donderdag 21 januari 2016

Als twijfel de boventoon voert

Twijfel is een tegenhanger van Geloof


"En zeide tot Hem: Zijt Gij Degene Die komen zou, of verwachten wij een ander?"
Mattheüs 11 : 3

Het hoge woord is eruit. Je vraagt je af of Johannes zich deze vraag niet al eens eerder heeft gesteld. Is deze twijfel echt pas hier in de gevangenis ontstaan? Johannes had vol vuur gepreekt over de Messias van Wie hij zeker wist dat hij geboren was. Elisabeth en Maria zullen zeker contact gehouden hebben; wellicht elkaar nog eens bezocht hebben toen Jozef en Maria korte tijd in Bethlehem bivakkeerden. Dus concreet was Johannes op de hoogte van het bestaan van Jezus (met naam en toenaam!).

Elisabeths lofzang

Dat aspect wil ik nog wel even vasthouden. Het is niet bekend wanneer Zacharias en Elizabet zijn overleden. Gezien het feit dat ze al op leeftijd waren (tussen de 45 en de 65 jaar) is het goed mogelijk dat Johannes als 'nakomertje na niemand' vrij vroeg wees is geworden. Wellicht is hij bij neven of nichten opgegroeid, maar in die gezinnen altijd een buitenbeentje gebleven.
Echter, waar het mij vooral om gaat is de opvoeding die Elizabet en Zacharias hem hebben gegeven. Ik weet bijna zeker dat ze hem hebben kunnen opvoeden tot hij volwassen werd en zodoende alles wist over zijn goddelijke roeping. Met name Elizabet moet hem hebben verteld over Maria en de drie lofzangen die in hun huisje hebben geklonken. Goed mogelijk dat Johannes ooit een bezoek heeft gebracht aan Maria in Nazareth of Kapernaüm, om over Jezus te horen vertellen.
De woorden die Elizabet gebruikte bij de ontmoeting met de pril-zwangere Maria moeten ergens een plek hebben gekregen in de opvoeding van Johannes. "En van waar komt mij dit, dat de moeder mijns Heeren tot mij komt?" Of wat dacht je van de woorden van Maria: "Hij heeft Israël, Zijn knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid, (Gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham, en zijn zaad) in eeuwigheid."
De woorden van de engel aan vader Zacharias zullen hem zeker bekend zijn gemaakt: "Hij zal voor Hem heengaan, in den geest en de kracht van Elias, om te bekeren de harten der vaderen tot de kinderen, en de ongehoorzamen tot de voorzichtigheid der rechtvaardigen, om den Heere te bereiden een toegerust volk." Johannes heeft (via via) van zijn vader echt wel te horen gekregen wat zijn roeping precies inhield.
En juist nu, hier in de gevangenis wordt het voor Johannes moeilijker te leven bij de herinneringen aan de woorden van zijn ouders. Ze zijn niet meer bij hem en hun woorden (Gods beloften) staan niet meer zo tastbaar voor hem.

Johannes' treurzang

Het gevolg van deze kwetsbare situatie is een treurzang. Johannes uit zijn onzekerheid door vertwijfeld te vragen: "Bent U nu Degene die zou komen (de Messias) of moeten we toch naar Iemand anders uitkijken en bent U net als ik slechts een gezant en wegbereider voor Hem?" Immers, Johannes kon niet weten dat hij de enige wegbereider zou zijn. Hij kon het hooguit vermoed hebben; wij staan achter de zaken en kennen de verbanden van de geschiedenis.
Het contact met zijn leerlingen geeft geen bevredigend antwoord op zijn vragen. Hij heeft behoefte aan een antwoord van iemand die op zijn eigen niveau staat of op een hoger plan. Immers, Johannes was voor zijn leerlingen altijd de vraagbaak geweest; nu is hij zelf op zoek naar een Vraagbaak.
Ik heb een oudere ambtsdrager wel horen verzuchten dat 'ze' allemaal zijn weggevallen, bij wie hij om antwoorden en raad ging. Ik antwoordde hem dat hij nu volop zelf vraagbaak, steun en toeverlaat was geworden voor jongere ambtsdragers. Dat besef gaf een doorbraak in zijn denken.
Niettemin kun je soms uitzien naar broeders/zusters en ouderen met wie je op eenzelfde of hogere golflengte praat, in plaats van met omstanders die juist bij jou komen met hun vragen en problemen. Al meer begrijp ik die oudere ambtsdrager en broeder beter.
De verwarring in Johannes' denken – en dat moet toch ook worden gezegd – wordt niet alleen gewekt door een verschil van inzicht. Laten we beseffen dat satan ook niet stilzit. Johannes, die door Romeinen en farizeeën niet uit het veld te slaan was en soms onverschrokken tekeer ging, is geen halfgod. Hij is een mens van vlees en bloed, met wellicht een puike wapenrusting, maar ook daarin zitten zwakke plekken. Wat is hij daarom bij Jezus aan het goede Adres! Juist als twijfel de boventoon gaat voeren!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten