dinsdag 3 maart 2015

Voorbereiding HA – Een totale oorlog?

"Zo keerde hij weder van achter hem af, en nam een juk runderen, en slachtte het, en met het gereedschap der runderen zood hij hun vlees…"
1 Koningen 19 : 21a

"Doodt dan uw leden, die op de aarde zijn, namelijk hoererij, onreinigheid, schandelijke beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst."
Kolossensen 3 : 5
 




De Heilige Oorlog van John Bunyan beschrijft gigantisch goed het probleem waarover het dit keer gaat!
Het is er ook in een vertelling voor jongeren met prachtige platen van Rino Visser (zelfs als audiobook).


Zoals Elisa zijn ploeg kapotsloeg en zijn ossen doodde, zo roept Paulus ons op om onze 'leden die op de aarde zijn' te doden. De diverse zonden die hij vervolgens benoemt, lijken mij duidelijk en voor zichzelf spreken; die kun je vast wel op de een of andere manier op het leven anno 2015 toepassen. Ik wil graag met je nadenken over het beeld dat Paulus gebruikt: het doden van je leden. Dat is geen massamoord op mensen, maar een 'totale oorlog' met de zonde, de geestelijke boosheden in de lucht (maar hier vooral ook in ons lichaam en onze geest!). Mannen zullen daarin weer andere zwakheden hebben dan vrouwen, maar allen worden gelijkgesteld in deze oproep van Paulus, om radicaal te breken met de zonde.

Waarom noemt Paulus dit 'leden'?

Paulus vergelijkt de boezemzonden als leden. Ze horen inmiddels bij jouw geestelijk lichaam, de oude mens wel te verstaan! Zoals jij kunt kijken met je ogen, pakken met je handen, lopen met je benen, zo fungeren deze boezemzonden ook. Ze zijn als het ware je ledematen in (on)geestelijk opzicht. Je doet er je dingen mee; maar dan wel zondige dingen. De Heere Jezus zei een: "Als je oog boos is, ruk het uit; als je voet je ergert, hak hem af; of als je hand je in de weg staat om God te dienen, hak hem af". Niet letterlijk, maar wees eerlijk en concreet en radicaal; houd de zonde niet aan de hand. Zoals je een hand maar eenmaal kunt afhakken, daarna kun je niets meer beetgrijpen, zo radicaal moet je ook te werk gaan met de (boezem)zonden. Nu zijn er dieren die je hun tentakels of poten kunt afhakken, maar daarna groeien die toch weer aan. Helaas werkt het ook zo met onze zonden. En toch: radicaal wegkappen. Het zijn je ledematen, helaas, maar ze horen er niet thuis. Het is letterlijk wild vlees, een poliep of aangroeisel. En voor je het weet is het kankerweefsel dat je geheel verziekt. Paulus gebruikt dat 'voorteten als de kanker' ook als het gaat over dwalingen die niet grondig worden uitgeroeid in de gemeente. Durven we voor onszelf radicaal te zijn? Durven we ook naar elkaar toe opscherpend en radicaal te zijn, met liefde gemengd. Liefde is wat anders dan lievigheid. De liefde van Christus moet ons dringen, wanneer we onze broeders of zusters in zonden zien voortleven!

Wat betekent 'die op de aarde zijn'?

Het griekse woord voor 'leden', 'melos', betekent letterlijk ledemaat, maar figuurlijk ook 'lieden die met misdadigers omgaan, omdat ze als het ware ledematen zijn die toebehoren aan het lichaam van een crimineel'. Wij zouden zeggen: handlangers. Ze worden 'bespeeld' door anderen, maar zijn verantwoordelijk voor hun eigen daden! Zo zijn ook die oude zonden: handlangers van je oude mens.
In het criminele circuit (en soms ook in het bedrijfsleven om ons heen, in het bankwezen, in malafide praktijken binnen het hogere management) worden handlangers gebruikt die exact moeten uitvoeren wat hen wordt opgedragen. Dat is nooit tot hun eigen voordeel (al wordt hen dat wel voorgespiegeld met geld en mooie beloften) maar altijd met het doel de grote leider te behagen. Zo werkt het ook met de begeerten en verleidingen die in ons opwellen; de satan giet er een laakbaar en mooi sausje over, als heb je het volste recht dit te doen, of levert het je bijzonder plezier op; maar het eind ervan is een bittere nasmaak en een hoop ellende. En daarom: kap die leden weg.
De Kanttekeningen leggen uit bij 'die op de aarde zijn': "Alzo benoemt de apostel de kwade begeerten, omdat ze de mens altijd weer tot aardse dingen bewegen, namelijk tot de begeerlijkheid van het zondige vlees, begeerlijkheid van de ogen en 'hovaardij des levens' (1 Joh. 2:16)" Ze voegen er iets prachtigs achteraan: "waarvan wij in den hemel gans vrij zullen zijn." De tekstverwijzing die hierbij werd gegeven was deze: "En in haar zal niet inkomen iets, dat ontreinigt, en gruwelijkheid doet, en leugen spreekt" (Opb. 21:27). Wat kun je verlangen naar de eeuwige heerlijkheid, waar je niet alleen van je werken, maar vooral ook van je boze werken mag rusten. Geen zonde meer hoeven en kunnen doen, maar eeuwig de HEERE behagen!

Hoe moet je dat 'doden' zien?

Tot slot nog iets over dat 'doden'. Daar zit iets tegenstrijdigs in. Want in het derde vers zei Paulus: "Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God". Die oude mens was toch gestorven? Hoe zit dat dan? De Kanttekenaren leggen dat uit: de macht (de heerschappij) der zonde is wel gebroken, maar de overblijfselen daarvan moeten nog meer en meer teniet gedaan worden, zoals ook Romeinen 6 vers 12 en 13 staat: "Dat dan de zonde niet heerse in uw sterfelijk lichaam, om haar te gehoorzamen in de begeerlijkheden deszelven lichaams. En stelt uwe leden niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid; maar stelt uzelven Gode…" Lees bij dat 'wapenen' dan nu maar 'lidmaten' of 'handlangers'.
De strijd tegen deze overblijfselen is enerzijds een totale oorlog. In de Heilige Oorlog van Bunyan worden die oude zonden getekend als individuen die zich verschansten in holen en telkens loerden of de kust veilig was, om dan weer toe te slaan. Let erop dat dat was nadat de stad weer door Prins Immanuël was ingenomen. De ellende was ooit begonnen toen Diabolus met de inwoners van Mensenziel ging discussiëren:  
"En juist nu als Diabolus deze woorden tot Mensziel sprak, schoot Tisiphon naar Kapitein Weerstand, daar hij stond boven de poort en trof hem dodelijk in het hoofd, zodat hij tot verbazing der stedelingen en tot aanmoediging van Diabolus, dood over de muur nederviel. Als nu Kapitein Weerstand dood was en hij was de enigste krijgsman in de stad, was de arme stad Mensziel gans ontbloot van allen moed, ook had zij nu geen hart meer om weerstand te bieden. Maar dit was het juist wat de duivel hebben wilde." 
Altijd op je 'qui vive' blijven dus! Waakt dan en bidt, opdat je niet in verzoeking komt! Want, dit schreef Bunyan over die handlangers van Diabolus, die zich hadden teruggetrokken in holen en krochten, toen Prins Immanuël de stad had herwonnen:

"Nu, indien u het niet vergeten hebt, zult ge u nog herinneren , dat ik u tevoren verteld heb, dat, nadat Immanuël Mensziel had ingenomen, ja, nadat hij de stad weer in een andere vorm gebracht had, er in verscheidene holen en gaten van die corporatie velen van de oude Diabolisten overgebleven waren, die òf met de tiran binnenkwamen, toen hij de stad overweldigde en innam, òf die daar door onwettige vermenging geboren en opgevoed zijn. En de gaten, holen en plaatsen, waar zij op de loer liggen, waren in, onder, of omtrent de muur der stad. Enige van hun namen zijn: heer Hoerering, heer Overspel, heer Moord, heer Nijd, heer Wellust, heer Bedrog, heer Boos-oog , heer Lastering, en die afzichtelijke schurk, die oude en gevaarlijke heer Gierigheid. Deze, gelijk ik u zei, en velen meer, hadden toen hun woning in de stad Mens ziel, en dat nog wel, nadat Immanuël hun vorst Diabolus uit het Kasteel verdreven had. Tegen deze Diabolisten, gaf de goede vorst een machtiging aan de heer Wil-zij-wil en anderen, ja, aan de gehele stad Mensziel om enigen of allen, die zij in handen krijg en konden, te zoeken, te vatten, in verzekerde bewaring te zetten en te doden, omdat zij van nature Diabolisten waren, vijanden van de Vorst, en die de gezegende stad Mensziel zochten te verwoesten."
Let er dus op, wat Bunyan schrijft: ze hadden zich in holen en geheime plekjes verschanst, nádat Immanuël de stad Mensziel had herwonnen. Daar zien we die oude mens en die leden waarover Paulus ons vertelt. Juist op deze moeten we in de week van voorbereiding gefocust zijn. Denk niet dat je na wedergeboorte gevrijwaard bent van deze oude mens. Dood dan uw leden.

Bij doden denken we aan vermoorden, met een ferme slag van het leven beroven. Maar er zit nog een andere kant aan dat doden. Het griekse woord 'nekro-oo' betekent ook 'van kracht beroven, de kracht van iets breken'. Je kunt een stad innemen door haar met bruut geweld aan te vallen en te verslaan. Maar je kunt een stad of vijandelijk leger ook 'van haar kracht beroven'. Dat noemen we uithongeren.
Die leden, waarover Paulus schrijft, die begeerten die vanuit de holen en krochten van ons innerlijk telkens op de loer liggen, hebben honger. Ze azen op een zwak moment. Ze vallen niet altijd openlijk aan. Ze schuiven een verleiding soms stukje bij beetje naar je toe, zoals je een kat die ligt te slapen een stukje worst toeschuift. Niet direct schrikt hij wakker, maar opeens wordt zijn reukorgaan geprikkeld en … hap!
Wel, wij worden geroepen om het niet zover te laten komen. Dans niet op de vulkaan. Speel niet met vuur. Blijf weg van een winkelcentrum of een koop-site, als je slecht met geld kunt omgaan. Gebruik You-tube slechts in uiterste noodzaak, als sexuele verlangens je leven verzieken. Kijk geen films en haal ook geen DVD's in huis, als je je lusten en hartstochten niet de baas kunt. Haal geen fles wijn in huis voor de gezelligheid, als alcohol jouw probleem is. Nou, zo zouden we nog een tijdje door kunnen gaan. Maar je begrijpt denk ik wel wat ik bedoel; wat Paulus bedoelt met deze woorden; en wat de HEERE je wil duidelijk maken met deze woorden uit de Kolossensenbrief, naar aanleiding van Elisa's actie die van fermheid getuigde toen hij zijn ossen doodde en zijn ploeg kapot sloeg. Ik wens je dezelfde fermheid toe! In die zin zeker ook 'welkom in de strijd', de totale oorlog tegen de zonde.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten