"Een kleinen tijd, en gij zult Mij niet zien; en wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien, want Ik ga heen tot den Vader. Sommigen dan uit Zijn discipelen zeiden
tot elkander: Wat is dit, dat Hij tot ons zegt: Een kleinen tijd, en gij
zult Mij niet zien; en wederom een kleinen tijd, en gij zult Mij zien;
en: Want Ik ga heen tot den Vader?"
Johannes 16 : 16-17
Je hebt mensen die 'zweren' bij een nieuwere, eigentijdsere en laagdrempeligere vertaling, terwijl ze verachtelijk spreken over die ingewikkelde oude vertaling. Het zou kunnen, maar ik vraag je: is er een vertaling te vinden die alles hapklaar en leesbaar kan krijgen én die ervoor zorgt dat je niet meer hoeft na te denken bij wat je leest? Neem nu de teksten van vandaag… hoe wil je die vertalen, zonder de grondtekst geweld aan te doen, en tegelijk begrijpelijk? Dat lukt je niet met teksten waarover je moet nadenken en mediteren. Laten we dat dan maar gauw gaan doen en laten we niet kissebissen over oudere of nieuwere vertalingen. Mediteren vraagt om aandacht, diep ontzag en rust.
Wat Jezus zegt
De woorden die Jezus spreekt zijn niet bijzonder ingewikkeld. Als je ze oppervlakkig leest, lijken ze heel helder. Jezus zal even niet te zien zijn. En korte tijd later zal Hij gewoon weer wel te zien zijn. Er staat iets op stapel, waardoor Hij even weg moet, maar wees niet ongerust, Ik kom weer terug en dan ben Ik weer bij jullie. Oppervlakkig lezend zou je kunnen vaststellen dat dan alles weer zal zijn zoals het was.
Twee dingen vallen op: Hij zal niet te zien zijn en later weer wel; en: het is maar voor een kleine tijd. De discipelen volgen de Heere Jezus nu al zo'n drie jaar. En onafgebroken was Hij bij hen. Dat gaat wennen en je gaat het vanzelfsprekend vinden. Je beeld wordt er door vertekend, want is dat het doel van Jezus komst: bij hen zijn? Het is natuurlijk heel comfortabel als je Jezus altijd bij je hebt. Hij gaf onderwijs, als die tijd; en als er vragen over dat onderwijs waren, gaf Hij hen tekst en uitleg.
Jezus voegt daar nog iets bij: "Want Ik ga heen tot de Vader". Dat wordt in het denken van de discipelen wel een moeilijkheid. Want naar Zijn Vader gaan betekent wel héél ver weg gaan.
Al meerdere malen waren ze Jezus even kwijt geweest, wanneer Hij hen alleen liet en Zelf in het gebed ging; Zich terugtrok en bijzonder contact zocht met Zijn Vader. Maar nu zegt Hij dat Hij naar Zijn Vader gaat! Er moet iets anders gaan gebeuren dan alleen gebed.
Wat Zijn discipelen horen
Allereerst horen de discipelen iets niet: "De Vader zal nu tot Mij komen." Het beeld dat min of meer op de achtergrond zweefde was toch een nieuw koninkrijk, een nieuwe orde in de situatie van dit dagen. Een koninkrijk tegenover dat van de Romeinen. God zou Zich weer tot Zijn volk richten en het verlossen. Dat was het beeld dat ze bij de Messias hadden. Maar… ik vermoed dat de discipelen allemaal wel op scherp stonden. De bijzondere situatie van dit Paasmaal met alle signalen die Jezus hierbij afgaf, duiden dat er iets op stapel stond. Maar wat? Zou Hij nu…"Ik ga heen tot de Vader". Gaat Hij hulp halen? Komt er een invasie van engelen? "Ik ga heen tot Degene Die Mij gezonden heeft" (vers 6).
Filippus had eerder die avond al gevraagd: "Heere, toon ons den Vader, en het is ons genoeg." Ging Jezus dan toch Zijn Vader halen om Hem aan hen voor te stellen? Ja, dan moest Hij natuurlijk even weg. En nog eerder die avond had Jezus gezegd: "Kinderkens, nog een kleinen tijd ben Ik bij u. Gij zult Mij zoeken, en gelijk Ik den Joden gezegd heb: Waar Ik heenga, kunt gij niet komen; alzo zeg Ik ulieden nu ook." Petrus dacht nog dat hij Jezus wel zou kunnen volgen; hij wilde Zijn Meester zelfs beschermen. Maar het bleek dat ze langs elkaar heen spraken, want Jezus had hem opeens geconfronteerd met zijn verlochening. Petrus heeft het bepaald niet gevat, op welke golflengte Jezus zat. En nu herhaalt Jezus dat Hij zal weggaan. Sterker nog: ze zullen Hem niet meer zien voor een korte tijd.
Snap jij het? Spreekt Jezus over Zijn wederkomst? Lekkere kleine tijd, het duurt inmiddels al meer dan twee millennia! Troost Jezus Zijn discipelen met de belofte dat Hij zal weerkomen op de wolken om hen op te halen? Nee, al is dat zeker een feit dat komen gaat. Wij kennen de geschiedenis – en ik kom daar in de volgende verzen wel op terug – maar de discipelen konden bij geen benadering bevatten hoe ze deze woorden moesten opvatten. Er zou in ieder geval een tijd aanbreken dat ze het zonder Hem moesten doen. Maar… hoe moest dat dan?
Wat Jezus bedoelt
Inderdaad zullen ze het een tijdje zonder Hem moeten doen. Maar over een dag zal blijken dat dat hen niet versterkt, maar in totale verwarring zal brengen. Dat kan Jezus' bedoeling met deze woorden dan ook niet zijn. Dat kon de Zijnen op dit moment ook nog niet troosten, want de Heilige Geest – de Trooster die door Hem zou worden gezonden – zou nog niet komen. Dat duurde nog vijftig dagen. Zonder die Geest zouden zij niet in staat blijken de tijd door te komen. Ze zouden murwgeslagen bij elkaar zitten in de opperzaal.Nee, Jezus woorden doelden ergens anders op. De Kanttekeningen werpen licht op de zaak. De tijd dat zij Hem niet zullen zien is de tijd "als Hij in het graf zal liggen". Lees de tekst goed: Een kleine tijd zult u Mij niet zien; en vervolgens opnieuw een kleine tijd zult u Mij wel weer zien! Dat betekent dat wanneer zij Hem weer wel zullen zien eveneens een kleine tijd zal zijn. Jezus noemt het niet, maar er zal daarna blijkbaar weer een tijd aanbreken dat ze Hem niet zullen zien! Dat kan dus onmogelijk wijzen op de wederkomst. De Kanttekeningen leggen uit dat deze kleine tijd het volgende inhoudt: "Namelijk van veertig dagen, nadat Ik wederom zal opgestaan zijn, eer Ik ten hemel zal opvaren."
Jezus ontrafelt de toekomst stukje bij beetje. Eerst het lijden, de dood en de opstanding. En zelfs dat stukje is voor de discipelen niet te overzien. Ze gissen onder elkaar wat het betekent; we zullen dat morgen zien.
Duidelijk is, dat je bij een Bijbelgedeelte als dit ook terug moet bladeren om te zien wat Jezus reeds heeft gezegd, om vervolgens naar de toekomst toe alles in het juiste perspectief te zien. En tot slot: wij weten hoe het verder ging. Ik hoop morgen met je stil te staan bij het nog beperkte begrip van de discipelen, om hen zo beter te begrijpen en zelf niet dezelfde fout te maken als Petrus: dat zal mij niet gebeuren. Laten we maar voorzichtig en ootmoedig lezen en luisteren, voordat we té snelle conclusies trekken. En… laten we onszelf eerlijk afvragen: snappen wij wat God vertelt over de toekomst die zelfs voor ons nog niet in vervulling is gegaan? Begrijpen wij Gods beloften en interpreteren we ze op de juiste manier? Gaan wij op de juiste manier om met wat de HEERE zo 'duidelijk' in Zijn Woord ons zegt? De theologische verwarring die er juist ín de kerken is, laat het tegendeel zien. Hoe nodig is biddend studeren in de Bijbel. Dat los je niet helemaal op met een makkelijke vertaling. Of wel?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten