woensdag 11 oktober 2017

“Wees blij, want Ik ga naar Mijn Vader!”

“…Indien gij Mij liefhadt, zo zoudt gij u verblijden, omdat Ik gezegd heb: Ik ga heen tot den Vader; want Mijn Vader is meerder dan Ik.”
Johannes 14 : 28b
 
De zekerheid van Christus’ opstanding gaf Hij vooraf Zelf!

Ik moet toch nog even terugkomen bij het vers van afgelopen keer! Dat komt door de opmerking die in de Kanttekeningen bij de StatenVertaling wordt gegeven. Die gaat in op dat “indien gij Mij liefhadt…” Er zit – misschien nog wel in meerdere mate voor ons dan voor de verwarde discipelen – een kritische ondertoon in Jezus’ woorden. Wij mensen kunnen zo met onszelf en onze situatie bezig zijn, dat we de hoofdlijn uit het oog verliezen. Vandaar dat ik er nog even op terugkom.

Waar gaat het over? Er zit een toon in Jezus' woorden ‘indien bij Mijn liefhadt’, die bij me is blijven hangen. Vanwaar dat ‘verwijt’, terwijl de discipelen zo in verwarring waren? Waar is Jezus' erbarmen? Zeker, Hij staat vlak voor Zijn grote lijden en heeft naar de mens gesproken ‘genoeg’ aan Zichzelf. Maar Hij is ook God. En juist deze woorden spreekt Hij naar Zijn godheid! Waarom dat verwijt?

Een terecht verwijt

Moet je horen wat ik in de Kanttekeningen las bij die woorden ‘Mijn Vader is meerder dan Ik’: “Namelijk in majesteit of heerlijkheid dan Ik ben in dezen staat Mijner vernedering. En daarom behoort gij u te verblijden, dat Ik heenga om het gebruik derzelver heerlijkheid weder aan te nemen, die Ik bij Hem gehad heb eer de wereld was, dewijl hetzelve ook tot uw zaligheid zal strekken, Joh. 17:5, 24.”
“Met dat ‘uit het lood zijn vanwege het naderend afscheid’, focus je teveel op jezelf. Je zou daarentegen niet jezelf moeten liefhebben (en je bezorgd maken over je eigen leven), maar blij moeten zijn met Mijn aanstaande verhoging! Het draait niet om jou/jullie, maar om Mij, Jezus, en om Mijn Vader! Ik ga iets doen, dat geen mens had kunnen bedenken, laat staan uitvoeren. En… daarna ga ik terug naar Mijn Vader. Ik weet al precies wat er komen gaat. Dat zal Me een gebeurtenis zijn, als Ik terug kom in de hemel, Mijn Thuis! Dan zal de hemel daveren op haar grondvesten. En… de hel zal barsten van venijn en afgrijzen. Mijn gerucht zal al voor Mij uitgaan. Vanaf de heuvel Golgotha zal Ik “Het is volbracht!” uitschallen en Mijn stem zal verder reiken dan welke stem op aarde ook, tot in de hemelse gewesten. Dus wees blij met Mij, want er gloort hoop als ik spreek over ‘Ik ga heen tot Mijn Vader’. Als Ik dat zo zeker kan zeggen, dan hoeft er bij jullie geen twijfel meer te zijn. Ik ga Mijn heerlijkheid tegemoet!”
Jezus spreekt over de heerlijkheid die Hij bij de Vader had, voordat Hij naar de aarde kwam. Maar eigenlijk – het kan in zekere zin niet – zal deze aanstaande heerlijkheid nog veel heerlijker zijn! Dit zal een heerlijkheid zijn waarin Vader en Zoon nagenieten van de grote lakmoesproef van Hun Beider liefde. Ze hebben de wereld, ja zelfs de hel, laten zien hoe onafscheidelijk ze van Elkaar zijn en hoe intens verbonden in liefde. Dat moet me een vreugdegeschal hebben gegeven, op Goede Vrijdag… maar meer nog bij Jezus terugkeer in de hemel! “Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen…”

Een troostvol verwijt

Soms heb je iemand nodig die je aandacht gevangen neemt en je de dingen vanuit een andere hoek laat bekijken. Je staart naar een probleem, bekijkt het voor jouw idee van alle kanten, maar je komt er niet uit. Of je vormt je mening over een kwestie, zet de voors en tegens op een rij en raakt overtuigd van je conclusie. Totdat iemand je opeens vanuit een totaal ongedachte hoek laat kijken, waardoor je conclusies, meningen, standpunten onderuit gehaald lijken. Of, in het eerste geval, het probleem is kleiner dan je dacht, of zelfs helemaal oplosbaar!
In het geval van de ontroering van de discipelen is dat laatste het geval. Jezus had al eerder gezegd: “Uw hart worde niet ontroerd”, maar de beargumentering in de tekst van vandaag, is nóg sterker, overtuigender. Ik ga naar Mijn Vader! Dat had bij de discipelen de schellen van de ogen moeten doen vallen. Jezus sprak enerzijds over heengaan, sterven en gedood worden; over verraad en ergernissen. Maar onomwonden spreekt Hij hier over de weg ‘na de dood’. “Ik ga naar Mijn Vader!” Er ligt grote troost in dit liefdevolle verwijt. Het tipje van de sluier vertoont goud. Maar het lijkt wel of Jezus onmachtig is Zijn jongeren voldoende te troosten. Is dan alles voor niets? Verzwaart dat het lijden nog eens extra voor Hem?
In de volgende tekst zullen we zien dat Jezus dit onderwijs en deze troost 'op voorhand' geeft. Hij zet het alvast in de gedachten/herinnering van Zijn jongeren. Zij zullen zich die dingen opeens gaan herinneren, wanneer de een na de andere voorzegging in vervulling zal gaan. Het effect van troost en vreugde zal dan dubbel zo groot zijn. Inderdaad, daar kunnen ze op dit moment nog niets van bevroeden. Ze staren zich blind op een betonnen muur van verdriet en afscheid. En vlak het niet uit! Het was heftig en het zou nog wel even heftig blijven. Maar daarna…! Daarna zal Hij naar Zijn Vader gaan. Hij, het Hoofd van Zijn Kerk, zal veilig Boven aankomen! Hoeveel te zekerder zal de rest van Zijn lichaam daar aankomen. “Ik ga naar Mijn Vader!” Je leest er zomaar overheen, maar wát een troost, hoe heerlijk blinkt Jezus’ macht en majesteit. En hoe zeer wordt God de Vader in de Zoon verheerlijkt. Als een trotse peuter die groot opgeeft over zijn aardse vader. Ja, veel meer nog dan dat!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten