zondag 29 maart 2015

En God zag dat het zéér goed was

"Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; en nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was."
Johannes 17 : 4-5

Toen de HEERE de wereld had geschapen, deed Hij als het ware een stap achteruit en bekeek wat Hij had gemaakt. Hij was niet verbaasd over wat Hij zag, maar Hij werd wel vervuld met een diepe blijdschap zoals allen God Die kent. Dit was precies zoals Hij het bedoeld had. De HEERE verlustigde Zich in, genoot van, Zijn Eigen werk. Precies zo gaat het bij de herschepping in de tijd. Precies zo is het ook gegaan bij het Meesterstuk dat de Heere Jezus aan Zijn Vader leverde: het verlossingswerk.

Een nog niet voltooid afgerond werk

Jezus spreekt in onze tekst over het werk dat Hij voleindigd, afgerond heeft. Dat is vreemd, want het lijden en sterven, alsmede de opstanding en de Hemelvaart, moesten. In plaatsvinden. Je hebt mensen – en bij kinderen valt dat al helemaal vaak op – die al menen klaar te zijn, voordat ze echt klaar zijn met hun taak. Je roept ze terug en wijst ze op de dingen die nog niet af zijn. "Kijk eens, dit is nog niet af en dat moet je nog even mooi inkleuren…" Daar kun je op dat moment dus nog niet tevreden mee zijn. Is de Heere Jezus ook te snel klaar met Zijn werk?
Paulus zegt iets dergelijks in zijn tweede brief aan Timotheüs hoofdstuk 4:
6 Want ik word nu tot een drankoffer geofferd, en de tijd mijner ontbinding is aanstaande.
7 Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geëindigd, ik heb het geloof behouden;
8 Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben.
Ook Paulus spreekt over een taak die hij heeft volbracht, terwijl hij nog leeft en dus nog niet klaar is. Hoe zit dat? Hij mag weten, door genade, dat zijn leven verzoend is en gereinigd. Hoewel hij nog enige tijd te leven heeft, kan hij dankzij het werk van de Heere Jezus zeggen dat hij de loop, zijn levensloop of de wedloop van het geloofsleven, goed zal afronden. De Heere Jezus heeft betaald en dus loopt zijn leven vast en zeker uit op de kroon: de eeuwige heerlijkheid. Doordat dát een feit is, kan Paulus nu al spreken over een afronding van zijn leven, als over een voldongen feit.
Met de Heere Jezus is dat ook zo. Voor Hem was het niet onzeker of Hij het offer wel zou kunnen brengen. Hij zál het vast en zeker brengen. Er is geen mens die met zekerheid kan zeggen of hij iets zal kunnen volbrengen, afmaken. Immers, als je eerder sterft, is het dus niet af. Maar de Heere Jezus is ook God. Hij houdt de regie in handen. Hij levert Zichzelf over en bepaalt het moment van Zijn sterven, evenals het moment van Zijn opstanding.
Zo kan de Heere Jezus dus tegen Zijn Vader zeggen dat Hij het werk heeft uitgevoerd, dat Zijn Vader Hem heeft opgedragen. De afspraak die Hij maakte met Zijn Vader wórdt zeker volbracht. Slecht één dag later zal Jezus uitroepen: "Het ís volbracht!"

Een verheerlijkend werk

'Voor wat hoort wat' luidt het spreekwoord. Of 'belofte maakt schuld'. Jezus heeft Zijn Vader verheerlijkt hier op aarde. Dat betekent: alle eer en glorie gegeven die Hij waard was te ontvangen, ten overstaan van de mensheid. Als 'tegenprestatie', maar eigenlijk moet ik zeggen, als tweede deel van de verbondsafspraak, vraagt Jezus om zo'n zelfde verheerlijking van Hemzelf bij Zijn Vader in de hemel.
Dat is geen egoïsme, of eigen belang. Integendeel. Want als de Vader zal vertellen in de hemel wat Zijn Zoon op aarde heeft gedaan voor Hem, dan zal er een gejuich en aanbidding losbarsten in de heerlijkheid! De engelen hebben het hier op aarde al zien gebeuren, maar wanneer ze God de Vader dit  zien vertellen, als zij de schittering in Zijn goddelijke ogen zien en de ondertoon in Gods beoordeling van het werk van Zijn Zoon horen, 'het is zéér goed', dan zullen ze ook intens genieten. Wat is God toch algenoegzaam in Zichzelf! Maar wat is Hij het haast nog meer in de verheerlijking door Zijn Eigen Zoon en door hen die Hij aan Christus heeft gegeven!
Je voelt wel aan dat hier mensenwoorden tekort schieten. Daar moet je bij zijn! Nou, stil maar, wacht maar, daar zullen we bij zijn tot in alle eeuwigheid, wanneer we Hem toebehoren. Wees eens eerlijk, daar wil jij toch ook bij zijn? Pas dan kom je tot je recht, omdat God zo tot Zijn recht komt. Verheerlijking is echt een goddelijk woord! Wat denk je, zou de Vader dit verzoek van Zijn Zoon weigeren?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten