"Nicodemus antwoordde en zeide tot Hem: Hoe kunnen deze dingen geschieden?
Jezus antwoordde en zeide tot hem: Zijt gij een leraar van Israël, en weet gij deze dingen niet?"
Johannes 3 : 9-10
Kort door de bocht gezegd kan iemand die zich slechts richt op de wet niets begrijpen van de Heilige Geest en Zijn werk. Want wie zich nooit verdiept in het werk van de Heilige Geest, ja wie nooit zover komt om over die dingen na te denken, begrijpt ten diepste Gods bedoeling met de wet niet. Gods geboden zijn openbaring van Wie Hij is; niet van een stel regels die behoren bij een bepaalde lifestyle. Jezus begint hier tegen een geestelijke jurist over ongrijpbare zaken. Ik snap die verwarring bij Nicodémus wel; want die kom ik vandaag de dag nog steeds tegen.
Wat Nicodémus niet snapt
"Hoe kunnen deze dingen geschieden?" is de vraag van Nicodémus. Oppervlakkig lezend zou je de indruk kunnen krijgen dat hij zegt: "Hoe kan dat nou?" Met een ongelovige blik en een spottende trek zie ik Nicodémus naar Jezus kijken. Voor ik het weet heb ik Nicodémus ingekleurd als een atheïst; althans iemand van het genre 'eerst zien dan geloven'. Ik vergalloppeer me echter, als ik zo denk, want al eerder heb ik aangegeven met welk motief hij hier bij Jezus zit. Ook al kan hij het niet allemaal op een rijtje krijgen, die Jezus maakt wel diepe indruk op hem. Hij wi het echter kunnen inpassen in zijn eigen kaders; daar zit het probleem. Want Jezus' Evangelie past niet zo best in zulke kaders. En voor iemand die misschien al een eeuw in een bepaald patroon heeft leren denken en spreken, valt het niet mee om opeens alles over boord te gooien. Bij wijze van spreken is een totaal ongelovige makkelijker over te halen de waarheid van Jezus' visie te geloven, dan een conservatief traditioneel-dogmatisch denker.
Wat Nicodémus niet snapt is hoe wedergeboorte werkt. Moet hij uit water en Geest worden geboren? Lees eens hoe Dächsel deze tekst met een paar woorden uitbreidt en zo leesbaarder maakt en lees ook zijn uitleg erbij:
"Had Nikodemus vroeger over het wederom (vs. 4) zijne bedenkingen gemaakt, nu doet hij het over het uit water en Geest. Hij antwoordde en zei tot Hem: Hoe kunnen deze dingen geschieden? Hoe kan iemand uit water en Geest een geheel nieuw mens worden? Israël is toch geen volk als andere volken, als de heidenen, dat het zich eerst tot God zou moeten bekeren. Het staat al in verbond met Hem. Het is niet zonder de Geest van God, maar heeft door Mozes de wet van de Heere ontvangen. Hoe kunt u dan een geheel nieuwe geboorte verlangen? Waarin zou die moeten bestaan?De Heere had Nikodemus de wezenlijkheid van de zaak getoond en Nikodemus vraagt naar de mogelijkheid. Trouwens, wetenschappelijke mensen worden doorgaans zeer langzaam gewonnen. Men zou zeggen, zij, die zulke beschaafde en schrandere mensen zijn, moesten het eerst de zaak begrijpen, maar zijn alleen schrander in het begrijpen van de zaken, die in hun richting liggen, maar uiterst onvatbaar voor het tegenovergestelde. Zij willen altijd weten, niet geloven; zij kunnen de zaken van het geloof niet begrijpen en dat, zo dunkt hen, moet er toch bij komen zullen zij toegeven. Maar de Heere weet alle natuur van de mensen te temmen, die van de ruwe visser en van de tijd beschaafde Farizeeër, die van de moordenaar aan het kruis en van de woedende Saulus, die als een heilige van de synagoge vereerd werd. Voor allen heeft Hij een afzonderlijk woord, een bijzondere toon, waarop Hij het uitspreekt en een bijzonderen greep in de consciëntie, waardoor Hij binnenkomt.
Wat Dächsel hier aanroert is het denken van de joodse leidslieden die zich beroemen op het Verbond van God. Israël is toch al apart gezet? Daar hoeft toch niets bij. Een verbondsvolk hoeft toch niet meer te worden bekeerd? Dat is het al, nietwaar?
Wat Jezus verbaast
Verbaasd klinkt Jezus' antwoord: "Ben jij een leraar en heb je deze kennis niet aan boord?" Predikers die over dingen moeten praten waar ze niets van kennen, zijn een ramp voor de kerk. Maar predikers die onderwerpen, die ze juist als éérste zouden moeten kennen, zijn nog een veel grotere ramp. De eerste categorie zou je in het kamp van Harrie Kuitert en Klaas Hendrikse kunnen vinden. Maar evengoed in de hoek van vormpredikers zonder geestelijke kennis. En die laatste kom je helaas kerkbreed tegen.
Maar de tweede categorie is listiger. Zijn omzeilen veel Bijbelteksten die over het werkelijke werk van de Heilige Geest gaan. Over de vreugde in God en de begeerte van God. Over geestelijke groei en geestelijke vrucht. Ze hebben het liever over veilige zaken, zoals dat de mens uiteindelijk slechts zondaar blijft en dat het met de mens nooit wat wordt. In veel van die preken komt God spaarzamelijk aan bod en dan wel zo dat Hij wordt getekend al toornend over de zonde. Het werkelijke leven met God staat ver van ons bed en daar moeten we het maar mee doen.
Als Jezus echter oproept om bezig te zijn met wedergeboorte en bekering, worden wenkbrauwen opgetrokken. Wedergeboorte en bekering? Zijn dat geen heel hoge woorden? Onbereikbaar voor ons mensen? En inderdaad zijn dat heel hoge woorden en onbereikbaar voor ons mensen. Maar… het is ook niet de bedoeling dat we dat zelf gaan creëren; we moeten het hebben van het werk van de Heilige Geest. En elk geroepen prediker moet dat eerst zelf kennen, voordat hij waarachtig prediker van deze zeer blijde boodschap kan zijn. Immers, een onbekeerde snapt God niet. Kent Hem niet echt. Hij kan dan hooguit wetenschappelijk over hem praten en slechts fragmenten kopiëren van andere, godvrezende, predikers uit vroeger eeuwen.
Maar Jezus prikt met een zekere furieusheid door al die schijn-bevindelijkheid: "Ben jij een leraar, een geestelijk leider, van Israël? En ken je deze essentiële zaken niet? Hoe kan een blinde een blinde leiden? Zullen ze niet beiden in de gracht vallen?" Inderdaad is Jezus' verbazing ook voor een deel verontwaardiging en een zeer terechte vraag naar de waarachtigheid van de roeping van dit soort predikers.
Kon Nicodémus dit weten?
De vraag is tenslotte: kon Nicodémus dit allemaal weten? Stelde Jezus hem terecht verantwoordelijk voor zijn onkunde? Dat is misschien een open deur. Hedendaagse predikers kunnen deze zaken zeker weten omdat zij het NIeuwe Testament hebben. Maar Nicodémus moest het hooguit met de preken van Jezus doen.
Niettemin: de Kanttekeningen wijzen terecht naar het feit dat deze zaken hem niet onbekend hadden moeten zijn, omdat ze door de profeten in het Oude Testament klaar en duidelijk en meermaals zijn verkondigd. Misschien denk je dat de Heilige Geest en het werk van de wedergeboorte niet zo nadrukkelijk aan de orde komen als in het Nieuwe Testament. Toch zegt Jezus ten diepste niets nieuws maar bouwt Hij nadrukkelijk voort op het fundament dat middels profeten en psalmisten.
Op een site van de 'Vergadering der gelovigen' vond ik het volgende en geef het met enige voorzichtigheid door:
"De wedergeboorte is direct verbonden met de uitstorting van de Heilige Geest. Dit is vooral duidelijk te zien in Ezechiël 36. De wedergeboorte was onbekend in het Oude Testament en werd alleen in 'type' aangeduid in de profetieën die pas in vervulling zouden gaan bij de komst van de Messias om het vrederijk te stichten, namelijk in Ez 36:25-27 (Ik zal u een nieuw hart en een nieuwe geest geven... ik zal Mijn Geest geven) en in Joël 2:28-32 (Ik zal mijn Geest uitgieten). Dit zijn beloften voor de toekomst, en de vervulling is nog steeds toekomst."
Wikipedia stelt dat wedergeboorte slechts met toespelingen in het Oude Testament voorkomt. Dezelfde tekst uit Ezechiël wordt daar aangehaald. Verder is op Wikipedia te lezen:
"De wedergeboorte betekent binnen het christendom een totale toewending van de mens naar God door Diens genade. Met de wedergeboorte wordt aangegeven, dat geloven zich niet beperkt tot het aanvaarden van het geloof als een verzameling leerstellingen, maar begint met een bewust evangelische levenswijze. Christenen geloven dat hiermee zowel in het innerlijke leven (denken, ervaren, gevoelen) als in het uiterlijke, zichtbare leven grote veranderingen optreden. De levenskeuzen van deze christenen worden vanaf de wedergeboorte geheel bepaald door de boodschap van het geloof. Voorbeelden van een radicale omkeer zijn Paulus en Augustinus. Paulus werd van vervolger een prediker van het christelijke geloof. Augustinus werd van een heidens rethor een belangrijk dienaar van de Kerk."
Hoewel de uitstorting van de Heilige Geest nog moest komen, kende men in het Oude Testament natuurlijk wel deze 'toewending tot God'. De termen 'geboren worden uit water en Geest' waren Nicodémus natuurlijk niet zo bekend, maar het zou wel aannemelijk zijn dat hij bij Jezus' uitleg dingen moest herkennen. Hoe Nicodémus verder heeft geluisterd weten we niet, maar Jezus woorden hebben zeker ingang in zijn hart gevonden. Zaak is dat wij, die na de uitstorting van de Heilige Geest zijn geboren, echt weet hebben van deze zaken en het anderen met graagte uitleggen en aanprijzen hoe rijk het leven met de HEERE is! Ben jij al een 'leraar in Israël'?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten