woensdag 14 juni 2017

Als je had opgelet, had je het geweten

Indien gijlieden Mij gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben;
en van nu kent gij Hem en hebt Hem gezien.
Johannes 14 : 7

Wil je God de Vader zien? Let dan goed op Zijn Zoon!


Eigenlijk wilde ik aan de lijn 'hemelvaart' vasthouden, maar ik ga toch ook nadenken over de tussenliggende teksten die enorm diep zijn. Juist dit vers en de komenden roepen zoveel op!

Wat zijn er een hoop paradoxale dingen in Jezus' uitspraken. Kijk naar de tekst van vandaag. Eerst stelt Hij, zo lijkt het, er iets mankeert aan hun 'kennen van de Vader' (omdat zij Hem blijkbaar niet of niet voldoend kennen). Maar in het tweede deel van de zin is als bij toverslag alles anders. Wat bedoelt Jezus? En hoe zit dat in elkaar?

Als je had opgelet, had je het geweten?

Is dat wat Jezus zegt in het eerste deel van dit vers? Zo klinkt het wel. Laten we een paar dingen op een rij zetten, die we in ieder geval kunnen herleiden uit deze woorden:
  • Jezus benadrukt de band tussen Hem en Zijn Vader;
  • De Vader laat Zich niet zo gemakkelijk kennen (zien en merken);
  • Daarom is het wezenlijk belangrijk dat we Jezus kennen;
  • Het kennen van Jezus impliceert het kennen van de Vader.
Blijft nog wel haken die woordspeling "indien gijlieden Mij gekend hadt…" Dat suggereert dat ze dat dus niet doen. Ik merk dat de Kanttekeningen er ook niet veel meer van maken dan wat bekende waarheden. Vreemd.

Uitleg zoeken

Dan ga je zoeken naar anderen die uitleg kunnen geven en dit vond ik; let op de link die wordt gelegd met de uitstorting van de Heilige Geest!
"Het volgende vers verklaart dat de discipelen niet wisten waar Jezus heen ging en ook wisten ze de weg er naar toe niet.
Toen sprak Jezus de bekende woorden: Ik ben de weg en de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door Mij
In vers 7 voegde Jezus daar nog aan toe: Indien je Mij kende, zou je ook de Vader gekend hebben…. de discipelen “kenden” Jezus nog niet echt omdat ze de Heilige Geest nog niet hadden ontvangen.
Want als ze Jezus zouden kennen, zouden ze ook de Vader kennen…. Jezus bevestigde dat in vers 11: Geloof Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is.
Jezus had zich zelf nog niet aan de discipelen geopenbaard, dat zou pas een tijdje later plaats vinden:
Vers 16 en 17: Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn, de Geest der Waarheid……..
…. de wereld kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.
Vers 18: Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.
Vers 19: Nog een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, maar gij ziet Mij, want Ik leef en gij zult leven.
Vers 20: Te dien dage zult gij weten, dat Ik in de Vader ben en gij in Mij en Ik in u.
Vervolgens staat dan in vers 21: en wie Mij lief heeft, zal geliefd worden door mijn Vader en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.
Hier staat het dan: bij het ontvangen van de Trooster zou Jezus zichzelf aan de discipelen openbaren en pas dan zouden ze Hem “kennen”….
Vers 23: …Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en Mijn Vader zal hem liefhebben en Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen.

En hier staat dan het woord “wonen”: Wij, Jezus en God zullen in hem woning gaan maken, door het ontvangen van de Trooster, de Heilige Geest.
Dat is ook wat bedoeld wordt met de zinsnede “tot Mij nemen” of “tot u komen”: Jezus die in de discipelen woning gaat maken, door het ontvangen van de heilige geest.
Dan zouden ze echt het echte “leven” ontvangen, Ik ben gekomen opdat zij leven hebben en overvloed (Joh 10:10), het “in Christus” zijn zoals Paulus dat uitdrukte.
Dit wordt nog een keer bevestigd in vers 28: Gij hebt gehoord, dat Ik tot u gezegd hebt, Ik ga heen en kom tot u…. en daarbij verwijst Jezus naar vers 3.

Dit verhaal gaat over Jezus die de discipelen op de hoogte bracht van de Trooster, de Heilige Geest, die in hun harten woning zou gaan maken bij de uitstorting van de Heilige Geest in Handelingen 2.
En het geldt ook voor ons vandaag, wanneer wij Jezus aannemen als onze redder, zal Jezus woning maken in ons hart en zal de Heilige Geest/Jezus in ons komen wonen en zijn wij verzekerd van een eeuwig “leven”, nu hier op aarde en later in de hemel.
Het is dus niet zo dat we bij ons sterven deze woning pas in bezit gaan nemen, nee, het is de heilige geest die woning in ons maakt wanneer we Jezus aannemen en we worden “ingeschreven” in het boek des levens. Dus geen toekomstig gebeuren, maar Jezus, die nu al in ons woont, tenminste als we ons hart ervoor open stellen.
En dit komt weer prachtig overeen met Openbaring 21:3, “Zie, de tabernakel Gods is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen en zij zullen Zijn volken zijn, en God zal zelf bij hen wonen."

Conclusie


Het is geen verwijt, maar een constatering en een belofte. Wat ga je de dingen opeens anders bezien als de Heilige Geest in je woont! Je gaat verbanden zien, Gods vaderhand ontdekken en Gods plan – soms maar fragmentarisch – herkennen. Wat was het nodig dat Jezus wegging naar de hemel, zodat die Trooster, de Heilige Geest zou komen!
Jezus zal het later zeggen: Die zal het uit het Mijne nemen en U verkondigen… En: Die zal Mij verheerlijken. Als dat laatste gebeurt weet je zeker dat de Heilige Geest aan het werk is, vertelde Prof. dr. H. van den Belt afgelopen zondag in een preek. Als dat gebeurt moet je er bij zijn! Dan valt er wat te horen en te zien: Jezus zien is de Vader zien! Met dat kennen komt het dus wel goed, als de Heilige Geest is uitgestort. Jezus kan daarom in het vers van vandaag gerust constateren: "van nu kent gij Hem en hebt Hem gezien." Alsof het al gebeurd is! Zo zeker is dat!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten