vrijdag 14 april 2017

Gods kinderbescherming

"Toen zeide Hij: Strek uw hand niet uit aan den jongen en doe hem niets; want nu weet Ik, dat gij godvrezende zijt, en uw zoon, uw enige, van Mij niet hebt onthouden."
Genesis 22 : 12



Aan de rechterkant van kerkelijk Nederland wil men beweren dat de mens enkel geneigd is God en zijn/haar naaste te haten. Dat clichée mist zijn effect als men dat vertaalt met boze haat, in plaats van wat het eigenlijk is: God niet op de eerste plaats in je leven te zetten. Dus het is belangrijk dat we duidelijk taal in de kerk spreken anders mist de boodschap compleet zijn doel!

Haten is in onze tijd een té geladen en verkeerd te interpreteren begrip geworden. Als ik iemand haat, omdat hij een verwoestend, destructief gedrag vertoont in een gemeenschap of gezin, of denigrerend en kwetsend naar anderen is op onrechtmatige gronden, dan is mijn liefde compleet geluwd, zo niet uitgeblust. Met alle gevolgen van dien. Uit haat – denk aan geradicaliseerde haat – komt psychische of fysieke doodslag voort. Maar de haat waar ik het hier over wil hebben is het God niet Zijn plek in je leven gunnen, omdat je zelf dan aan de kant moet gaan. Dat is wat er hier speelde. Let maar op.

Abrahams kinderbescherming

God laat Zijn Zoon de naam van Abraham noemen. En Abraham is de persoon die per direct met alle zintuigen in zijn bestaan oplet. "Doe Izak geen kwaad met je offermes! Nu weet ik dat je Mij vreest." Huh? Abraham vreesde God toch wel? Hij werd zelfs een vriend van God genoemd; wie kan dat zeggen? Hij praatte veel met God en God vertelde soms zelfs wat Hij ging doen (denk aan de verwoesting van Sodom, Gomorra, Adama, Zeboïm en bijna ook Zoar!). Met wie overlegt God nog meer zulk soort dingen? Nou, Mozes misschien en David… maar dan houdt het toch wel zo'n beetje op. En toch moet dit 'offer' het bewijs voor God worden dat Abraham godvrezend is? Dat woord staat bij ons als één geheel vertaald 'godvrezend', maar dat ziet er erg aards uit. Het moet eigenlijk zijn 'God vrezend'. Vrezen kán 'angst hebben voor' betekenen, maar hier heeft het de betekenis van 'eerbiedigen' of 'vereren'. Voor Abraham stond Izak boven God, zo blijkt tussen de regels door. Misschien als we het Abraham zouden hebben gevraagd, zou hij het niet hebben toegegeven. "Nee, natuurlijk niet. De HEERE is mijn deel, de belangrijkste in mijn leven. Wat zou ik zonder Hem moeten en kunnen?
Maar… Abraham had al een aantal keren laten zien (in Egypte en in Gerar bijvoorbeeld) dat hij niet helemaal blind op de HEERE vertrouwde en zijn eigen ratio toch een tikkeltje serieuzer nam dan Gods vaderlijke zorg voor hem. Daarmee nam hij ook de zorg voor de kwetsbare Izak (immers, Izak was de enige; juist dat woordje typeert zo de angstige kwetsbaarheid die Abraham ervaart als hij naar zijn zoon kijkt) buitenproportionele vormen aan. Maar nog meer gold dat voor de zorg die Abraham had voor zijn eigen leven. Als uit hem de Messias zou moeten worden geboren, dan moest hij ervoor zorgen dat hijzelf in leven bleef. Desnoods offerde hij Saraï op, maar niet zichzelf! Want dan kwam Gods plan in het gevaar.
En daarom stuurde de HEERE aan om Izak aan de totale kwetsbaarheid bloot te stellen, door Abraham bescherming uit te schakelen. Sterker nog: hij zou de doodsoorzaak voor Izak worden. Waar bleef die krampachtige hang naar zorgen nu? Abrahams kinderbescherming (in het licht van de komende Messias) leed schipbreuk en op een radicale manier ook!

Gods kinderbescherming

Hoe moet dat nu? Bijna keelde het mes zijn dierbare jongen, zijn lieveling. Maar… was Abraham dan de enige die van Izak hield? Of moest Izak ook leren meer verwachting te hebben van zijn hemelse Vader?
De woorden die de Engel des HEEREN gebruikt hebben een dubbele lading: "Doe hem niets". Hier openbaart God, zo lezen we in de Kanttekeningen, God Zijn plan. Hij wil iets leren over menselijke zorg en Goddelijke zorg. En Hij wil iets aan ons, eeuwen later, leren over wat er in Abrahams hart leefde. De HEERE stelt Abraham hier tegelijk dus tot een voorbeeld om na te volgen; niet om onze kinderen op te offeren, maar aan Hem toe te vertrouwen. En dat geldt voor allen die ons lief en dierbaar zijn. Ook als ze andere wegen gaan!
Het eerste is dat Abraham zijn zoon niet letterlijk gevaar moet berokkenen, door hem het mes op de keel te zetten. Maar psychisch en geestelijk berokkende hij zijn zoon ook kwaad, door hem boven God te stellen (hem meer zorg toe te vertrouwen dan God Zelf). Hier naderen we het scherpst van de snede, het spanningsveld tussen verantwoordelijkheid en vertrouwen dat in elke opvoeding weer een punt van zorg is.
God prijst Abraham in dit vers, dat hij duidelijk heeft laten zien (aan allen die de geschiedenis eens zullen horen en lezen) dat God op nummer 1 staat. De Kanttekening leggen een link met Psalm 139 en dat is een mooie lijn! Vers 23 van die psalm zingt: "Beproef mij en ken mijn gedachten." Ze me openlijk op de proef, zodat eruit komt wat erin zit: toewijding of niet. En vers 2 van die psalm belijdt: "Gij verstaat (begrijpt en ook ként) mijn gedachten van verre". Ja God weet het wel, maar als we door ons gedrag naar de mensen om ons heen vragen hebben opgeroepen, dan moet het openbaar worden onderstreept. "God weet wel hoe we dat bedoelen," zei eens iemand. Misschien, maar weten de omstanders, met name de ongelovige omstander dat dan ook? Of krijgen ze door ons wazige gedrag een merkwaardig verwrongen beeld van God? Dan wil de HEERE toch graag openlijke helderheid.

In die zin hoeven we niet bang te zijn, want Gods bescherming van Zijn kinderen is totaal en waterdicht. Daar kun je zeker van zijn. Misschien kost het je 'gezicht', maar nooit je ziel! Kijk maar, God neemt het direct voor Izak op en neemt hem in Zijn hoede. Er is werk aan de winkel voor Izak, die dit moment zijn leven lang niet zal hebben vergeten, maar… misschien toch wel even dit moment vergat, toen hij Ezau wilde zegenen vóór Jacob. En? Ontbrak het Jacob uiteindelijk aan bescherming? Lees dat prachtige gebed van Jacob in Genesis 32 : 9-13 maar eens, waarin hij zegt: "Ik ben geringer dan al deze weldadigheden, en dan al deze trouw, die Gij aan Uw knecht gedaan hebt; want ik ben met mijn staf over deze Jordaan gegaan, en nu ben ik tot twee heiren geworden!" Wat een vaderlijke zorg van de HEERE! Hem loopt niets uit de hand.

En hoe ingrijpend is deze tekst op een dag als vandaag (Goede Vrijdag) te gedenken dat God Zijn Zoon niet in bescherming nam, maar Hem overgaf in de dood. Om Abraham, Izak en ons te kunnen beschermen tot in eeuwigheid! Hij deed Hém al dat kwaad dat wij deden, om ons te zaligen en te beschermen tegen alle kwaad. Izak kun je misschien als een slachtoffer zien, maar Jezus niet. Luister hoe de Mattheüs Passion het bezingt:
Aus Liebe will mein Heiland sterben,
Von einer Sünde weiß er nichts.
Daß das ewige Verderben
Und die Strafe des Gerichts
Nicht auf meiner Seele bliebe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten