vrijdag 16 december 2016

Eén tegen allen, alleen tegen Eén

"Er waren vele weduwen in Israël […] en tot geen van hen werd Elias gezonden, dan naar Sarepta Sidonis… En er waren vele melaatsen in Israël […] en geen van hen werd gereinigd, dan Naäman
En zij werden allen in de synagoge met toorn vervuld, als zij dit hoorden."
Lukas 4 : 25-28

Nadat Jezus groepen Joden tegenover enkelingen uit de heidenen heeft gezet, keert de gehele gemeente in de synagoge van Nazareth zich tegen Hem. Wat wilde Jezus daarmee duidelijk maken?


Soms vallen je woorden op in een serie teksten, die een merkwaardig contrast vormen. Zo ook die contrastwoorden in de afgelopen teksten en de tekst van vandaag (vers 28): 'vele weduwen' en 'vele melaatsen' contra 'de enkele weduwe in Sarepta' en 'de eenling Naäman de Syriër'. Uiteindelijk loopt het uit op de overtreffende trap van 'allen in de synagoge' contra 'de Ene'. 

"Met z'n allen tegen één is gemeen". Dat werd vroeger op school vaak gezegd. "Durf je wel tegen zo'n kleintje?" Wie echter zo kijkt naar het tekstgedeelte van vandaag, denkt te klein van Jezus. Dat zal aanstonds in de komende teksten wel blijken! Veel mensen denken zo 'te klein' van Jezus; omdat ze ook te klein denken van Zijn Vader! En daar zit iets schijnbaar zieligs in, maar daar zit ten diepste deze vijandschap achter!

Eén tegenover velen

Als er een groep in onze samenleving leeft in grote zorgen, bijvoorbeeld gehandicapten, en de regering zou deze groep passeren, maar wel een grote landelijke financiële actie op touw zetten om een gehandicapt meisje in Maleisië te helpen, dan zou dat enorm kwaad bloed zetten. We kunnen dat prima begrijpen. Precies zo beoordeelden de Joden dit 'voorbijgaan aan' in Jezus' voorbeelden.
Jezus plaatste Zich, zo zagen we, in de lijn van Elia en Elisa die beiden op onnavolgbare wijze Gods raad volvoerden en overal buiten schot bleven. Hun optreden leek tegelijk een straf over het volk. Hun passeren was een stil protest van God aan Zijn Verbondsvolk. Maar het leek weinig impact te hebben. Zelfs Achab verweet Elia dat hij die ellendeling was die ervoor had gezorgd dat het drieëneenhalf jaar droog was gebleven.
Ahazia liet een afgod raadplegen, maar Elia riep met vlijmscherpe stem: "Is er dan geen God in Israël dat jullie zo'n stuk afgod gaan raadplegen? Waar ben je helemaal mee bezig?" Hij haalde daarmee de wraak van Ahazia op zijn hals met alle gevolgen van dien.
En ook Elia had meer dan eens grote wonderen gedaan. Zelfs posthume deed zijn lichaam nog wonderen, toen er een man begraven moest worden en snel in het graf van Elisa werd gegooid; de aanraking van die beide lichamen bracht de nog niet begravene tot leven (2 Koningen 13).
Het Verbondsvolk had er niet erg van geprofiteerd. En juist dit accent, dat naar ik vermoed in de synagogen in Israël niet vaak aan de orde zal zijn gekomen, brengt Jezus voor het voetlicht.
Hij zet al die groepen die een wonder van ontferming 'nodig hadden' (of moet ik zeggen, die een wondertje begeerden), tegenover een enkeling die Gods wonderen wél ten deel viel. En in beide gevallen zelfs een heiden! Het was erger dan de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan; verachtelijker dan de gelijkenis van de verloren zonen.
En let eens op wanneer de ware aard van mensen aan het licht wordt gebracht; wanneer ze een dubbele agenda hanteren en zich op een onbewaakt ogenblik vergalopperen. Dan gaan ze óf in de slachtofferrol kruipen óf ze worden agressief.


Allen tegenover Eén

Dat laatste is het geval in ons tekstgedeelte. Hun eigen dubbele agenda komt akelig duidelijk aan het licht. Hun werkelijke motief ligt open en bloot ten aanschouwen voor iedereen. Ze wilden het wonder om het wonder, maar wilden de Wonderdoener niet. Een wonder van God brengt altijd God de lof toe; maar het wonder dat slechts wordt geconsumeerd, brengt de stank van egocentrisch denken boven.
Zo heb je mensen die op een bekering wachten… precies volgens het boekje. Maar waarom? Om er naar anderen over te kunnen zeggen: kijk dit is écht. Het gaat niet om een werkelijk wonder, maar om een kunstje waardoor je erbij hoort en kunt meepraten. Er is geen werkelijk wegcijferen ten behoeve van het heil van anderen. Er is geen werkelijke Godsverheerlijking. God komt er niet en komt er nooit door aan Zijn eer. Hoe vaak men ook het tegenovergestelde beweert.
En kijk maar hoe deze mensen reageren: ze worden agressief! Schijnvroomheid eist zelfhandhaving. Het is een verslaving waar je maar zeer moeilijk van af komt. Zelfrechtvaardigmaking heet het harnas waarin men zich manouvreert. En dat gaat over lijken! Kijk maar in deze geschiedenis. Zelfs God Zelf moet er aan geloven! Dat heeft niet iets zieligs over Jezus in zich, maar iets aangrijpends over de mensen die in actie komen!
Wees niet vervaard, want de HEERE zal voor je strijden. Wees ook niet bang, want hoe meer men woedt, hoe meer men die schijnheiligheid zelf illustreert. Heel dat schijnproces tegen Jezus is één grote illustratie van de dubbele agenda van de Joden in Nazareth. Wat zeg ik? Schijnproces? Het is direct een volksgericht! Het horen van dít vlijmscherpe en ontmaskerende onderwijs maakt hen ziedend: "allen in de synagoge [werden] met toorn vervuld" Je hoort er dezelfde reactie ontstaan als na de preek van Stefanus. Toen barsten hun harten en ze knarsten met de tanden van woede.


Een vóór Eén


Zeg eens… steekt het als God eerlijk tegen je wordt? Of verootmoedigt het. Ootmoedig worden als je in de spiegel van de wet kijkt, hoeft niet te betekenen dat je het onrecht dat gebeurt om je heen – in de gemeente misschien wel – dan maar niet aanwijst. Sta maar pal voor gerechtigheid en rechtvaardigheid. Eerlijk duurt het langst. Maar dat hoeft niet een conflict te betekenen met een lankmoedig, ootmoedig innerlijk. Johannes de Doper was ook een zondaar en wist van verootmoediging voor de HEERE. Maar als de zonde benoemd moest worden, ging de bijl erin!
Jezus heeft hier niets zieligs! Zijn ingehoude toorn en diepgekrenkte zondaarsliefde moeten ons vooral opvallen.
Zeg niet te snel: "Jaaa… zo zijn we allemaal. We willen Hem niet. Neeee, we willen niet dat Hij Koning over ons zij…" Dat klinkt wel vroom, maar jezelf in de grote groep opnemen is ook heel 'veilig'. Durf maar uit die groep te treden en zeg: "En tóch houd ik van Hem! Zo Eén is mijn Liefste, hoor je dat?! U weet dat ik U liefheb!" Doe niet mee aan de massapsychose dat we allemaal zondaars zijn. Dat is vroom vloeken. Wees in je binnenkamer voor de HEERE klein, maar spreek buiten groot over Hem. Durf in de kerk toch eerlijk te zeggen dat je van Hem houdt! Dan hoor je niet bij die 'allen in de synagoge' die met vrome toorn vervuld zijn over een 'gestolen Jezus' en een 'ingebeelde hemel'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten