maandag 29 augustus 2016

Bij de HEERE weet je écht waar je aan toe bent

"… maar nu vergeef toch de overtreding der dienaren van den God uws vaders! […]
Daarna kwamen ook zijn broeders, en vielen voor hem neder, en zeiden: Zie, wij zijn u tot knechten!"

Genesis 50 : 17b en 18


De verloren zoon wilde ook een dienstknecht zijn vanwege zijn zonden; maar zover kwam het niet.

Als ik de verzen van vandaag even op mij laat inwerken, komt als vanzelf het beeld van de verloren zoon mij voor ogen. Die zoon die koste wat het kost terug wilde naar zijn vader en zich voornam dat hij dan maar een huurling van zijn vader moest worden. Die woorden komen hem echter niet over de lippen. Zijn vader kust ze als het ware weg. Zie het intense geluk in zijn vaders ogen: zijn zoon gevonden is, terwijl hij verloren was! De broers echter gebruiken wel tot tweemaal toe dat woord 'slaaf' of 'knecht'. Ze hullen zich in nederigheid en ootmoed, als ze hun rechtvaardige broer benaderen.

Misschien is het goed te beseffen dat zij dat niet hadden hoeven doen. Ze hadden in een hoek in Gosen kunnen wegkruipen en net doen of ze er niet waren. Ze hadden kunnen doen alsof hun neus bloedde, maar dat deden ze niet. Ze zochten bewust het contact met Jozef. Blijkbaar op advies van vader Jacob. Eerst citeren ze hun vader, vervolgens benadrukken ze dat ze kinderen van één Vader (hun hemelse Vader) zijn en daarom hoop mogen hebben op vergeving. Vervolgens komen ze zelf bij Jozef en werpen zich voor hem neer, net als Mefiboseth deed. Of wat dacht je van Esther? 'Komen we om dan komen we om, maar we zullen tot de (onder)koning gaan!"

Doelbewust gaan

Zoals al eerder gezegd, er waren heel wat redenen om niet te gaan. Wilde je geen onrust creëren of risico’s lopen, dan moest je niet het contact met Jozef zoeken. Hoewel, Jozef was toch ook maar onder Farao gesteld? Dus moesten ze dan misschien liever via Farao de dingen veilig stellen. Konden ze niet lobbyen aan het hof van Farao? Dan was de kans op een veilige plek voor de toekomst veiliggesteld. Maar nee, ze kiezen voor het risicovolle contact met Jozef.
De hele reis naar de begraafplaats van Jacob was het er blijkbaar niet van gekomen, maar nu ze terug zijn worden ze innerlijk gedrongen om hun broer op te zoeken en alles op het spel te zetten. Waarom doen ze dat? Ik denk toch dat ze dat met het oog op de toekomst deden. Een zekere vorm van langetermijn-denken. En dat is toch een verstandig besluit. Niet alleen zij, maar ook hun kinderen en kleinkinderen moesten hier een veilige plek hebben. Mocht Jozef ze nog met rust laten, Jozefs kinderen zouden wellicht nóg intenser wraak kunnen nemen voor hun vader! Daar hadden zij al helemaal geen invloed op. Ongetwijfeld hadden Efraïm en Manasse ook al een goede positie aan het hof. Wie weet welke ellende dat zou gaan betekenen.
Al die voors en tegens tegens terzijde schuivend, besluiten ze tóch te gaan. Op het risico af dat ze zouden worden gedood, of op zijn minst in de gevangenis te worden gegooid, mochten hun voorgevoelens waarheid worden. Dat doelbewuste, onverschrokkene mag toch wel onze houding zijn wanneer we naar God gaan. Niet vrijpostig of brutaal, maar voortvarend, doelbewust en aanhoudend. "Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot den troon der genade, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen, en genade vinden, om geholpen te worden ter bekwamer tijd," adviseert en stimuleert Paulus in Hebreeën 4 : 16.

Welbewust dienen

Ik zei daarnet: waarom geen gelobby aan het hof van Farao? Waarom zo doelbewust naar broer Jozef? En wat denken ze te bereiken met hun dienstknechtspositie? Nou, let er eens op dat ze zich heel bewust in de handen van Jozef werpen: "Zie, wij zijn u tot dienstknechten"! Niet: "Anders willen best wel voor jou werken of zo…" Nee, zonder enig voorbehoud: "We zijn jouw knechten, jouw slaven, jouw eigendom." Alle eigen rechten worden opgegeven. Wat je ook van die broers vindt en wat wellicht ook hun diepere en diepste motieven zijn geweest (ik kan me voorstellen dat ze niet allemaal even intens en volkomen waren in hun uitlevering), toch zijn ze een prachtige illustratie voor elke afgedwaalde: Ga terug; kom doe het maar!
Bij dat woordje 'u' moest ik denken aan David, die door God werd gestraft voor zijn hoogmoedige plan om het volk te tellen. Hij moest kiezen uit drie straffen en hij kon eigenlijk niet kiezen. Hoor wat hij zei: "Mij is zeer bange; laat ons toch in de hand des HEEREN vallen, want Zijn barmhartigheden zijn vele, maar laat mij in de hand van mensen niet vallen." (2 Sam. 24 : 14).
De broers hadden wel een hekel aan die altijd vrome en brave Jozef, maar alles overziende moesten ze erkennen dat hij een oprechte en barmhartige broer was. Met Farao, de wispelturige despoot (hoewel hij zich in deze geschiedenissen nog wel van een positieve kant heeft laten zien, vind ik), wist je het maar nooit. Maar van Jozef wisten ze nog wel hoe hij vroeger was. Dat zou kunnen zijn veranderd door het leven hier en de omstandigheden waarin hij hier terecht kwam, maar toch…

Nou, mocht je bij Jozef nog aarzelen, bij de HEERE weet je écht waar je aan toe bent. Geen betere plek, geen kloppender hart en geen warmer omhelzing te verwachten. De vader uit de gelijkenis stond op de uitkijk… Wat denk je? Was dat een nietszeggend sprookje? Of vertelde Jezus daar iets wezenlijks over Zijn Vader? In deze week van Voorbereiding op het Heilige Avondmaal worden we opgeroepen om te zien of er soms afstand is tussen de HEERE en ons hart. En er is weinig fantasie voor nodig om te bekennen dat die afstand er zeker is en dat het hoog tijd is voor de bediening van het Avondmaal. Terug naar Huis, terug naar het Vaderhart. En alles wat er tussenin staat moet opgeruimd. "Zie, wij zijn U tot knechten!" Geen nieuwe slavernij, maar welbewust dienen in de vrijheid van de kinderen Gods. Verlang je daar ook naar?

  1. Waarom kozen de broers voor die dienstknecht-positie? Wat zal dat met Jozef hebben gedaan?
  2. Wij kennen biecht en penetentie niet of nauwelijks meer sinds de Reformatie. Missen we daar iets aan, of zou dat toch weer moeten worden ingevoerd?
  3. Mag je tot God vluchten om de straf te ontgaan/in de hemel te komen? Waarom dien jij de HEERE eigenlijk? Of dien je hem nog niet?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten