vrijdag 22 januari 2016

Met een vraag van je meester bij de Meester



"En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, 
hetgeen gij hoort en ziet: de blinden worden ziende,  en de kreupelen wandelen;
de melaatsen worden gereinigd,  en de doven horen; de doden worden opgewekt,
en den armen wordt het Evangelie verkondigd."
Mattheüs 11 : 4-5

Hoe voel je je als leerling, wanneer je met een prangende vraag van jouw meester naar een andere leraar wordt gestuurd. En hoe voel je je als leerling, als jouw meester twijfelt aan de missie van die leraar aan wie jij diens vraag moet stellen? Hoe voel je je als ambtsdrager als jouw predikant het zich op God kwijt is en jij namens hem aan de HEERE om geloofszekerheid moet vragen?

Jezus' houding

Nog voor ze bij Jezus waren, had Hij ze al zien komen. Hij wist van Johannes' vertwijfeling. En zou het niet heel goed zo moeten worden gezien, dat Jezus Zelf de discipelen gebruikte om Johannes te vertroosten. Soms kijken wij naar één kant van de werkelijkheid, maar houden geen rekening met de Almachtige. Middelijkerwijze… Zo werkt de HEERE doorgaans nog. Daar moet je oog voor krijgen. Juist als het moeilijk wordt helpt de HEERE vaak middelijkerwijze. Als we uiteindelijk Zijn hand er maar in blijven zien.
En hoe ontvangt Jezus het tweetal? Hij geeft hen gehoor, luistert naar hoe zij Johannes' probleem verwoorden. "Onze meester laat vragen: Zijt Gij Degene, Die komen zou, of verwachten wij een anderen?" Verwachtingsvol kijken ze Jezus aan. Of… zou het ook met enige schroom en schaamte zijn? Ik weet het niet.
Als deze discipelen van Johannes reeds kennis hadden gemaakt met Jezus, dan zal hun vraag heel vreemd hebben geklonken. Daarom zijn het waarschijnlijk discipelen die Jezus nog niet volgden. Als het echter tóch wel zo was dat ze Jezus reeds volgen, dan zullen ze waarschijnlijk hebben gevraagd: "Heere, vertel ons met welke woorden we onze meester kunnen bemoedigen?" Verlegen om woorden ter bemoediging. Dat kan gebeuren. Ook daarvoor zijn ze bij Jezus aan het goede adres.
Hoe het ook zij, ze krijgen antwoord, maar geen direct antwoord. Ze moeten leren om te luisteren, te kijken én juiste conclusies te trekken.

Jezus' antwoord

Het was voor Filippus ook tamelijk lastig geweest om een wetenschapper als Nathanaël te overtuigen van de waarheid de gekomen Messias. Je kunt nog zo overtuigd zijn en enthousiast klinken, woorden overtuigen lang niet altijd. En dat kan heel frustrerend zijn. Wat Jezus doet is misschien wel een goed advies voor ons vandaag: Hij gaat niet in discussie om met een omhaal van woorden en bewegelijke bewoordingen aan te tonen dat Hij het inderdaad is Die was voorzegd.
Zo ging Hij ook om met de Emmaüsgangers: Hij stelde vragen en liet hen antwoorden. Op die manier legde Hij hen de Schriften uit, opende die voor hen en liet hen zelf de conclusies trekken. Hoe heilzaam! Want daarmee gaf Hij hen direct voldoende tools in handen om er later nog eens op terug te komen. Om het zelf te zien en te ontdekken en te kunnen nalezen. Zeer waardevol.
Geloven is geen copy-paste actie, maar een weloverwogen en vast gefundeerd weten, op basis van Gods Eigen Woord. En zo kunnen we ook biddend tot God gaan: "HEERE hier staat het, U hebt toch beloofd …?"
Zei Filippus tegen Nathanaël, om een einde te maken aan wetenschappelijke discussies, "Kom en zie!", Jezus zegt tegen de twee discipelen van Johannes: "Luister en kijk goed, vertel dát aan Johannes en leg daar het Woord maar naast! En let dán maar eens op tot welk inzicht Johannes zal komen."
Het was dus zeer belangrijk hóe goed dit tweetal zou luisteren en kijken, zodat Johannes uiteindelijk nauwgezet zijn conclusies kon trekken en zekerheid terugkrijgen. In zekere zin luistert het dus nauw; tegelijk moeten we niet in een wettische kramp geraken.
Op deze manier maakt Jezus Johannes los van 'wat hij voelde, beleefde, dacht en vermoedde', en bracht Hij hem terug bij het Woord. Jezus' antwoord was geen spiritueel gebazel, maar het sneed hout! "Kijk zelf maar, daar staat het, in de profetieën!

Jezus' beproeving

Laten we eens goed opletten wát Jezus nu vanuit het Woord aanreikt:
1. de blinden worden ziende;
2. de kreupelen wandelen;
3. de melaatsen worden gereinigd;
4. de doven horen;
5. de doden worden opgewekt;
6. de armen wordt het Evangelie verkondigd.

De Kanttekeningen verwijzen ons terecht naar Jesaja 35 : 5-6, waar staat: "Alsdan zullen der blinden (1) ogen opengedaan worden, en der doven (4) oren zullen geopend worden. Alsdan zal de kreupele (2) springen als een hert, en de tong des stommen zal juichen…"
Ook verwijzen ze naar Jesaja 29 : 18-19 waar we lezen: "En te dien dage zullen de doven (4) horen de woorden des Boeks; en de ogen der blinden (1), zijnde uit de donkerheid en uit de duisternis, zullen zien. En de zachtmoedigen (6) zullen vreugde op vreugde hebben in den HEERE; en de behoeftigen onder de mensen zullen zich in den Heilige Israëls verheugen."
Vervolgens ligt er nog een link naar Jesaja 61 : 1 waar Jesaja mag uitroepen: "De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen (6); Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis…"
En in Jesaja 26 : 19 lezen we nog: "Uw doden (5) zullen leven…" Met name dit laatste hoofdstuk handelt over Gods oordeel en gramschap en hoe de verdrukten door Hem worden beschermd. Over de zekerheid dat niet alleen fysiek doden, maar ook geestelijk doden zullen opstaan op Gods stem en Hem zullen zien.
Zeker bij Jesaja 61 zou Johannes hebben doorgelezen: "De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen den zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om den gevangenen vrijheid uit te roepen, en den gebondenen opening der gevangenis; om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN, en den dag der wraak onzes Gods…"
 Die dag van wraak had hij gemeend te zullen zien komen bij de komst de Messias. En had Jezus niet Zelf in de synagoge deze tekst genomen en daarover gezegd: "Heden is deze Schrift in uw oren vervuld"? Zou Johannes dat geweten hebben?
Juist dat 'jaar van het welbehagen des HEEREN' sprak Johannes zo aan en hij meende dat dát was aangebroken. Maar… wat zag je er van? En die dag van wraak? Kwam dat nog?

Er is echter nóg iets dat hem zou hebben vervuld met verlangen: zou deze Jezus – conform deze profetie – hem, die een gevangene was, nu vrijheid komen geven? Zou Hij voor Johannes de gevangenisdeuren gaan openen? Het is merkwaardig dat juist deze woorden door Jezus verzwegen worden. Het moet Johannes aan het denken hebben gezet. Het heeft hem op de proef gesteld.
Als God Zijn beloften niet helemaal uitvoert… wat zou dat dan betekenen? Dat zijn belofte wellicht in delen vervuld zal worden? Dat Hij op de proef stelt en toerust om te vertrouwen.
De HEERE handelt niet op onze wenken, en ook niet op onze tijd. Toch vervult Hij al Zijn beloften. En juist in die context is het een aangevochten ziel soms even teveel. Evenwel is het kruis dat Hij oplegt te dragen, ook al vrees je te bezwijken. Hij is erbij, zelfs in de donkerste krochten van een gevangenis, in het paleis van Herodes!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten