woensdag 5 november 2014

De rijkdom van Christus' verhoging

"En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken."
Johannes 12 : 32


Op school leerde ik de trappen van Christus vernedering (op de site van ds. W. Pieters vond ik ze nog weer eens netjes op een rijtje):
(a) Zijn nederige geboorte
(b) Zijn lijden
(c) Zijn kruisiging
(d) Zijn sterven en begrafenis
(e) Zijn nederdalen ter helle.

Je herkent de stappen vanuit de Apostolische Geloofsbelijdenis.

Vervolgens zijn er ook de trappen van Zijn verhoging:
(a) Zijn opstanding uit de dood
(b) Zijn opvaren ten hemel
(c) Zijn zitten ter rechterhand van Zijn Vader
(d) Zijn wederkomst ten oordeel

Die laatste trap staat nog uit, is nog niet geschied. Of dat enkel de terugkomst is ten oordeel, klinkt mij wat té eenzijdig. Immers, in onze dagtekst spreekt Christus er iets anders over: "Zal Ik hen tot Mij trekken". Eindelijk zal Hij ze thuis brengen, in Zijn eeuwige nabijheid en voor de troon van Zijn Vader, waar pure heiligheid en zaligheid heerst.

Echter, er is nog wel een vraag die deze tekst oproept: wanneer is die verhoging? Je zou denken aan de Hemelvaart van Christus, maar… daarentegen lijkt het volgende vers meer te wijzen op Christus' verhoging aan het kruis! Je kunt dat trekken opmerken in de wijd uitgespreide armen aan het kruis. In Zijn stem, die roept: 'Reken hun deze zonde niet toe' en 'Het is volbracht'.
Daar wordt dat 'trekken' heel visueel. Maar het begon al in de eeuwigheid. Het trekken van ieder mens persoonlijk, zal in de tijd plaatsvinden, terwijl Christus aan de rechterhand des Vaders zit. En definitief gaat deze zalige werkelijkheid in vervulling als het zover is, en Christus zal verschijnen op de wolken des hemels. Dán zal Hij de Zijnen tot Zich trekken, voorgoed! Wat kun je daarnaar verlangen! Of niet? Kun je ook aangeven, wát het precies is, waar je naar verlangt?

Er is nog een klein woordje waar we snel overheen lezen: 'allen'. Eens zei Jezus dat er niemand, geen enkele, uit Zijn hand zou kunnen worden gerukt. Zo voelt het niet altijd. Meer dan eens ervaar je in je leven de stormen en aanvechtingen en houd je het voor mogelijk dat je uit Zijn hand zult vallen. David, met een belofte van jawelste op zak (dat hij koning zou worden), vreesde nog een dezer dagen door de hand van Saul om te zullen komen. Altijd weer moeten we belijden te klein van de HEERE en Zijn kracht en macht te denken. Op een dag als vandaag – dankdag – is het goed dat weer eens goed te beseffen.
Dat 'allen' houdt ook nog iets anders in, volgens de Kanttekeningen: "Niet alleen Joden, maar ook de heidenen, die in Mij zullen geloven". Lees in dat verband eens Johannes 10:16 "Ik heb nog andere schapen, die van dezen stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen; en het zal worden een kudde, en een Herder." Een kudde van Joden en heidenen. Dus laten we niet te 'eng' kijken naar ons eigen kringetje. Je zult straks de hemel moeten delen met Joden, negers, chinezen, roodhuiden, eskimo's en noem maar op. Echt niet alleen refo's of osm'ers uit Nederland. Ook de koningin van Scheba en de mannen van Ninevé zul je er tegenkomen, getuigen Christus Eigen Woord!

Tenslotte kijken we nog even naar de diepte van het woordje 'trekken'. Juist diezelfde Kanttekeningen wijzen daar zo fijntjes op: Jezus trekt "niettegenstaande de weerstand van de duivel en van mijn vlees. Hij trekt mij, corrigeert mij, ten einde mij gehoorzaam te krijgen. Hij trekt mij tevens tot mijn eeuwige heerlijkheid. Dagelijkse bekering, belijden van afdwalen en toevluchtnemen tot Christus… een voordurend terugbrengen, gehoorzaam maken, net als de herder die zijn afgedwaalde schapen elke dag weer terug brengt bij de kudde. Totdat… totdat dat niet meer hoeft en ik voor eeuwig bij ZIjn kudde blijf en nimmermeer de weg kwijt ben! Wat een geweldige diepte van genade zit er in dat woord trekken! Wat een Heiland! Wat een Meester! Wat een Koning!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten