woensdag 27 mei 2015

Hij houdt mij in het oog

"De Heere dan, nadat Hij tot hen gesproken had, is opgenomen in den hemel,
en is gezeten aan de rechter hand Gods."

Markus 16 : 19

"Ik zal u geen wezen laten," zei Jezus, enige tijd voor Zijn vertrek naar de hemel. Ook beloofde Hij dat Hij altijd bij ons zou zijn, tot weerziens op de Jongste Dag! Maar wat gebeurt er in de hemel en wat zien we ervan op aarde?

Mijn waarneming

Eerlijk gezegd is dat laatste een veelgestelde vraag en ik kan niet precies aanwijzen waar God precies aan het werk is en waar Zijn almacht blijkt. Toch zijn er tal van dingen te noemen, waarin je iets van Gods werk mag opmerken. Soms heel kleine dingen, af en toe ook grote dingen. Maar, zoals dat gaat wanneer je door een oude straat in een stad loopt en veel oude gebouwen passeert, zonder hun schoonheid op te merken, zo kun je door het leven banjeren zonder Gods werk op te merken.
Als de dingen in je leven overhoop liggen is vaak ook het overzicht en het vertrouwen weg. Dat betekent overigens niet dat het overzicht van God uit naar jou er niet is. En het betekent nog veel minder dat Hij niet alle dingen in Zijn macht heeft. Er zit dus een enorm hiaat tussen de werkelijkheid die niet waarneembaar is en onze menselijke waarneming. We moeten het dus doen met Jezus' woord; en wees eerlijk, daar kun je van op aan! Al de eeuwen door hebben de kinderen van God, jong en oud, hun vertrouwen kunnen stellen op de HEERE en … ze zijn nooit bedrogen uitgekomen. Zou ik er dan wel bedrogen mee uitkomen?

Jezus' waarneming

Laten we eens op Jezus' houding letten: Hij is gezeten. Dat is een pose van rust; verdiende rust na gedane zware arbeid. Niettemin zag Stefanus Hem enige weken later staan! En ook Johannes op Patmos zag Christus als het het 'Lam, staande als geslacht'. (Openbaringen 5:6). Ik herinner mij een avondlezing van ds. J. Westerink op de Haamstedeconferentie van zeker vijftien jaar geleden, die over Christus als Koning sprak. Hij tekende Hem vanuit deze tekst. Hij staat, Hij is innig betrokken op het gebeuren hier beneden. Hij houdt het nauwlettend in de gaten. Hij rust niet, maar is volop actief aan het werk, 24/7! Wij moesten ons dat toch meer bewust zijn. Hoeveel meer vertrouwen zouden we dan hebben. Hij laat ons niet als wezen achter, laat ons niet aan ons lot over. Hij regeert, niet afstandelijk, maar intens betrokken.
Dat ik dat niet altijd zo ervaar is omdat ik ook andere verwachtingen van het leven heb. Is ook, omdat ik dingen waarneem die ik niet kan plaatsen, die ik anders zou doen. Maar ja, ik ken het totaalplan niet eens, wat zou ik dan kunnen vinden? Ja, ik spreek ook tegen mijzelf. Ik word soms zo moe van mijn geredeneer dat maar niet wil ophouden. Hoe vaak heeft Christus al laten zien dat Zijn wegen hoger, heerlijker en doeltreffender zijn dan mijn wegen? Als ik mij eenzaam voel, bang en verlaten, wil dat nog niet zeggen dat Jezus mij daadwerkelijk verlaten heeft. Integendeel, niets ziet Hij over het hoofd: mijn ganse leven valt onder Zijn waarneming!

Gods nabijheid

Laten we de laatste woorden van de tekst ook niet vergeten. Hij zit aan de rechterhand, de ereplaats, van Zijn Vader. Hij verkeert al werkend en biddend, in de nabijheid van God de Vader. Alles wat de Zoon op aarde deed, volgde de Vader nauwlettend vanuit de Hemel. Voortdurend waren Christus en de Vader in contact, middels het gebed. Hoe nauw zal dan nu, zo vlak naast elkaar staande in de hemel, Hun contact zijn? Ik behoef er geen moment aan te twijfelen dat, wanneer Jezus ergens naartoe werkt, ook Zijn Vader daar nauw bij betrokken is. Als de Vader al zo trots op Zijn Zoon was, toen Hij op aarde wandelde, hoe trots moet Hij zijn, nu Zijn Zoon naast Hem staat. En… de Heilige Geest, Die met Pinksteren werd uitgestort, gaat uit van deze Twee: de Vader en de Zoon. En in Hem, de Heilige Geest, zijn de Vader én de Zoon, mij altijd nabij."Niets kan mij meer van U scheiden, machten, krachten, lijden of nood; heden, toekomst, lengte, diepte, honger, armoe of de dood."


Laten we daarom onze harten opheffen in de hemel, waar Christus is en niet zien op de uiterlijke dingen die ons zorgen baren, benauwen of onprettig overkomen. En als we het tóch benauwd krijgen, omdat de vervolging echt hevig wordt of satan ons onophoudelijk probeert te vangen in sombere gedachten of zelfs daadwerkelijke zondige gevoelens of daden, laat ons des te vurige tot Hem roepen. Want Christus staat en hoort ons roepen, nog voor de klanken onze keel verlaten!

Afgelopen zondag tijdens de schriftlezing van Romeinen 8 kwam een lied bovendrijven, dat we ooit op het jongerenkoor in Bergambacht zongen; ik citeerde hiervoor al het refrein en druk het hele lied hieronder af:


God, ’t is donker en U bent zover.
’t Is alsof de zon nooit meer zal schijnen.
Ziet U niet mijn eenzaamheid,
angst, pijn en mijn verlorenheid?
God, ik schreeuw het uit: waar moet ik heen,
als u mij niet begrijpt, waar moet ik heen?

God, ’t is donker, nergens zie ik licht.
’k Ben alleen en zonder idealen.
Als U dan mijn Vader bent,
waarom hebt U Zich dan afgewend?
God, ik schreeuw het uit: waar moet ik heen,
als U mij niet meer hoort, waar moet ik heen?

Niets kan mij meer van U scheiden,
machten, krachten, lijden of nood.
Heden, toekomst, lengte, diepte,
honger, armoe of de dood.

God, ik weet het wel, ’k ben nooit alleen.
U regeert, bij U ben ’k veilig.
Heer’, vergeef toch mijn opstandigheid,
laat mij leven in Uw zonneschijn.

God, ik dank U wel,
U hebt mijn leven in Uw sterke hand,
ik zing het uit:

Niets kan mij meer van U scheiden,
machten, krachten, lijden of nood.
Heden, toekomst, lengte, diepte,
honger, armoe of de dood.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten