"En als Hij het boek toegedaan en den
dienaar wedergegeven had, zat Hij neder; en de ogen van allen in de
synagoge waren op Hem geslagen."
Lukas 4 : 20
Onze dominees staan op de preekstoel en gaan hooguit even zitten als er gezongen wordt. Soms lezen ze nog even de preek door; of ze kijken de gemeente rond om te zien wie ze voor zich hebben (vooral gastpredikanten zie je dat nog wel eens doen). Zitten tijdens de preek heb ik ooit één keer meegemaakt, toen een predikant vanwege een hernia op een hoge kruk zat. Wij kennen dat dan ook niet als traditie, maar de Bijbel legt er in onze tekst toch de vinger bij.
Als je goed in de Bijbel leest kom je dat vaker tegen. Jezus ging zitten tijdens de Bergrede, terwijl de meeste luisteraars stonden. Op bijeenkomsten, zoals bijvoorbeeld jongerenavonden, gaan de sprekers juist staan en zitten de luisteraars. Jezus gaat hier evenwel zitten en er wordt in onze tekst geen enkel woord gesproken. Daarom letten we op de lichaamstaal van zowel Jezus als de luisteraars.
Lichaamstaal 1: Jezus gaat zitten
Het blijft een ogenblik stil in de synagoge te Nazareth. Jezus is klaar met Bijbellezen en geeft de boekrol van Jesaja weer terug aan de overste van de synagoge. Vervolgens begint Hij niet direct te spreken, maar gaat eerst rustig zitten. Je zou er zo overheen lezen, maar dit vers vraagt – in het licht van de serie over de prediking in Lukas 4 – toch onze aandacht. In de verklaring van Dächsel las ik het volgende:De Heere (Jezus) staat op om de Schrift te lezen en gaat zitten om haar uit te leggen. Dit is echt joods en gebeurt nog vandaag in de synagoge. Men staat, omdat men het Eigen Woord van God leest en men gaat zitten, omdat men eigen woorden spreekt. Het lezen van de Schrift in staande houding is een bewijs van eerbied voor de getuigenis van de Heilige Geest. Nu heeft God eerbied voor Zijn Eigen Woord en toont dit op allerlei manieren. Ook de Heere (Jezus), Die God is, toont het hier en overal. Maar zo volkomen mens en zo geheel Jood was Christus óók, dat Hij, ofschoon Hij de Heere was en Zijn woorden Gods woorden waren, nochtans bij de uitlegging van de Schrift gaat zitten. Hiermee wordt de schriftverklaring beneden de Schrift zelf gesteld.Een prachtige verklaring van wat hier gebeurt. Eerbied! Zelfs Jezus – Gods Zoon – betrachtte eerbied voor het Woord van Zijn Vader. Zijn lichaamstaal is duidelijk en roept om navolging. Nee, wij hoeven dat niet na te doen in die zin dat wij dan ook moeten gaan staan als het Woord gelezen wordt. Maar wel dat wij tijdens de Schriftlezing misschien eens minder zouden meelezen en actiever zouden luisteren: "Sh'ma Israël, hóór Israël…" Eerbied. Terecht leerde ik bij Godsdienst op de Driestar dat niet de preek, maar de Schriftlezing hét centrum van de eredienst is.
Lichaamstaal 2: verkeerd luisteren
Niet alleen Jezus gebruikt lichaamstaal in dit vers. Ook de luisteraars doen dat: ze kijken naar Jezus, maar wel zo dat er een gespannen verwachting van hun gezichten afdruipt. De spanning is te snijden. In mijn jeugd preekte er af en toe een gastpredikant in Bergambacht die, als de collectezang was afgelopen, niet direct ging staan om de preek te beginnen, maar rustig bleef zitten. Nu ja, rustig. Zijn priemende ogen keken de gemeente rond en de een na de ander zag je óf gauw nog een snoepje in zijn of haar mond stoppen, óf de rol snel wegmoffelen in een zak of tas. De spanning was te snijden. Als er geen rol meer te zien was, begon de preek. En wie het halverwege de preek in zijn of haar hoofd haalde toch nog een snoepje te nemen – laat staan rond te delen – kon plots een onderbreking van de preek verwachten met woorden als: "Ja, laten we nog maar een snoepje nemen, zodat de aandacht wat kan verslappen." Zo'n predikant had al gauw een bijnaam en in ieder geval wist iedereen er wel wat van te zeggen.Lichaamstaal 1 gelezen hebbend, verbaas je je eigenlijk enorm dat de gemeente in Nazareth pas nú de ogen op Jezus houdt. Dus nú pas hielden ze hun aandacht er bij om maar niets te missen, terwijl Jezus met Zijn lichaamstaal juist vroeg om tíjdens de Schriftlezing alle aandacht aan te wenden!
Zo heb je ook predikanten die ter introductie van de preek de tekst alvast lezen en dan zeggen: "Met Gods hulp en onder de inwachting van de Heilige Geest mag ik u het Woord hieruit bedienen." Wat mij verbaast is dat ze vrijwel direct van wal steken. De Geest doet er blijkbaar niet lang over om over te komen. Het is ook geen juiste, bijbelse, woordkeus. De Schriftlezing is al geweest; dáár sprak de HEERE door Zijn Woord en Geest. Daarna valt er niets meer te 'wachten' maar ís de Geest er. Het feit dat de prediker wel de punten van de preek weet, maar nog niet of de Geest is overgekomen geeft al te denken. Die Geest moet er al in zijn studeerkamer zijn geweest. De predikant wordt geroepen in de gehele dienst om Gods stem te zijn en de gemeente mee te nemen in de exegese en te laten horen en zien wat de Geest hem gaf te zien, te smaken en te beleven óf als last op zijn schouders legde.
Lichaamstaal 3: terechte verwachting
Maar ik wil niet in kritische noten eindigen. Want ik wil deze luisteraars in Nazareth toch positief neerzetten. Ze keken met verwachting uit naar wat Jezus zou gaan zeggen. Ik laat even liggen of hun motieven juist waren, maar ik noem ze vandaag 'onze goede voorbeelden'. Immers, Jezus gaat de tekst uit leggen. En niemand kan dat beter dan Hij. Er mag verwachting zijn, als Jezus het Woord van Zijn Vader laat uitleggen. Natuurlijk, predikanten zijn mensjes uit het stof verrezen, maar vlak alsjeblieft de Heilige Geest niet uit! Er mag verwachting zijn, waar Jezus de Gastheer is. De dienst is niet van de kerkenraad of de gemeente of een of andere welkomstcommissie. Alsjeblieft niet! De dienst is des HEEREN. Niet alleen ván Hem maar eveneens vóór Hem! Deze mensen zetten ons op dit moment tot nadenken: hoe gá ik naar de kerk, hoe zít ik in de kerk en hoe groot is mijn verwachting van Jezus' uitleg?Een tijdje geleden zei een kandidaat dat hij wel wilde dat in alle preekstoelen een bordje hing met daarop de tekst: "Wij wilden Jezus wel zien"; de woorden die de Grieken tegen Filippus zeiden. De prediker moet zich uiterst bewust zijn van zijn Zender en hoe/dat hij Hem uitstalt. En dat hij de mensen bij Jezus brengt die begerig zijn Hem te zien, alsmede mensen bij Jezus brengt die helemaal niet zo op Jezus zaten te wachten, maar meer op een 'zuivere' en 'bevindelijke' preek met enkel de juiste klanken en termen. Hij mag wegvallen, maar Jezus moet centraal staan: Christocentrische prediking. Uiterst noodzakelijk in onze tijd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten