De Jacobsbron bij Sichem, getekend met potlood en aquarel door de engelse David Roberts (1796-1864) tijdens zijn rondreizen in het Midden-Oosten |
"Zijt Gij meerder dan onze vader Jakob, die ons den put gegeven heeft,
en hijzelf heeft daaruit gedronken, en zijn kinderen en zijn vee?"
Johannes 4 : 12
en hijzelf heeft daaruit gedronken, en zijn kinderen en zijn vee?"
Johannes 4 : 12
Het is opvallend dat deze vrouw zo hoog opgeeft van haar 'vader Jacob'. Ze zet hem op een voetstuk, maar… wat voor voetstuk? Vind zij hem echt geweldig, of gebruikt ze hem, om haar bestaansrecht en de graad van zuiverheid van haar godsdienstig leven te waarborgen? Dat laatste gedrag zie je ook bij refo's die schermen met oudvaders. Aanstonds zal blijken dat Jezus door zo'n façade heen prikt. Maar voor vandaag zoomen we in op dat gedrag.
Schermen met oud- of voorvaders
Ik wil nog even terug naar Jacob en de put. Op www.broedersinchristus.nl/Bijbel-Sichem vond ik het volgende, dat best wat verheldering geeft over deze geschiedenis in Johannes 4:De naam Sichem betekent iets als: op zijn schouders nemen, wat een actie aangeeft, zoals vroeg beginnen of niet aarzelen’. De plek was al vroeg in de geschiedenis bewoond. In de tijd van Abraham was hier een Kanaänitische stad. Ongeveer 500 m ten zuidoosten van Tell Balata ligt aan de weg naar het Jordaandal, op het terrein dat Jacob eens van de koning van Sichem kocht, de bron die hij voor zijn huisgezin en zijn kudden groef. Aan de echtheid van de put van Jacob, twijfelt men niet meer, want het is in de verre omtrek de enige waterput. Via een trap kan de put worden bereikt. De emmer moet ± 20 m neergelaten worden om water te kunnen scheppen, uit een waterader die van de berg Gerizim naar de Wadi Fara loopt. Het water smaakt uitstekend.Ik doel stuur dan ook niet aan op een discussie over de vraag of Jacob deze put heeft gegraven. Stefanus maakt het ons nog wel wat moeilijk, als hij beweert dat "onze vader" Abraham hier een stuk grond heeft gekocht (lees zijn preek in Handelingen 7), maar laten we de Kanttekeningen en veel uitleggers maar volgen die menen dat hier een verschrijving heeft plaatsgevonden en dat het dus wel degelijk Jacob was die hier de put heeft gegraven.
De vraag is echter: wat wil je daarmee zeggen? Waarom beroep je je op vader Jacob? Wil je daarmee zeggen dat jij voluit een nazaat (dochter in dit geval) van deze Jacob bent? Dat zou nog wel eens lastig kunnen worden. Deze samaritaans heeft namelijk ook heidens bloed in zich. Al moet worden toegegeven dat ook de nazaten van Rachab, Ruth en Davids moeder (die eerst met de ammonitische koning Nahas was getrouwd).
Stefanus spreekt overigens in zijn preek in Handelingen 7 ook regelmatig over 'onze vader Abraham' of 'onze vaderen' (de twaalf zonen van Jacob). Hij beroemde zich niet op zijn voorvaderen, maar sprak zo tegen de massa voor hem, om aan te geven dat ze één volk zijn met gemeenschappelijke voorvaderen, de aartsvaders Abraham, Izak en Jacob. Daarmee noemde hij zich voluit Jood, ondanks dat hij Jezus volgde, diende en liefhad. Dat bijt elkaar niet!
Je beroemen op voorvaderen of oudvaderen kan niettemin een gevaarlijke zaak zijn. Ten diepste sta je – als je daar fout mee omgaat – niet ver af van de Roomsen die heiligen aanroepen om zo een streepje voor te hebben bij God. En we belijden toch dat bij de HEERE GEEN AANNEMING DES PERSOONS is? We worden niet zalig door de woorden van oudvaders. We worden al helemaal niet zalig door hun geloof. Het komt aan op persoonlijk geloof. En dat is het wat in dit hoofdstuk zo prachtig duidelijk wordt, tot grote vrijheid van deze vrouw en haar stadsgenoten. Ook zij zullen later zeggen: "We geloven nu niet vanwege deze vrouw, maar omdat we ZELF hebben gezien en gehoord…"
Zijn oudvaders dan onbelangrijk? Doen gelovige voorvaderen er dan niet toe? Het zijn goede richtingaanwijzers waar je zeker zegenrijk gebruik van kunt maken. Je mag er God dankbaar voor zijn dat Hij door de lijn der geslachte werkt. Maar die voor- en oudvaders zijn geen wet Gods op zich; ze zijn al helemaal geen heiligen in Roomse zin. Ze zijn nog minder in staat jou geloof te schenken. Het komt op persoonlijk geloof aan!
Je houdt het niet voor mogelijk
Nog kort iets over de haast smalende woorden "zijt Gij dan meerder dan…" Je komt ze tegen, het wettische type mensen, dat zich in de gemeente weliswaar uitgeeft voor een soort bevindelijken, maar dat stuk voor stuk door de mand valt, als het op een persoonlijk gesprek aankomt. Die op deze toon communiceren: "Wou jij het beter weten dan vader Smijtegelt?" of erger nog "Wou jij ingaan tegen de nu zalige Van der Groe?" Calvijn is bij veel hypercalvinisten toch nog een tikkeltje te lichtzinnig en te theologisch. Ze houden het liever bij haarklovers uit de Nadere Reformatie (en begrijp me goed: ik heb niets tegen de Nadere Reformatie, maar wel tegen 'leerlingen' die preciezer willen zijn dan hun zogenaamde 'leermeesters') en leggen die dan zo diffuus, ja mistig, uit dat ze er eigenlijk niet veel verder mee komen dan: God moet het doen.Graag zou ik met hen meelezen en dan wel met de Bijbel er naast natuurlijk! Want ja, die heeft het laatste woord. Ik weet van gezelschappen waar op een gegeven moment de Bijbel dichtging, omdat men enkel nog leefde bij het licht van de Heilige Geest. O ja, veel charismatische groeperingen doen vandaag de dag ook zo! Dan moet je wel heel ver van het pad af zijn.
Ongelovig keek de vrouw Jezus aan. Elke overlegging was zinloos: hoe moest Hij water kunnen putten zonder emmer? Die put is meer dan 20 meter diep! Zelfs Goliath had niet zulke lange armen. Jezus zegt het niet, maar Hij had het kunnen zeggen: "Wat bij de mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God!" Het gevaar – dat wij gaan beredeneren of de HEERE iets met onze geestelijke dorst kan – is dat we nooit tot de vraag komen: "Heere, geef mij ook van dat levende water!"
En dat is het resultaat van hypercalvinisme. Een mens kan niet vragen… Dat is de vrucht van passief kerkgangerschap (ik wil het woord christen hierbij zelfs niet in de mond nemen!). Schud jezelf wakker; schud je buurman in de kerk of thuis wakker, als je nog nooit van dat levende water gedronken hebt. En laat je laven! Houdt het maar rustig voor mogelijk, want we hebben met God te doen. Die zal je nog eens versteld doen staan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten