woensdag 28 februari 2018

Waar bleef Jonathan?

De loyale van de royale - III

David bleef in het woud, maar Jonathan ging naar zijn huis.
1 Samuël 23 : 18b


Bijna alle vertalingen vertalen het hebreeuwse ‘bayith’ (of ‘beith’) met ‘huis’ en dat doet je denken dat Jonathan ‘naar huis ging’, naar ‘zijn verblijf in het paleis in Gibea’. Je denkt er zijn vrouw en kinderen bij, want die waren er ook, immers?! In de uitleg van Oude Sporen las ik hierover het volgende: “Wat Jonathan van zijn vader zegt, maakt de vreselijke afval van Saul duidelijk. Saul handelt tegen beter weten in. Na dit gezegd te hebben sluiten ze opnieuw een verbond. Dan komt de definitieve scheiding. Jonathan gaat weer naar zijn huis en David vlucht verder. Van Jonathan lezen we niet dat hij terugkeert naar het paleis, of dat hij plaats neemt in de gelederen van de vervolgers van David, maar dat hij naar zijn huis gaat. Hij is geen volgeling van de vervolgde David, maar ook geen vervolger. We kunnen wel een hard oordeel over Jonathan vellen, maar laten we daar maar voorzichtig mee zijn. Zijn liefde voor David is op vele wijzen gebleken. We horen David op indrukwekkende wijze getuigen van zijn liefde voor Jonathan (2 Sam. 1:26). Van de kant van David is er geen enkel verwijt naar Jonathan. Laten wij dat dan ook maar niet doen."

Natuurlijk verwijten we Jonathan niets; maar zijn houding trekt wel onze aandacht: hoe ging hij te werk en hoe kon hij dat volhouden zonder zijn geweten geweld aan te doen? We maken het ons makkelijk door het woord ‘bayith’ dus te vertalen met ‘huis’, zodat hij duidelijk niet bij Saul zijn verblijf hield. Maar hoe logisch is dat? Hoe gevaarlijk ook? Als hij echt naar huis ging, dan zou er een moment komen waarop vader Saul terugkeerde. En als hij David dan niet had gevangen, zouden de rapen gaar zijn. Jonathan kon onmogelijk ‘thuis blijven’ (net als David later zou doen en de zonde met Bathséba beging). Dat zou namelijk een veel duidelijker positiekeuze ten opzicht van zijn vader laten zien. Met het ‘niet mee gaan met het leger van zijn vader’ liet hij zien dat hij zich distantieerde van diens beleid. En als je Saul een beetje kent is dat een super riskante situatie.
Maar dat woord ‘bayith’ kan vele meer betekenen. Naast ‘huis’ of ‘verblijfplaats’ betekent het ook ‘schuilplaats voor dieren’, ‘familie’ of ‘huishouden’. Zelfs kan het soms ‘tempel’ betekenen. In de Bijbel zit het woord ook in ‘diensthuis’. Niet alles is toepasbaar op onze tekst, maar de tekst sluit zeker niet uit dat hij terugging naar zijn tent in het legerkamp die voor die tijd zijn ‘thuis’ vormde. Vlakbij zijn vader. Zou hij juist daar niet veel beter tot nut voor David kunnen zijn? Misschien wel de enige tent in het kamp waarin een voortdurend gebed voor David opklom tot God! En hij kon met enige omzichtigheid invloed uitoefenen op zijn vader, als diens rechterhand.
Want laten we eerlijk zijn: in 1 Samuël 31 komen we Saul gewoon weer tegen mét zijn zonen. Ze strijden tegen de Filistijnen en moeten het onderspit delven. Niks geen ingewikkelde familie-intriges en ruzies tussen Saul en Jonathan. Het meest logische is dus dat Jonathan een dubbelrol speelde en hij is ook de enige geweest die precies wist waar het heen ging: David zou koning worden en linksom of rechtsom zou zijn vader van het toneel worden verwijderd door God.

Vandaag de dag wordt nogal eens gedacht dat je met een zekere vorm van ‘verdraagzaamheid’ en ‘liefde’ meer kunt bereiken dan met een aanvallende houding tegen vijandig gezinde typen. Een top­crimineel van onze dagen (Holleeder) bezigde een interessante kreet die ik in het volgende fragment uit een wetenschappelijk onderzoek terugvond: “Sun Tzu, de Chinese generaal, filosoof en schrijver van het beroemdste boek over militaire strategie, gebruikte naar verluidt regel­matig de beroemde zin: ‘Houd je vrienden dichtbij, maar je vijanden dichterbij,” zo stellen de onderzoekers. En de proefpersonen gaven daar goed gehoor aan. “Zij gaven aan dat hun ‘vijanden’ dichterbij waren, maar alleen wanneer deze vijanden een bedreiging vormden. Ons onderzoek suggereert dat we onze vijanden psychisch dichter bij ons houden door onze representatie van de fysieke wereld, in dit geval de fysiek afstand, te veranderen.” En dat is evolutionair helemaal niet zo’n slecht idee. Men kan beter te fel op een dreiging reageren dan te laat reageren en zelf het onderspit delven.” Het veranderen van die fysieke afstand is dus: dichter bij die zogenaamde ‘vijand’ gaan staan om beter en sneller te acteren.

Natuurlijk kun je stellen dat dat in het geloof niet zo te werk gaat en strategie eigenlijk een vorm van ongeloof in Gods almacht is. Maar is dat zo? Ook al geloven we onomstotelijk in de almacht van God dan wachten we de problemen toch niet af? Als de HEERE oproept tot ‘bid én werk’ dan houdt dat toch niet in dat we ons verstand en ons ‘in actie komen’ moeten uitschakelen? En als niemand reageert, terwijl het gevaar aanwijsbaar is dan kun je toch niet alles afdoen met ‘lief zijn’ en ‘de houding van Jezus laten zien’? ­Natuurlijk: toen Hij gescholden werd schold Hij niet terug. Hij was God, maar zelfs als Zíjn persoon in het geding was, zweeg Hij; echter, wanneer Zijn Vader in het geding was kwam Hij in actie. En hoe! Zie hoe Hij het tempelplein leeg veegt met een bos touwtjes. Hoor hoe Hij ageert – haast fulmineert – tegen de zogenaamde schriftgeleerden: “Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeën, gij geveinsden, want gij zijt den witgepleisterden graven gelijk, die van buiten wel schoon schijnen, maar van binnen zijn zij vol doodsbeenderen en alle onreinigheid” (Mat. 23:27) en “Maar gijlieden gelooft niet; want gij zijt niet van Mijn schapen, gelijk Ik u gezegd heb” (Joh. 10:26). Ja, Hij was God Zelf en kon dat zeggen, maar… willen we ook naar deze kant van Jezus kijken? En zegt ons dat misschien ook wat? Is de beruchte Dordtsche Synode (1618-1619) misschien ook zo’n moment? Zijn wij misschien te zeer aangetast door zogenaamde ‘tolerantie’?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten