"En er was een mens uit de Farizeën, wiens naam was Nicodemus, een overste der Joden;
deze kwam des nachts tot Jezus…"
Johannes 3 : 1-2a
Wat was dat toch, dat Nicodémus in Jezus trok? Wij hebben een bepaald beeld van hem, maar klopt dat wel met de Bijbel? Het gesprek met Jezus eindigt, zonder dat Nicodémus nog aan het woord kwam, maar wat heeft het uitgewerkt in zijn leven? We willen eens wat beter gaan kijken naar deze bekende geschiedenis.
Als er één schaap over de dam is
De bekende 'man in black', de zanger Johnny Cash, schreef ooit een roman over Paulus, getiteld 'The Man in White'. Het boek gaat over Paulus' ontmoeting met de Heere Jezus bij Damascus; en ongetwijfeld heeft Cash er iets van zichzelf ingelegd. Op een aantal plaatsen komt Nicodémus ook voor; en het laat zich raden dat Paulus een hardgrondige hekel aan deze voorman had. Nicodémus was in het geheim een volgeling van de Nazarener, maar Paulus kon hem in sanhedrinverband niet echt betrappen op strafbare feiten. Eén van de voorvallen wil ik hier noemen:
"Hoewel Nicodémus officieel een emerituslid van het Sanhedrin was, en nu hoofd van de watervoorziening in de tempel, zat hij soms nog een zitting bij om bij zijn oude vrienden te zijn. De meeste taken die hij had als watersupervisor delegeerde hij aan rentmeester en priesters. Dagelijks ontving hij rapporten over de kwaliteit van het water dat uit de bronnen van Salomo via het aquaduct naar de vele kamers en hoven in de tempel vloeide. Saulus gaf de strijd met Nicodémus nog niet op. Hij citeerde weer uit de Schrift: 'Wie de naam van de Heer lastert moet ter dood gebracht worden, die moet door de voltallige gemeenschap worden gestenigd.' Saulus sprak de zin langzaam en bijtend uit. 'Kan de Schrift het nog duidelijker verwoorden, meester Nicodémus? Hebben wij de vrijheid om vraagtekens te zetten bij die heilige woorden?' Met een zucht ging Nicodémus op een steen zitten, een meter of twee bij Saulus vandaan. Zijn vriendelijke ogen keken Saulus vol medelijden aan. Hij liet zijn schouders hangen. Het spierwitte haar dat onder zijn hoofddeksel vandaan kwam, vormde een krans om zijn hoofd. Zijn gezicht vertoonde veel lijnen, vooral bij zijn ooghoeken, en zijn handen trilden een beetje. Uit eerbied voor zijn leeftijd en zijn functie ging Saulus weer zitten en wachtte af wat de oude man te zeggen had. "Nee, ik zou niet hebben ingestemd met de dood van deze man (Stefanus)," zei Nicodémus. Hij keek het Kidrondal in, dat nu weer verlaten was. De enige bewijzen van Stefanus' executie waren een paar verspreid liggende stenen en een donkere plek waar zijn gezicht had gelegen."
Saulus lijkt hier te herinneren aan Nicodémus' eigen vraagtekens, waarmee hij naar Jezus ging in de nacht. En wij zouden natuurlijk zeggen: hij was er aan het juiste adres! Maar zo helder lag het voor Nicodémus niet; zeker niet in zijn positie van lid van het Sanhedrin! Hij was gewend blindelings te volgen wat anderen hadden gelezen in de Schrift. Hij was gewend om zich te houden aan de letter van de wet. Waren de schriftgeleerden ook niet enorm verbaasd over al die vragen die Jezus hen stelde? Dat waren ze niet gewend. Vragen stellen bij de Schrift, Paulus zou het later ander zien dan zoals hij het hier in dit citaat zag, is heel gezond. Niet om alles verdacht te maken, maar om het je eigen te maken. Nicodémus had zijn innerlijke vraagtekens leren zien, leren verwoorden en hij was die enorme drempel over gegaan. Zijn gang naar Jezus was eigenlijk lang zo spectaculair niet dan zijn durf om vragen te stellen.
En hij was de eerste die naar Jezus durfde gaan. Lees maar wat er in Johannes 19 : 39 staat: "En Nicodémus kwam ook (die des nachts tot Jezus eerst gekomen was)…" Later was Jozef uit Arimathéa hem gevolgd en meerderen, want we lezen dat ook veel schriftgeleerden en farizeeën Jezus omzichtig volgenden en in Hem geloofden. Nicodémus was dus het eerste schaap dat over de dam durfde.
Vragen stellen is nadenken
De les die we dus al direct uit deze geschiedenis kunnen leren is dat vragen stellen niet per definitie fout is. Als wij een atheïst willen overtuigen van de waarheid van Gods Woord, dan moeten we niet denken dat we hem met een paar argumenten over de streep kunnen trekken. Die man of vrouw heeft leren nadenken, concluderen en dat maakte dat hij zijn mening vormde. Dat die mening onjuist is, wil nog niet zeggen dat hij direct overtuigd zal zijn. Nog ingewikkelder ligt het bij een doorgewinterde en belezen kerkganger die de Bijbel altijd door een verduisterde bril heeft leren lezen en uitleggen.
Jezus doceert en doseert; Hij overtuigt hem niet, maar laat hem nadenken over zijn eigen dogmatiek. En ik denk dat onze Meester daarin een heel begaanbaar pad toont. Ondertussen worden wij geroepen om zelf ook heel goed te weten wat we geloven. Want als we een clichée-gelovige zijn, die slechts op dogmatische thema's christentje speelt, dan zullen we vroeg of laat door de mand vallen. Wat we belijden moet ook zelf doorleefd zijn. Wat we geleerd hebben en aanvaard hebben, moeten we ook in eigen woorden leren verwoorden. Helder, sprankelend en aansprekend! Zeg eens, daagt dat je al uit?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten