kerk en in onze gezindten.
Laten we blij zijn als ook door toedoen van anderen, mensen tot Christus worden geleid. Als mensen vanuit de goot of vanuit de kerkbank tot geloof komen! Want er is ook in de hemel blijdschap, als er een zondaar tot bekering komt. Dan speel ik daar toch geen prominente rol in? Dan hebben we het toch niet over 'ons toedoen' dat eraan heeft bijgedragen dat iemand tot geloof kwam? Dan spreken we over het wonder dat een ziel van de dood is gered.

In die zin moeten wij kerkmensen misschien ook wel wat meer worden afgebroken… Hmm een ongedachte doordenker in deze tekst, vrees ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten