woensdag 13 juli 2016

Jozef regelt de begrafenis

"En Jozef gebood zijn knechten, den medicijnmeesters, dat zij zijn vader balsemen zouden;
en de medicijnmeesters balsemden Israël.
En veertig dagen werden aan hem vervuld;
want alzo werden vervuld de dagen dergenen, die gebalsemd werden;
en de Egyptenaars beweenden hem zeventig dagen."
Genesis 50 : 2-3

Mummies vertellen een verhaal. Je kunt met enig afgrijzen naar ze kijken; ik snap dat wel. Normaliter wekt een 'lijk' weerzin op en onwillekeurig borrelt de vraag boven: "Wat is een mens?" Of je nu bedelaar of wereldheerser bent geweest… allen worden tot stof. Maar… de Egyptische heersers werden na hun dood wel op een heel bijzondere wijze behandeld: gemummificeerd. Daarin ging men heel precies te werk. Zeker, het zal voortgekomen zijn uit het bijgeloof dat het lichaam intact moest blijven, vanwege het andere, eeuwige leven. En al die andere bijgelovigheden, zoals gereedschap, beelden, voorwerpen en schilderingen in de grafkamers, waren strikt genomen absurd. Maar eeuwen later vertelden ze nog heel wat over een verloren gegane grootse cultuur. Ik vind het nog altijd fascinerend. In heel die cultuur leefden ook de bijbelse Jozef en Mozes! En Jozefs vader, Jacob, krijgt er op zijn oude dag ook mee te maken. Vandaag lezen we over de mummificering van 'Ja'akow ben Jitschak', ofwel Jacob de zoon van Izak.

Een overzicht van hoe mummuficatie in zijn werk gaat


Nooit zo bij stilgestaan dat Jacob werd gemummificeerd. Er zijn ook nogal wat uitleggers die dit willen ontkennen (lees bijvoorbeeld de kanttekeningen bij de Statenvertaling). Toch krijg ik uit de tekst van vandaag stellig de indruk dat hier gewoon een mummificatie heeft plaatsgevonden. En daar zijn een paar redenen voor.

Jozef regelt de hele begrafenis

Opnieuw valt het op dat Jozef de enige is die in actie komt. We lezen niet van overleg met zijn broers, we lezen zelfs niet van broers die ook hun zegje over deze begrafenis willen doen. Wat er precies op de achtergrond speelde weet ik niet – het zou kunnen dat de broers het allemaal wel prima vonden – maar het treft mij dat juist Jozef zo daadkrachtig handelt. Hij heeft direct een plan klaar voor de begrafenis van zijn vader.
Natuurlijk hebben ze er allemaal naar toe geleefd; Jacob zal in dat onderonsje (Genesis 47) zeker wat instructies over zijn begrafenis hebben gegeven. Misschien is daar het plan wel geboren dat Jozef de begrafenis voor zijn rekening zou nemen. Blijkbaar had Jacob meer vertrouwen in Jozef dan in zijn andere zoons. Je komt dat wel vaker tegen. Maar daarbij blijkt wel dat Jozef al helemaal vergroeid is met het leven in Egypte. Hij is al vanaf zijn tienerjaar (wellicht toen hij 16 jaar was) in dit land en hij is ook al diverse jaren in functie aan het hof. Zodoende is hij met veel gebruiken vertrouwd geraakt, hoewel hij zijn opvoeding, door vader Jacob, niet zal zijn vergeten.
Ik hoor maar weinig theologen nadenken over hoe moeilijk Jozef het moet hebben gehad daar in Egypte. Hoeveel strijd het hem heeft gekost om trouw te blijven aan de HEERE en Zijn dienst. Zeker, hij geeft God de eer toen hij de dromen uitlegde en al eerder wilde hij gehoorzaam blijven aan de HEERE in het huis van Potifar en niet vreemdgaan met diens vrouw Potifera. Maar te midden van al dat heidendom zijn er wel veel invloeden die impact op je hebben. Daarom ook zal de begrafenis van vader Jacob 'op z'n Egyptisch' gaan, vermoed ik.

Jacob krijgt een Egyptische koninklijk begrafenis

Voortvarend gaat Jozef te werk. Althans zo lijkt het. Maar wellicht kende hij als Egyptenaar het protocol. Immers, het leven van de Egyptische vorsten stond vaak al vanaf het begin van hun regering in het teken van de dood en de begrafenis. Jozef wist hoe het draaiboek voor een mummificering eruit zag. En… hij had blijkbaar ook gezien hoe waardevol zo'n koninklijke begrafenis voor de nabestaanden was. Zo'n begrafenis begeer je voor de geliefden die een speciaal plekje in je hart hebben. Vader Jacob stond voor Jozef op een hoog plan. En hoewel Jacob niet in Egypte begraven wilde worden, wilde Jozef wel zo'n koninklijke begrafenis voor zijn vader.
Het hele balsem-procedé werd op vakkundige wijze uitgevoerd. Lees het maar in de tekst. Jozef gaf bevel aan de medicijnmeesters, zeg maar de 'geneeskundige dienst' in het paleis, om zijn vader volgens het bekende recept te balsemen. En … ze doen het gehoorzaam. Het is een proces van 40 dagen, keurig volgens het protocol van Egypte. Volgens wetenschappers was dat procedé nog helemaal niet zo heel lang in gebruik, op die manier. Het was uitgebreid en zorgvuldig. De beste en kundigste apothekers werden ingeschakeld om aartsvader Jacob deze waardige opbaring te geven. Want aan de begrafenis zelf kwamen geen Egyptenaars te pas, hoewel er straks wel een flink aantal getuige van zullen zijn, als het lichaam van Jacob in de grot van Machpéla zal worden bijgezet in het familiegraf.
Deze balseming was erop gericht dat het lichaam lang, heel lang, goed zou blijven. En dat was nodig met zo'n enorme reis door de woestijn in het vooruitzicht. De van balsem vergeven mummie zou al die tijd goed geconserveerd en blijven; stank zou wegblijven ondanks de warmte.
Tenslotte staat er nog iets bijzonders in vers 3: "…en de Egyptenaars beweenden hem zeventig dagen." Niet 'Jacobs nageslacht' beweende… maar de Egyptenaars beweenden. Het hele volk rouwde met vizier Zafnath-Paäneah (Jozef). Daar is nog wat onduidelijkheid over, in de kanttekeningen bijvoorbeeld en in andere bronnen, die maar willen beweren dat Jacob niet volgens Egyptisch gebruik is gemummificeerd. Zij zeggen dat dat rouwproces al gelijk met de mummificering begon en dus utieindelijk nog 30 dagen langer duurde. Echter, het gebruik was 70 dagen nadat het lichaam klaar was en … dat was het ook bij Jacob. Voluit een koninklijke uitvaart, maar geen begrafenis in een piramide. Dat dan weer niet.

Een pijnlijke herinnering voor Jozef

Dat hele balsem-procedé bracht Jozef echter iets pijnlijks in herinnering: de verkoop door zijn broers aan de karavaan van balsem-handelaren uit Gilead. De Bijbel spreekt over balsem uit Gilead. Dat was een van de plekken waar dure balsem werd gemaakt en over de toenmalige wereld werd verkocht. Die handelaren trokken bijvoorbeeld via de karavaanweg naar het zuiden richting Egypte en verkochten hun dure koopwaren, in ruil voor graan of andere producten. In het kielzog van zo'n handelsdelegatie was Jozef tegen wil en dank afgevoerd naar Egypte. Dat bleef een pijnlijke wond in zijn ziel, hoewel de HEERE veel had vergoed in de geboorte van zijn en Asnaths oudste twee zonen Efraïm ('God heeft mij vruchtbaar gemaakt in het land mijner ellende') en Manasse (God heeft mij al mijn ellende en het gemis van mijn familie doen vergeten').
Het tweede dat Jozef moet hebben geraakt is de wetenschap dat vader Jacob bij zijn ouders (Izak en Rebekka) en zijn grootouders (Abraham en Sara) zou worden begraven, terwijl vader Jacob aan Jozef een erfbegrafenis gaf (een stuk land waarop hij zou worden begraven) bij Sichem. Daar, bij Nabloes, is tot op de huidige dag nog een tombe waarvan wordt gezegd dat het Jozefs graf is. We kunnen daar iets over lezen in Johannes 4, in het gesprek van Jezus en de Samaritaanse vrouw. In hun graf zullen Jacob en Jozef dus opnieuw niet bij elkaar zijn; Jozef zal noch bij zijn vader, noch bij zijn moeder worden begraven. Maar hij mag verder zien dan dood en graf.
Ten slotte dringt het tot Jozef vast en zeker door dat hoe duurzaam en prachtig de begrafenis van zijn vader ook zal zijn, de dood een laatste vijand is. De mens gaat naar zijn eeuwig huis, nietwaar? En afscheid nemen doet pijn. Wij zien op Jezus, Die de dood heeft overwonnen, maar ook de aartsvaders kenden iets van Gods macht om hen over de dood heen te tillen. Ze verwachtten een beter vaderland, een stad die fundamenten heeft (Hebreeën 11). Jij ook?
  1. Jozef kon zijn vader nog compleet balsemen. De Heere Jezus zou ook worden gebalsemd voor een koninklijke begrafenis. Is dat ook gebeurd? (Bedenk of je iets leest rond Zijn begrafenis over 'zalf').
  2. Jozef werd 'Behouder des levens' genoemd. Toch moest hij het verliezen van de dood, toen zijn vader (en later ook hijzelf) overleed. Waar was die titel voor Jozef wél op gericht?
  3. Jozef was aardig aangepast aan het Egyptische leven. Vind je dat goed of fout? Waarin zie jij vandaag de dag de kerk of individuele christenen zich 'aanpassen' aan de leefomstandigheden vandaag? Welke gevaren zijn er? Biedt dat ook kansen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten