"Geliefden in den Heere, dewijl de Heere nu aan Zijn tafel onze zielen
gespijzigd heeft, zo laat ons al te zamen Zijn Naam met dankzegging prijzen…" |
"En ondertussen baden Hem de discipelen, zeggende: Rabbi, eet.
Maar Hij zeide tot hen: Ik heb een spijs om te eten, die gij niet weet.
Jezus zeide tot hen: Mijn spijs is, dat Ik doe den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft,
en Zijn werk volbrenge."
en Zijn werk volbrenge."
Johannes 4 : 31-34
Als Jezus over drinken praat, tegen de Samaritaanse vrouw, dan spreekt Hij over totaal ander water dan zij. Zo ook in onze dagtekst: hier spreekt Hij over totaal ander eten, dan wat de discipelen bedoelden. Ook bij hen duurt het even voordat ze doorhebben dat Jezus ergens anders over spreekt. Wat is dat 'eten' waarover Jezus spreekt. En heeft dat ook iets te zeggen over de spijze aan Zijn Tafel, zoals we die vandaag mochten smaken?
Hemelse spijze
Toen Elia in de woestijn uitgeput in slaap was gevallen, maakte een engel hem wakker en zei: "Sta op en eet, want de weg zal voor u teveel zijn." Eten is in het gewone leven belangrijk om je werk te kunnen doen. Maar eten kan soms ook plezier verschaffen. Dan genieten we van wat we proeven en we praten er met elkaar over, hoe lekker het is. Voedsel komt tot zijn recht als we het met smaak eten en wanneer onze honger wordt gestild.Het eten waar Jezus op doelt is in geestelijk opzicht ook zo iets, waar Hij met smaak van geniet en dat Zijn innerlijke honger, Zijn drive, stilt en bevredigt. Waar geniet Jezus dan van? Hier vertelt Hij iets over het mysterie van de verbondenheid tussen de Vader en de Zoon. De Vader geniet ervan hoe Zijn Zoon in al Zijn werk Hém bedoelt en verheerlijkt. En de Zoon geniet ervan om in alles de wil van de Vader volkomen te doen.
Als de Vader zondaren wil zaligen, maar toch ook recht moet doen aan Zijn gerechtigheid, dan zal de Zoon dat 'probleem' oplossen op een onwaarschijnlijk heerlijke manier. Hij zal het niet doen met de minste inzet, ter waarde van een 5,5, maar Hij zal dat zó volkomen doen dat een 10 nog te mager is qua beoordeling. Daarin schept de Zoon zó'n genoegen, dat het als het ware net zo is als met eten: een honger die om verzadiging vraagt. En reken maar dat de Zoon van verzadigen weet!
Gods wil doen – dat is het bijzondere aan het leven van het geloof – wordt ook de verzadiging, het dagelijks 'eten', van al Gods kinderen. Ze doen niets liever dan dat. Zo wordt ook iets zichtbaar van het leven in de hemel, waar de engelen eveneens een onverzadigbare honger hebben om God te dienen, te aanbidden en lief te hebben.
Iets daarvan heb je misschien wel gesmaakt aan de Tafel des HEEREN. Wat duurde het maar kort. Wat had je graag langer gebleven, je laten verzadigen met Hem en Zijn passie om Zijn Vader volkomen te dienen. Maar het kon niet langer duren, want de tafel werd gesloten en je moest weer gaan. Maar niet zonder Hem! Het betekent niet dat je het nu verder zonder Hem moet doen!
Werkzame spijze
Na de dankzegging/nabetrachting op het Avondmaal, vanavond, kreeg je als het ware weer nieuwe spijze mee. We keken niet alleen terug naar de Tafel, die nog er nog stond als herinnering. We keken ook vooruit, naar de Bruiloft van het Lam. Naar het moment dat we altijd bij de HEERE zullen zijn. Dat we Hem zien zoals Hij is en nooit meer honger hebben; ook geen geestelijke honger, laat staan kommer!
Maar zover is het ook nog niet. We worden niet geroepen om lijdzaam te gaan zitten (af)wachten. Maar werkzaam te zijn met de spijze die we ontvingen. En ook werkzaam te zijn met de spijze waarover Jezus hier spreekt: de wil van God doen… Hoe voelde je in de aanloop naar de Avondmaalsviering de begeerte om zonder zonde te zijn. Om geen enkele hindernis te hebben zitten tussen God en je ziel. Des te meer voel je dat, bij het vertrek uit de Avondmaalszaal, de wereld weer in.
Hoe nodig hebben we de Heilige Geest, Die altijd bij ons is en Christus met ons hart verenigt. Hoe nodig is het door Hem te worden geleid. Jezus is de Zoon van God, maar in deze dingen die we in onze dagtekst lezen, mag Hij zeker een Voorbeeldfiguur voor ons zijn. Zoals Hij het deed en beleefde, daarin had de Vader zo'n groot behagen. Zouden wij er dan niet ook een groot behagen in scheppen? Zowel in Hem, onze Zaligmaker, als in de Vader, die het doel van ons leven is.
Jezus sprak over de inhoud van de spijze: "dat Ik Zijn werk volbreng". Het verlossingswerk kunnen wij niet nadoen; godezijdank niet. Maar in het leven der dankzegging is er werk te over om te doen. Werk van de Vader: om zondaars op te roepen zich te bekeren; om dwalenden terug te roepen; om twijfelende tobbers bij te staan en te vertroosten; om aangevochtenen te versterken, bij de arm te nemen en samen ons te verlustigen in Gods Woord, luisterend naar Zijn stem; om werktuigen van Satan te weerstaan. Werk te over en daar is spijze voor nodig. Zo zie je dat de spijze aan Zijn Tafel ons aanzet om in het dagelijks leven gezond geestelijk voedsel te zoeken; om staande te kunnen blijven, weerbaar en dienstbaar te zijn en verlangend, totdat Hij komt! Naar Zijn komst heb ik zo'n 'honger'. Zijn komst is het die mijn heil volmaakt!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten