donderdag 5 oktober 2017

Als gouden de portalen zijn, hoe zullen dan de zalen zijn?

“Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam,
Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles wat Ik u gezegd heb.”

Johannes 14 : 26
Als gouden de portalen zijn… (Foto: Golden Hall, Stockholm)

Na lange tijd van veel schrijfwerk eindelijk weer ruimte om de bijbelstudieserie te vervolgen. De preek van afgelopen zondag intensiveerde enorm het nadenken over Christus’ hemelvaart: een preek van ds. D.J. Diepenbroek over HC Zondag 18. Maar liefst vier vragen over Hemelvaart, tegenover 1 vraag over Pasen. Dat geeft te denken. Het is vandaag de dag vaak wel andersom.
Maar… hemelvaart staat niet op zichzelf. Daarom spreek Jezus altijd over Zijn hemelvaart, in het licht van Pinksteren en de Wederkomst. De kwestie die ook de opstellers van de Heidelbergse Catechismus heeft aangezet tot het stellen van vier vragen is: waar is Jezus na Pasen? En waar is Hij na Hemelvaart? En waar is Hij na Pinksteren? Wij mensen denken in vormen van ‘plaats’, ‘zijn’ en ‘tijd’. Je bent óf hier óf daar, gisteren of vandaag of straks, maar niet alles tegelijk.
Jezus is naar Zijn menselijke natuur niet meer op aarde, maar zit aan de rechterhand van Zijn Vader. Dat levert direct veel vragen op voor ons menselijke, beperkte, verstand. Dat gold niet minder voor de discipelen die nóg minder wisten dan wij. Als Jezus in de hemel is, sinds Zijn hemelvaart, dan is Hij toch niet meer hier bij ons op aarde? Hoe kon Hij dan zeggen dat Hij hen niet ging verlaten en dat Hij altijd bij hen bleef? Nog óp de hemelvaartsdag onderstreept Hij dat: “Zie, Ik ben met ulieden, al de dagen, tot aan de voleinding der wereld!” Een paar tellen later zagen zij Hem naar de hemel gaan. Wat bleef er nog over van dat woord van Jezus?

Menselijke oplossing

Wij mensen hebben iets gevonden om dat enigszins te begrijpen. Wij zijn op den duur gaan spreken over Jezus’ menselijke natuur en Zijn goddelijke natuur. Die termen waren vóór Jezus’ komst niet bekend. En hoewel dat dus nieuwe aanduidingen waren, ben ik ervan overtuigd dat ze volkomen juist zijn. God geeft ons woorden, om dingen die boven onze macht gaan, uit te drukken. Maar omdat het menselijke woorden voor een goddelijk mysterie zijn, kunnen ze vervelende vragen oproepen, die lastig te beantwoorden zijn. Gelijkenissen en menselijke uiteenzettingen over Gods werk gaan altijd ergens mank. Maar dat moet ons niet weerhouden om bepaalde woorden en uitdrukkingen toch te handhaven.
Zo zullen de eerste tien dagen na de hemelvaart ongetwijfeld zijn gevuld met interpretaties van Jezus’ laatste woorden. Die 120 mensen daar in de opperzaal in Jeruzalem hebben met elkaar gebeden. Jazeker. Maar hoe kun je dingen in je gebed goed verwoorden, zonder er goed over na te denken en met elkaar over te praten? En Jezus' woorden roepen enorm veel gedachten en gevoelens op. Dus er zal ook veel gesprek met elkaar zijn geweest. “Wat wil toch dit zijn?” of “Wat bedoelde Jezus eigenlijk, toen Hij zei…?”. Al die dingen zijn stukje bij beetje op hun plek gaan vallen, vanaf de uitstorting van de Heilige Geest. Hoe kwam dat? Hadden ze nu alles opeens op een rijtje?

Goddelijke oplossing

Wat de discipelen niet wisten was dat Jezus naar de hemel opvoer en de troonzaal van Zijn Vader is binnengegaan met Zijn offer. Hoewel de Vader Zijn goedkeuring aan dat offer al had gegeven op de eerste Paasdag (door Zijn Zoon op te wekken uit de dood), zag de Vader Hem al van verre aankomen. Hij snelde Zijn troon af en liep Zijn Zoon tegemoet. Hij viel Hem om de hals en kuste Hem. De Vader riep tot Zijn dienaren: “Brengt hier voor het beste kleed en doet het Hem aan en geeft Hem een ring aan zijn hand en schoenen aan de voeten en brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn. Want deze Mijn Zoon was dood, en is weder levend geworden; Hij is om de overtredingen van de gevallen mens verwond, om hun ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die hen de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is hen genezing geworden!" En zij begonnen vrolijk te zijn.
Van dat wat er zich in de hemel heeft afgespeeld, hebben de apostelen af en toe flarden mogen zien. In pure aanbidding en verwondering hebben Paulus, Petrus en Johannes dingen opgeschreven die ons verstand ver te boven gaan. Hoe hebben ze dat toch gekund?

Bovenmenselijk preken

Door wat Jezus in de dagtekst vertelde: “De Heilige Geest zal Mijn Vader naar jullie sturen, namens Mij. Die zal exact doen, wat Ik deed; Hij zal jullie niets nieuws vertellen, maar gaan uitleggen wat Ik jullie deze afgelopen jaren heb verteld. Hij zal – met eerbied – jullie notitieblok zijn, waarop al Mijn woorden staan geschreven. Jullie zijn ze misschien allang vergeten, maar let op als Hij aan het werk gaat! Dan brengt Hij jullie die woorden weer te binnen en zullen de stukjes op hun plaats vallen. Dat heb je nodig, als je anderen over Mij zult willen vertellen. Je zult je op misschien 1 of 2 preken kunnen voorbereiden, maar je zult nooit alles kunnen onthouden en in het juiste perspectief zien. Hij zal het voor je op een rijtje zetten en als je dát gaat ontdekken, zul je kunnen preken met een vrijheid die ongekend is. Je zult dingen kunnen verwoorden, die het menselijk bevattingsvermogen zullen oprekken tot ongekende hoogte. En dat alles zal nog maar een tipje van de sluier zijn. Straks, als jullie voor eeuwig bij Mij zijn, zul je alles gaan begrijpen. En je zult nog dieper zien hoe wijs Mijn Vader is in alles wat Hij deed en doet. Hoe diep Zijn zorg voor jullie en alle mensen is en hoe rijk Zijn toekomst, die Hij heeft uitgedacht.”

Predikers zijn levenslang op school. Ze hebben het uit de eerste hand. Maar als je als gemeentelid wordt meegenomen in een preek, zoals afgelopen zondag over hemelvaart, dan heb je dingen meegemaakt, die zich na afloop maar amper laten vertalen in woorden. Misschien mag je het noemen dat je bent opgetrokken in de derde hemel en het leven van elke dag hebt gezien vanuit Gods oogopslag. Je ziet nog maar de contouren van waar Hij mee bezig is. Maar je proeft al bij benadering hoe het gaat worden. Het tipje van de sluier! Als gouden de portalen zijn, hoe zullen dan de zalen zijn?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten