zaterdag 5 september 2015

Jezus is ons enige Redmiddel



"Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van God."
Johannes 3 : 18

Hoe kan het zijn dat Jezus voortdurend van Zichzelf naar Zijn Vader wijst en toch deze woorden spreekt in de tekst die vandaag voor ons ligt? Johannes de Doper wees van zichzelf af en riep: "Zie het Lam Gods." Jezus sprak legt voordurend uit dat Hij er niet is voor Zichzelf, maar voor de eer van Zijn Vader én om Zijn Vader aan ons te openbaren. Zijn die dingen in tegenspraak? Moet ik in Jezus geloven of in God de Vader?

Jezus en God de Vader

Inderdaad is Jezus Degene Die laat zien Wie Zijn Vader is. Hij vestigt de aandacht niet op Zichzelf. Er is een voortdurende band tussen Hem en de Vader. Hij verheerlijkt Zijn Vader op aarde, maar Zijn Vader verheerlijkt Hem in de hemel. En af en toe onderstreept de Vader dit ook op aarde. Denk maar aan de geschiedenis van de doop van Jezus of de geschiedenis op de berg der verheerlijking. Daar laat de Vader hoorbaar merken dat Hij een enorme vreugde in Zijn Zoon schept, omdat Die Hem verheerlijkt en aanprijst op de aarde. Ja, omdat Die eindelijk doet, wat wij mensen hadden moeten doen: God grootmaken. Die band met de Vader prijst Jezus ook aan ons aan. Wij moeten weer in het reine komen met God en… dat kan: door Jezus!
In Johannes 5 vers 19 zegt Jezus iets wonderlijks: "De Zoon kan niets van Zichzelven doen, tenzij Hij den Vader dat ziet doen." Alsof Hij toch niet helemaal God is… Niets is minder waar. Hij wil echter niets anders doen dan wat Zijn Vader doet. Zo één wil Hij met Zijn Vader zijn en blijven. En daarin tekent Hij ons het prototype van al Gods kinderen. Herken je je in die profielschets?

De Joden en God de Vader

De Joden meenden, door Mozes strikt te volgen en de wet uiterst serieus te nemen, dat zij verbonden waren met God in het verbond dat Hij met hun volk sloot. Wat God met het verbond bedoelde was verworden tot een warboel aan wetticisme en eigenwillige godsdienst. Zij meenden dus ook dat er maar één God is en waren blind voor het bestaan van de Zoon en de Heilige Geest. Maar wie geen band met de Zoon en met de Heilige Geest heeft, heeft ten diepste ook geen band met de Vader. Hij volgt God slechts op slaafse wijze maar niet als kind. Talloze keren heeft Jezus daarop gehamerd.
In datzelfde hoofdstuk 5 van het Johannesevangelie zien we dat de Joden Jezus probeerden te doden; eerst vanwege het feit dat Hij een mens op de sabbath had genezen. Dat was voor hen heiligschennis van het sabbathsgebod, dus was Jezus in hun ogen een oproerige zondaar. Maar toen Hij even later zei dat Zijn Vader ook werkt op de sabbath, lezen we: "Daarom zochten dan de Joden te meer Hem te doden, omdat Hij niet alleen den sabbat brak, maar ook zeide, dat God Zijn eigen Vader was, Zichzelven Gode evengelijk makende." Het was voor hen onbestaanbaar dat Jezus de Zoon van God is. En daarmee distantieerden zij zich van zowel het feit dat zij bekering nodig hadden als van het feit dat ze juist deze Jezus nodig hadden om werkelijk kind van God te worden! Jezus wees hen in Johannes 8 op een enorm probleem: "Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en de vader derzelve leugen. Maar Mij, omdat Ik u de waarheid zeg, gelooft gij niet." Hij rekende het hen fel aan dat zij God helemaal niet tot een Vader hadden; ze hadden de satan tot een vader en immiteerden díe. Dat is waarachtig een schokkende boodschap!


De discipelen en God de Vader

Ook de discipelen konden het nog niet allemaal op een rijtje krijgen, al was Jezus' oordeel over hen veel milder, want Hij zegt: "Gijlieden gelooft in God, gelooft ook in Mij" (Johannes 14:1). Op Judas na, had Hij in hen het leven gewekt en konden zij naar waarheid (al was het nog onder een deksel) zeggen dat ze kinderen van de Vader waren. Het prachtige hieraan is dat zij dus op 'één lijn' stonden met Jezus: ze waren beiden kind van God de Vader.
Meer dan eens vertelde Jezus aan hen dat ze door Hem met de Vader waren verbonden. En ook tegen andere discipelen, ja ook tot de schare zei Jezus dat ze Hem nodig hadden, wilden ze tot de Vader kunnen komen. Aldoor stelt Jezus Zichzelf niet in het middelpunt, maar… is Hij de verbindende schakel tussen mensenharten en Gods hart. Denk maar aan al die bekende teksten als "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven", "Ik ben het Brood des Levens", "Ik ben de deur (!)" en "Ik ben de Ware Wijnstok". Daarmee is Hij het Middel om verbonden te zijn met God de Vader.
Jezus is het enige Redmiddel dat ons verlost van het komende Oordeel. Wie in Hem gelooft zal niet meer worden veroordeeld. Daar staat Hij borg voor! Let erop dat dat in de tegenwoordige tijd staat. Dat betekent dat we nú reeds deelgenoot van zijn, ook al moet het Oordeel nog komen, hét testmoment waarop definitief zal blijken dát Hij het toereikende Redmiddel is.
Maar ook het andere deel van onze tekst staat in de tegenwoordige tijd! Wie níet gelooft in de Zoon, die ís (nu reeds) veroordeeld. Zijn leven manisfesteert zich en ontwikkelt zich onder de vloek. Nou, daar zijn dunkt me de voorbeelden legio van in het leven van alle dag. Als je de verbondenheid met de Vader niet kent, niet dagelijks gemeenschap met Hem oefent, dan is je leven min of meer samen te vatten als een last, een zwaar en altijd weer tegenvallend gebeuren. Het leven valt altijd tegen, omdat het ons niet biedt wat het belooft. Geluk is vluchtig, pret is van korte duur, genieten wordt al snel weer overwoekerd door jaloezie en ontevredenheid. We worden voortgedreven door een tomeloze en rusteloze drang naar nieuwe uitdagingen en nieuwe avontuurtjes.
Daarentegen de levende relatie met God de Vader is een bloem die steeds verder openbloeit. En… om die bloem telkens weer vol in kleur te zetten, voluit tot bloei te brengen en ook vruchtdragend te laten zijn, is er naast het hoorbare Woord van God ook het zichtbare en tastbare Woord van God, de dienst der sacramenten, om ons zwakke geloof te versterken. Wie in de Zoon gelooft heeft niet alleen toegang tot de Tafel, maar die heeft het ook keihard nodig. Elke keer weer. Daar ondervinden we nog eens extra onderstreept de gemeenschap met God, de hernieuwde verzekerdheid van het geloof. Daar leven we op en daar teren we op… totdat Hij komt!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten