zaterdag 9 juni 2018

De profeet voorzegt de Profeet

Hoofdstuk 12

Deze heeft hen uitgeleid, doende wonderen en tekenen in het land van Egypte, en in de Rode zee, en in de woestijn, veertig jaren. Deze is de Mozes, die tot de kinderen Israëls gezegd heeft: De Heere, uw God, zal u een Profeet verwekken uit uw broederen, gelijk mij; Dien zult gij horen.
Handelingen 7 : 36-37

Het is opmerkelijk hoeveel Stefanus verzwijgt van Mozes. Hij heeft het niet over Mozes’ halstarrige houding, zijn driften en zijn moedeloosheid over het ongeloof van het volk. Hij schildert hem enkel uit als een profeet die tekenen en wonderen deed. Het lijkt wel alsof Stefanus zichzelf een beetje uittekent voor de oren van het opgehitste volk.
Zondigen tegen beter wetenWaarom staat Stefanus zo uitgebreid stil bij Mozes. Ik had die vraag nog niet goed overdacht, maar in de Kanttekening las ik dit: “Hier toont Stefanus dat hij tegen Mozes niet leert als hij Jezus Christus predikt, dewijl Mozes zelf van Hem geprofeteerd heeft.” Met het diep ingaan op Mozes laat Stefanus dus zien dat hij niets tegen Mozes heeft. Zijn eerste beschuldigers zeiden in hoofdstuk 6: “Wij hebben hem horen spreken lasterlijke woorden tegen Mozes en God.” De ­beschuldigers die daarna kwamen zeiden: “Deze mens houdt niet op lasterlijke woorden te spreken tegen deze heilige plaats en de wet. Want wij hebben hem horen zeggen, dat deze Jezus, de ­Nazarener, deze plaats zal verbreken, en dat Hij de zeden veranderen zal, die ons Mozes overgeleverd heeft.” Stefanus laat dus ook zien in dit verweer dat Mozes een goed zicht had op Jezus Christus!
Stefanus doet alsof Mozes zelf al die wonderen deed. Hij wil Mozes geen goddelijke eer geven, maar hij zoomt in op die wonderen waar tegenover het volk juist zoveel ongeloof en haat stelt!
Dat is de zonde die voor Stefanus ‘live’ werden uitgeleefd door de massa die hem naar het Sanhedrin heeft geleid. Ja, het Sanhedrin zélf betreedt met vast tred hetzelfde pad, als waarmee ze ook Jezus en al de profeten van het Oude Testament de dood in hebben gedreven.

Veertig jaar wonderen
Hoe ver kun je gaan, als je tegenover veertig jaar wonderen, hulp en zegen even zoveel jaren dwarsliggen en opstand zet? Over die veertig jaar omzwerving wilden de Joden maar liever niet te veel horen. Je mocht spreken over hun afmatting, hun ‘afzien’ en hun lijden, zowel in dorst en honger als in verdrukking van vijanden. Maar je mocht niet spreken over de oorzaak van die dingen: ongeloof en botte tegenstand. Was het niet juist deze Mozes die voor het volk had gepleit toen God dat hele zooitje had willen wegvagen?

Veertig jaar tekenen
Het waren niet alleen wonderen die door Mozes werden verricht. Wonderen staan niet op zichzelf! Daar zouden we vandaag de dag ook eens meer bij moeten stilstaan. De wonderen van genezing zijn geen doel op zich. De wonden van uitredding hebben een ander doel dan ‘lekker leven’ en ‘doorgaan met waarmee je bezig was’. Dat nare woordje ‘bekering’ (tot inkeer komen) zit er onlosmakelijk aan verbonden.
Nee, er is ook sprake van ‘tekenen’, zo zegt Stefanus. Die veertig jarige reis door de woestijn stond bol van allerlei hints en heen­wijzingen naar iets anders. Naar Iemand anders! Eigenlijk moet je zeggen dat het volk veertig jaar lang langs al die hints en heenwijzingen heen heeft geleefd. Hoeveel tekenen krijg je vandaag de dag mee van God? Niet alleen elke zondag, maar toch zeker ook juist die dag?!


Mozes’ profetieën
Wat was Mozes eigenlijk? Een prins, een generaal, een leider, een held… en ja toch ook een moordenaar! Hij was ook de kroniekschrijver van het volk Israël; zijn kronieken lezen we in Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Je zou hem ook de ‘man van de wet’ kunnen noemen. Maar kennen we hem ook als een profeet? We hebben zijn Psalm, Psalm 90, de Oudejaarspsalm. Het is die man, die zulke diepe en prachtige dingen kon zeggen over God:
“Gij zijt ons geweest een Toevlucht van geslacht tot geslacht.”
“Eer de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht hadt, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.”
“Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, als hij voorbijgegaan is, en als een nachtwaak.”
“Want wij vergaan door Uw toorn; en door Uw grimmigheid worden wij ­verschrikt.”
“Gij stelt onze ongerechtigheden voor U, onze heimelijke zonden in het licht Uws aanschijns.”
“Wie kent de sterkte Uws toorns, en Uw verbolgenheid, naardat Gij te vrezen zijt? Leer ons alzo onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen.”
“Verzadig ons in den morgenstond met Uw goedertierenheid, zo zullen wij juichen, en verblijd zijn in al onze dagen. Verblijd ons naar de dagen, in dewelke Gij ons gedrukt hebt, naar de jaren, in dewelke wij het kwaad gezien hebben.”
“En de liefelijkheid des HEEREN, onzes Gods; zij over ons”


De Messias
Hoe veelkleurig praat hij over God?! Maar luister eens wat Mozes, aldus Stefanus, zegt over de Messias! Hij zegt: “De Heere, uw God, zal u een Profeet verwekken uit uw broederen, gelijk mij…” Hij heeft dus al voorzegt dat de Messias niet een ­opzienbarend figuur zal zijn. Het zal een soort Mozes zijn. Gewoon iemand uit het volk! Let daar dus op, want voor je het weet kijk je ‘over Hem heen’ en ga je voorbij aan Zijn aanwezigheid. Dat ‘als ik’ duidt zeker ook, volgens Stefanus op de wonderen die de Messias zal doen, net als Mozes. Aan Mozes’ wonderen en tekenen hadden ze voorbij geleefd; zo zal het ook gaan met de Messias!
Johannes wist Mozes niettemin wel te ­onderscheiden van Jezus, als hij schrijft in Joh. 1:17-18 “Want de wet is door Mozes gegeven, de genade en de waarheid is door Jezus Christus geworden. Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in den schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard.”
Er is verschil. Mozes gaf de wet van God door. Maar wat Mozes niet kon, kon Jezus: genade van God aanbrengen! En… het grootste verschil met Mozes is, dat Jezus God heeft gezien. Mozes kon het niet aan, maar Jezus wel. Sterker nog, Hij kende God door en door. Wat een verschil is dat?! Daarom was Hij bij uitstek zo geschikt om genade aan te brengen. Omdat Hij de ingrediënten van genade kende! Moet je eens over nadenken.

De Messias horen
Nog één groot verschil lijkt Stefanus hier te onderstrepen. De Messias zal even ongedacht en onverwacht komen als Mozes; eveneens uit het volk gekomen. Maar Stefanus zegt erbij: “Dien zult bij horen.” Wat bedoelt hij – en achter hem Mozes – met deze woorden? Het is zo dat Petrus deze woorden ook gebruikt in zijn Pinksterpreek. Maar ze komen niet bij de discipelen zelf vandaan. Mozes had dit inderdaad gezegd in Deut. 18. Daar stelt hij de profetie en de profeten van het Woord van God tegenover de guichelaars en alle andere afgodenpredikers. “Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal u de HEERE, uw God, verwekken; naar Hem zult gij horen.” En Mozes zegt hier ook stellige dingen over hoe we die profetie moeten duiden: komt het uit, dan blijkt dat het het Woord van God is geweest. Als we er dan niet direct voluit geloof aan hechtten, dan toch zeker na afloop. Het is de zonde tegen de Heilige Geest als we ons verharden en die woorden van God aanwijzen als godslasterlijk. Je merkt dat Stefanus hier tussen de regels door iets aan de Joden vertelt over Jezus’ profetieën!
Het volk was juist door de wet van Mozes gehouden om de profetie te geloven en op te volgen. God had het Zelf geboden! God de Vader had in dit verband ook nog iets specifieks gezegd over Jezus, dat Petrus – als getuige van de verheerlijking van Jezus – in zijn achterhoofd moet hebben gehad, toen hij Mozes’ woorden citeerde: “Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem!”
We hebben in Jezus niet te maken met zomaar een profeet, maar met dé Profeet, ja, met de Zoon van God; een Zoon in Wie de Vader al Zijn welbehagen, Zijn diepste genot en meest intense vreugde heeft. Zou je Hem dan niet horen?

God aanbidden
Zijn niet Jezus’ woorden bij uitstek woorden die je moet gehoorzamen? Wat heeft Hij niet allemaal gezegd over de wet van Mozes? Of over de liefde tót de Vader en de liefde ván de Vader? Hij kende als geen ander de Vader tot in het diepst van Zijn ziel. Hij kende de intenties van Zijn Vader en Hij vertelde ons erover.
In Hem hebben we enorm goed kunnen zien Wie de Vader is. Mozes heeft dat allemaal niet zelf kunnen zien en duiden. Het was de Heilige Geest Die hem daar woorden voor gaf. En het is diezelfde Geest Die Stefanus vol vuur laat preken. Reken maar dat de Joden hier iets van hebben gemerkt. Hier staat niet zomaar een man uit het volk. Hier staat niet zomaar een volgeling van Jezus, maar hier staat een profeet te prediken die Gods Woord brengt.
Ze voelden vanuit Deuteronomium 18 de klem om hier iets mee te doen. Mozes stond voor hen en stelde hen voor de keus: “Wat doe je met Gods Woord, Dat hier wordt gepreekt? Neem je het aan en buig je of verwerp je het en recht je je rug? Deze man kant zich niet tegen mij, Mozes, maar hij valt mij bij. Hij kant zich niet tegen God en Zijn wet, maar hij verkondigt die wet op Gods bevel. Dus… wat doe je?”
Je kunt je levendig voorstellen wat het antwoord werd, toen ze hun oren dichtstopten en briesend op Stefanus aanvielen. Maar voor we verder gaan lezen toch die vraag: Wat doe jij met Gods Woord? Als dat morgen, zondag, gepreekt wordt, leg je het dan aan de kant en vind je het allemaal teveel liefde en teveel Jezus en te weinig de zondige mens en zijn walgingopwekkende zondestaat? Of val je dit Woord bij en leef je op in God, aanbid je Hem nederig, heel je leven, conform Psalm 96?
Aanbidt Hem need’rig al uw leven,
Hem, die, in ‘t heiligdom verheven,
Een Godd’lijk licht van zich verspreidt;
Leer, aarde, voor Zijn majesteit,
Leer voor Zijn aangezichte beven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten