donderdag 16 april 2020

De aarde ruïneren of hemelsgezind wandelen?

Toen zag God de aarde, en ziet, zij was verdorven; want al het vlees had zijn weg verdorven op de aarde. Daarom zeide God tot Noach: Het einde van alle vlees is voor Mijn aangezicht gekomen; want de aarde is door hen vervuld met wrevel; en zie, Ik zal hen met de aarde verderven.
Genesis 6 : 12-13

De ruïnes van het gebombardeerde Rotterdam (1940) maken meer indruk op ons
dan de ruïne die wij van Gods schepping hebben gemaakt.
Ben jij ook zo gefocust op hoe zondig de wereld is? Iedereen doet maar waar hij zin in heeft, of althans de mensen in de wereld… In die of die kerk wordt nog zus of zo gepreekt, dus… Wat vind jij van mensen die goddeloos leven? Wat is jouw houding tegenover hen? En die vraag stel ik ook aan mezelf. Weet je, dat kwam zomaar boven bij het lezen van deze verzen: “Het einde van de mensheid is ‘voor Gods aangezicht’ gekomen…” Maar wat doet het me? Kijk ik er wel op de juiste manier naar? Komt het einde van de mensheid voor mijn ogen of voor die van God?

God heeft ons in 'de tijd' geplaatst om het leven overzichtelijk te maken. Dat wij uren en minuten kennen is wellicht een uitvinding van de mens, maar de tijd is een gave van God. Een bedenksel uit Zijn heilig brein. De geschapen mens kan de eeuwigheid niet aan; daar is wat anders voor nodig. Ook heeft God de materie bedacht. De mens is daar waar hij is, en niet ook elders. Daar moet je God voor zijn! Ook engelen zijn beperkt in het hun plaatsbepaling. Een engel wordt uit de hemel gestuurd naar de aarde; dat betekent dat hij niet én op de aarde én in de hemel is.
Iets van het nieuwe leven met de HEERE, waarin wij én hier én daar zijn, wordt realiteit als we wederom geboren worden en ín de hemel met Christus worden gezet. Dan wandelen we wel op de aarde, maar zijn tegelijk in de hemel. De geestelijke aanjager van ons bestaan wordt vanuit de hemel aangedreven. Omwille van de hemel leef ik nog hier, totdat ik wordt Thuisgehaald.
Deze overdenkingen kwamen boven toen ik nadacht over het woordje 'einde'. Het is de begrenzing. Dictatuur kan lang duren, maar is op een gegeven moment eindig, afgelopen. Heerschappij, waar we zo vol van kunnen zijn in de wereld of in de kerk, is eindig. Een ambtsperiode loopt af, de invloed (je motieven waarom je eigenlijk dit ambt bekleedde of die en die functie vervulde) houdt op en komt in andere handen.
De invloed op je omgeving verandert. Als je voorbidder was, verdwijnt er een voorbidder als je sterft. Voorbeeldfiguren zijn eindig. Soms is dat maar goed; juist als ze het zich zo erg bewust zijn… Soms ook is het een gemis. De geestelijke leiding valt weg; de predikant gaat en zijn bezielende preken verdrogen tot een enkele preekbeurt. Hoezeer was zijn prediking jouw gemoedstoestand? Hoezeer stond je op eigen benen?

Maar in de tekst van vandaag komt een heel ander aspect van de eindigheid naar voren. God beoordeelt de mensheid. Er staat "al het vlees had zijn weg verdorven op de aarde". Vanuit de Kanttekeningen wordt verwezen naar bijv. Jes. 40:6 "Een stem zegt: Roep. En hij zegt: Wat zal ik roepen? Alle vlees is gras en al zijn goedertierenheid als een bloem des velds." Dat extra woordje 'het' viel me op. Er lijkt hetzelfde te staan in de grondtekst; dus 'alle vlees' is hetzelfde als 'al het vlees' – althans zo lijkt het – maar toch vond ik het vreemd hoe het er vertaald staat. In de BasisBijbel staat er respectievelijk 'alle mensen' en 'de mensen' (als geheel).
'Het vlees' heeft in het Nieuwe Testament een andere lading: dat stelt zich tegen 'de geest'. Ik blijf aarzelend nadenken over deze woorden. Want; de dagtekst eindigt met "en zie, Ik zal hen met de aarde verderven". Dit is in het grondtaal een woord-voor-woord de volgorde van wat het er staat (waar een stipje tussenstaat is een aaneengesmolten woord): "en·Hij-is-kijkende   Elohim   de·aarde   en·zie!   ze-was-geruïneerd   dat   hij-ruïneerde.   alles-van   vlees   weg-van-hem   op   de·aarde." 
Dit is precies het tegenovergestelde van de schepping. God maakte, schiep, boetseerde en riep tot leven, het leefde en deed wat Hij ermee had bedoeld en Hij zag het, dat het zeer goed was. Nu ziet Hij dat het zeer niet-goed is geworden en dat Hij het daarom weer moet afbreken, ruïneren, omdat het alles bedorven had op aarde. Tot overmaat van ramp had 'al het vlees' die aarde zo volgestopt met verderf, dat God met eerbied niet meer aan afvalscheiding kon doen. De aarde werd met 'al het vlees' geruïneerd, vernietigd.

Die goddeloze man of vrouw in jouw straat, of naast je in de kerk (vroom-zonder-God is ook goddeloos) doet niet iets met jou in eerste instantie, maar met dat wat God gemaakt heeft en dus met Hém Zelf! Hij had het vrij gelaten; nee, ik zeg niet dat Hij het een vrije wil had gelaten na Genesis 3. Maar het is evenmin zo dat Hij het met geweld dwong om in Zijn wegen te gaan. De weg die Kaïn gaat getuigt van de vrijheid die God geeft. Wees eens eerlijk, lokt die vrijheid je aan? God laat je de keuze, veel meer dan veel zich reformatorisch noemende theologen willen doen geloven. Zij leren dat God slechts dode stokken en blokken oppakt; er als het ware een ander batterijtje in zet en dan lopen ze opeens op Zijn manier. Maar zo is het niet. De Geest werkt onwederstandelijk, maar dat is wat anders dan dat de Geest lukraak iemand oppakt en de rest laat liggen. God roept tot het heil, welmenend. En wie dat ontkent, met wollig vrome termologieën, ruïneert wat God van plan is.
God koos ervoor de mens terug te roepen. Hij liet het zelfs door Zijn zoon verkondigen, Die Hem uitschilderde als de Vader die op de uitkijk stond. Hij ketende de jongste zoon niet vast aan zijn deurpost, zodat hij niet kón weggaan. Het mensbeeld dat vaak gepredikt wordt is niet conform de Bijbel. Of Jezus heeft staan liegen. Zeg het maar…
Maar het is ook niet zo dat God maar een beetje schaapachtig staat toe te kijken naar een zich ruïnerende wereld en schepping. Hij roept vaak met Zijn Woord, maar soms met zand in onze raderen, zodat de economie plotsklaps stilstaat. En in het uiterste geval – maar dat is eigenlijk wel meer een oudtestamentische situatie, zoals in Genesis 6; let daarop! – brengt Hij de mens met grof geweld tot stilstand.
Om je een voorbeeld te geven: maak eens een optellijstje van de keren dat Judas werd gewaarschuwd door Jezus? Probeer maar eens zeven van die momenten te ontdekken. Je zult schrikken dat het er zelfs nog meer zijn! En toch trok hij zijn eigen pad, tot in het ravijn. Die vrijheid, los van God, die je denkt te kiezen, zal blijken een zich te barsten lopen tegen een granieten wand van godverlatenheid.
En dat terwijl Jezus op Golgotha die godverlatenheid in onze plaats heeft willen ondergaan: opdat wij nimmermeer van God verlaten zouden hoeven worden.

Die aarde zal met dat 'al het vlees' worden vernietigd. Zou God met dat 'al het vlees' misschien duidelijk maken dat ook die nazaten van Seth/Enos compleet vlees waren geworden? Ze waren zo mooi in de geest begonnen, maar in het vlees geëindigd! Er was dus geen onderscheid meer tussen de door God uitgekozenen en de van God weggelopenen. De momenten waarop dat onderscheid vervaagt tot bijna nul, zijn voor de wereldgeschiedenis uiterst dramatische momenten.
De bedrukking die wij op dit moment moeten ondergaan is bepaald niet in de eerste plaats bedoeld om ons te plagen. Het wordt ons ongemakkelijk gemaakt, opdat we dingen gaan laten en tijd voor bezinning overhouden. Blijkbaar waren we 'het vlees' aan het worden… Ja, die wereld natuurlijk ook, maar de aarde vertelt dat het probleem ook wordt veroorzaakt door mensen binnen de kerk. Die zijn degenen die het Woord van God horen en kónden weten! Dat is link! Sommigen van hen ruïneerden liever met hun getheologiseer in de marge, zodat ze die vervulden met hun verderfelijkheid. De Geest moet zwijgen; enerzijds doordat Hij wordt ontkend; deels doordat Hij wordt doodgezwegen in de prediking. En als de Geest wordt verzwegen wordt ook Zijn bron verzwegen. Immers, Hij neemt het uit Christus en zal het ons verkondigen. Maar als Hem het 'uit Christus meenemen naar ons toe' onmogelijk wordt gemaakt, droogt de werkelijke bron van de prediking op. Dan komt Christus onder een deksel te liggen en tast iedereen om zich heen, als was het duister. Dan gaan mensen (juist ook jongeren) zoeken, vooral buiten de kerk, of er wellicht dáár licht te vinden is. Als de bron van de Geest opdroogt, verdort de ziel.

Nog één vraag: wat doet het je als je dit ziet gebeuren? Wat doet het je als je ziet dat de boel geruïneerd wordt? Kijk je dan naar jouw eigen nadeel, de schade die ons land ondervindt of de belemmering die deze schade heeft op de welvaart van de wereld? Of peil je in deze ruïne het verdriet dat God wordt aangedaan? Neem je het als het ware voor Hem op? Of voor jezelf? Scherpt het je aan om hemelsgezind te wandelen en tegenliggers en meelopers te wijzen op de Heere en het doel van jouw levensreis? Dat deed Noach namelijk wel. Het verderf waar onze tekst over spreekt – de ongerechtigheid en het onrecht – staat haaks op de gerechtigheid waar Noach over preekte.
Bewogenheid met de wereld is niet los te koppelen van aanbidding van en diep ontzag voor de Heere van Wie deze aarde is, die we met z'n allen zo geruïneerd hebben vanwege ons gerief.
Die intelligente lockdown is voor veel mensen een hinderlijke situatie die hun comfortabele en maakbare leventje 'ruïneert'. De stilte van het opgesloten zijn, of de hectiek van 'alles thuis en ook nog onderwijs moeten geven terwijl de juf of meester een stille klas heeft' worden onterecht tegen elkaar uitgespeeld. Maar brengt de impact ervan nog wel wat teweeg? Of zijn we het grote aftellen al lang begonnen tot alles weer 'normaal' zal zijn? Het is maar zeer de vraag of dat 'normaal' dan wel echt 'normaal' zal zijn. Komt misschien onze hardleersheid even hard naar boven als in de dagen van Noach? Zijn we 'het vlees' dat zijn weg verdorven heeft en blijft verderven? Of zijn we op Gods uitdrukkelijk verzoek vervuld met de Heilige Geest en in Hem voorzien van alle goeds vanuit Christus. Verderven we niet de aarde, maar wandelen we in de hemel? Verlang je ook naar het einde van het vlees, de zonde. Om eindelijk helemaal zonder zonde je Schepper te kunnen loven en prijzen. Nooit meer te ruïneren, maar eindeloos te aanbidden. Hé, was dat het niet waarover God die laatste scheppingsdag zei: "En zie, het was zéér goed"?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten