donderdag 17 september 2015

Getuigen kunnen erover meepraten

Getuigen behoren de waarheid te spreken en moeten erover mee kunnen praten.


Gijzelven zijt mijn getuigen, dat ik gezegd heb: Ik ben de Christus niet;
maar dat ik voor Hem heen uitgezonden ben.
Johannes 3 : 28

Johannes is er duidelijk in (mocht er nog twijfel zijn): hij is de Messias niet. Hij was slechts de wegbereider. Later, in de gevangenis was hij er even niet zo zeker van of Jezus nu echt wel de Messias was, maar… dat hij het zelf niet is, daarover hij helder. En hij roept zijn eigen discipelen erbij om dit te beamen. Zij waren bereid tot het afleggen van getuigenis. Maar het moest nog verder gaan: zij moesten ook getuigen van Christus worden.

Een ontkennende getuigenis

Wat ik zo vreemd vind aan atheïsten is dat ze zo druk zijn met het bewijzen dat God niet bestaat. Als Hij toch niet bestaat, wat boeit het je dan dat anderen geloven dat Hij wel bestaat. Maar soms kan het enorm belangrijk zijn dat je druk bent met het betogen dat iets niet zo is, of dat je niet bent, wie anderen wél denken dat je bent. In een rechtzaal bijvoorbeeld is men druk in de weer te bewijzen dat een verdachte niet schuldig is; dat hij of zij niet daar was, waar het delict plaats vond. In onze tekst is Johannes niet alleen zelf druk bezig te betogen dat hij niet degene is waar men hem voor lijkt te houden; hij roept er zelfs zijn volgelingen bij tot getuigen. "Nee, ik ben de Messias niet!", horen we hem roepen, "en jullie waren erbij toen ik duidelijk vertelde dat ik slechts Zijn wegbereider was!"
Getuigen erbij halen heeft iets doorslaggevends. Je hoort om je heen nogal eens de uitroep: "Ik zweer het je, ik heb het niet gedaan…" of "Bij Allah, het is echt waar…" Dat noemen we zweren en de Bijbel raadt dat ten zeerste af. Zweert niet, maar laat uw ja ja zijn en uw nee nee!", roept Jezus ons toe in Mattheüs 5 : 34-37. Het lijkt mee ook een volkomen gezond advies!
Toch heeft Johannes hier alle recht van getuigen oproepen. Omdat de eer van Jezus in het geding lijkt te komen. Mensen kijken met argusogen naar die Rabbi uit Nazareth die daar verderop zomaar aan het dopen is. Hij lijkt een nieuwe gemeente om Zich heen te verzamelen. Waar loopt dat op uit? Laten we toch gewoon hier bij Johannes blijven. Hij is onze man! Johannes ziet het gevaar van deze visie. Ze moeten niet bij hem blijven, maar naar Jezus gaan. Hij moet wassen en Johannes moet minder worden.


Een beamende getuigenis

We lezen niet veel reactie van de tot getuige geroepen discipelen, maar we kunnen ons levendig voorstellen dat zij instemmend hebben geknikt. We lezen immers ook geen stellige ontkenning. Misschien ook wachtte Johannes hun antwoord niet af, maar was het meer een rethorische vraag. Uiteraard verwachtte Johannes niets anders dan beaming.
Het merkwaardige is dat – na de inbreng van deze getuigen – de mensen niet massaal naar Jezus overliepen. We lezen zelfs geen enkele reactie, althans niet in dit hoofdstuk. Het volgende hoofdstuk zet niettemin heel vreemd in en we zullen daar denk ik ook nog bij stilstaan, want ik wil ook graag het volgende hoofdstuk overdenken, waarin die prachtige geschiedenis met de Samaritaanse vrouw staat. Aan het begin van dat hoofdstuk lezen we dat Jezus meer discipelen maakte dan Johannes. Dus gaandeweg groeit de schare rond Jezus en slinkt de kring rond Johannes. En zo was het goed. Uiteindelijk zal Jezus een prachtig getuigenis over Johannes geven (Mattheüs 11):
Voorwaar zeg Ik u: onder degenen, die van vrouwen geboren zijn, is niemand opgestaan meerder dan Johannes de Doper; doch die de minste is in het Koninkrijk der hemelen, is meerder dan hij.
En van de dagen van Johannes den Doper tot nu toe, wordt het Koninkrijk der hemelen geweld aangedaan, en de geweldigers nemen hetzelve met geweld.
Want al de profeten en de wet hebben tot Johannes toe geprofeteerd.
En zo gij het wilt aannemen, hij is Elias, die komen zou.
Wie oren heeft om te horen, die hore.
Ook Jezus' getuigenis over Johannes onderstreept de belijdenis van Johannes zelf dat niet hij maar Jezus de Messias is. Bij Hem moet je zijn. Jezus beaamt ook Johannes getuigenis en stelt daarmee ieder schuldig die ondanks deze oproep, blijft zitten waar hij zit, zonder tot Christus te komen. En dat zegt ons vandaag de dag nog steeds wat!

Een belijdende getuigenis

Je ziet in deze geschiedenis dat je zomaar op het aller onverwachts kunt worden opgeroepen tot getuige. Jezus zei tegen Zijn discipelen dat zij Zijn getuigen zouden zijn. Zij waren er immers bij geweest. Zij konden erover meepraten. Zij moesten zich vooral niet vooraf sappel maken over wat ze zouden spreken. God zou op dat bewuste moment hen de woorden in de mond leggen.
Je komt vandaag de dag bosjes mensen tegen die op een dwangmatige wijze vinden dat je altijd moet getuigen. Dat zou kunnen. Maar is dat precies de bedoeling? We moeten zoeken naar mogelijkheden om iets van God te laten zien en Zijn stem te vertolken te midden van dit krom en verdraaid geslacht. Maar dat kan niet zonder twee dingen: gebed en zending. Je kun bidden tot je een ons weegt, maar als je niet gezonden bent is je getuigenis ijdel. Wat? Gaan we nu op speciale missie zitten wachten? Nee, elk waar christen heeft deze roeping. Hem of haar zal dan ook door God de woorden in de mond worden gelegd. Maar als je geen band met Hem hebt ben je niet gezonden en zullen er ook geen woorden in je mond worden gelegd. Daar moet je althans niet op rekenen. Ook Saul was onder de getuigen/profeten, maar zijn missie was op zijn eigen manier dan ook gedoemd te mislukken; met alle schade van dien.
Belijdende getuigen zijn levende christenen. Geen stuiteraars die wat om zich heen lopen te roepen dat tegen het blasfemische aanschuurt, of die trappen tegen alles wat kerk is. Evenmin zijn dit brave traditionele kuddedieren die eigenlijk nooit echt hebben gelezen in de Bijbel en daarover goed hebben nagedacht. Belijdende getuigen zijn bepaald niet het type mens dat bij het uitgaan van de kerk aan de wereld het idee geeft dat er zondag op zondag een grafstemming heerst daar in die kerk. Belijdende getuigen zijn mensen aan wie je merkt, hoort en ziet Wie God werkelijk is. Dat kun je niet maken, dat is voluit het werk van de Heilige Geest, die niet alleen doet getuigen, maar ook doet geloven, buigen en aanbidden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten