dinsdag 18 november 2014

Ik wandel in het licht van Jezus

"Jezus dan zeide tot hen: Nog een kleinen tijd is het Licht bij ulieden; wandelt, terwijl gij het Licht hebt, opdat de duisternis u niet bevange. En die in de duisternis wandelt, weet niet, waar hij heengaat."

Johannes 12 : 35


Je kent dat lied wel: 'Ik wandel in het licht met Jezus'. In het licht wandelen, dus overdags, heeft grote voordelen ten opzichte van wandelen in het duister. Vraag het de blinden uit de gelijkenis van Jezus: "Kan ook de blinde de blinde leiden? Zullen ze niet allebei in de gracht vallen?" In het donker zie je niet wat er op je weg ligt. Je kunt zomaar over iets struikelen en iets breken. Je kunt iets omstoten en schade berokkenen.
Maar dát is niet het probleem waar Jezus op doelt! Hij spreekt hier over de moedwillig gekozen duisternis. Een kind in het donker, dat geen hand voor ogen ziet, heeft iets zieligs, iets meelijwekkends. Maar iemand die eigenwijs, moedwillig het licht uitdoet en met een klap de deur dichtgooit, om zo ook het licht vanuit de gang of de overloop buiten te sluiten, is rondweg dom en irritant. Bij zo iemand heb je al gauw zoiets als: "Zoek het dan lekker zelf uit…" Gode zij dank is de HEERE niet zo. Hoewel…

Laten we bij het begin beginnen. Jezus stelt dat het Licht nog slechts een kleine tijd hier bij hen zal zijn. Dit klinkt heel abstract en je vraagt je af hoe goed de mensen Zijn woorden hebben begrepen. Misschien voelden ze het meer aan dan dat ze het precies begrepen. Jezus zei bijvoorbeeld niet: "Nog een klein poosje is het licht, en daarna wordt het donker". Nee Hij sprak over 'het Licht' dat bij hen zou zijn. Sterker nog… Hij zegt even verder niet "Wandel terwijl het nog licht is", maar "Wandelt terwijl gij het Licht hebt"! De Kanttekenaren tekenen hierbij aan dat Jezus hier op Zichzelf wijst. Hij refereert heel fijntjes aan Johannes 8 : 12, waar staat: "Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben." Degenen die Hem dat tóen hadden horen zeggen, wisten exact waar Hij op doelde. Er ging iets met Hem gebeuren. En tot die tijd moesten ze de tijd 'uitkopen', hun tijd goed besteden.
Door dat te doen, zouden ze ervoor kunnen zorgen dat de duisternis hen niet bevangt. Dat woord 'bevangen' betekent: 'aangrijpen', 'inwerken op' of 'zich meester maken van'. Dat woord wordt ook veel positiever op andere plaatsen gebruikt… dan betekent het 'ontdekken', 'snappen', 'inzien'. De duisternis kan je overmeesteren, maar hier is Christus bezig – want over Hem wordt dat woord ook wel gebruikt – om hen te laten inzien wat er op handen is!

Duisternis… dat is zeker de macht van satan? Dat kan, maar dat is hier niet direct – hooguit indirect – aan de orde. De Kanttekeningen lichten dit woord toe als "onwetendheid en verstoktheid".
Het eerste klinkt nog als een onnozele vergissing, maar het tweede is een brute vuist tegen God. Ik denk dat je gerust kunt zeggen dat die twee woorden precies omvatten wat er in die schare voor Jezus aanwezig was: enerzijds verblindheid door onwetendheid; anderzijds verblindheid door verstoktheid.
Ja, maar een mens is toch nooit vrij te pleiten vanwege onnozelheid? Nee inderdaad, en daarom waarschuwt Jezus ook. Beiden lopen in de duisternis… en wie in het duister loopt, weet niet waar hij heengaat! Hoe symbolisch waar zijn die woorden eveneens!

Maar zo hoeft het niet! Je hoeft niet in het duister te tasten. We worden geroepen om onze roeping en verkiezing vast te maken. We worden opgeroepen om naar zekerheid te staan! Het is geen misschientje, zoals bij veel roomsen en moslims… Jezus is het Licht; het Licht der wereld, en daar behoort elk schepsel toe, dus niemand is te verontschuldigen. Licht is geen ding dat je over het hoofd kunt zien. Licht is een allesdoordringende aanwezigheid. Als je dat negeert, weet je ten diepste eigenlijk heel goed waar je heel gaat… het verderf. Er waren mensen, daar voor Jezus, van wie Hij moest getuigen dat ze dat Licht wel hadden gezien, maar het hadden genegeerd. Wie zijn ogen dichtdoet, zal merken wanneer de zon gaat schijnen, ook al ziet hij de zon niet. Je ervaart hem aan de warmte op je huid en het licht dat door de huid van je oogleden sijpelt. Wie dat merkt, en toch weigert te erkennen dat het licht er is, negeert de werkelijkheid. In geestelijk opzicht loop je een eeuwig risico. Wie Christus verwerpt, verwerpt ook Hem Die ervoor heeft gezorgd dat Christus naar deze aarde kwam. Hoe duister wil je het hebben? Of… zing je "Ik wandel in het licht met Jezus? Eigenlijk kun je nog beter zingen: "Ik wandel in het licht van Jezus". Immers Hij is de Lichtbron en het Licht Zelf. Er is toch niets heerlijkers dan in Zijn licht hét Licht te zien (Psalm 68)?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten