"Die zijn leven liefheeft, zal hetzelve
verliezen; en die zijn leven haat in deze wereld, zal hetzelve bewaren
tot het eeuwige leven."
Johannes 12 : 25
In het voorgaande vers had Jezus uitgelegd dat Zijn dood nodig was om zodoende 'veel vrucht' te creëren. Van Simson staat geschreven: "En de doden, die hij in zijn sterven gedood heeft, waren meer, dan die hij in zijn leven gedood had." (Richteren 16 : 30) In zekere zin was dit kamikaze; de oppervlakkige lezer kan er slechts morbide wraak in ontdekken. Het is ook zeer duister, wat Simson uitroept: "Mijn ziel sterve met de Filistijnen". 'Daar wil je niet dood gevonden worden' klinkt een kille, goddeloze spreuk tegenwoordig. Dat geldt zeker voor Gods kind in die tempel van Dagon. Toch sluit de schrijver van het Richterenboek de geschiedenis van Simson af met: "hij nu had Israël gericht twintig jaren".
Maar… waar het Christus betreft is elke sluier weg en elke schijn van morbide wraak vervlogen. Zijn levenseinde was geen kamikaze maar een daadwerkelijk duik onder de te pletter vallende mensheid, om ze te redden uit de gapende kloof van de hel. Satan moet hebben gekrijst van uitzinnige en waanzinnige woede, toen Jezus' woorden over dat stervende en toch vruchtdragende tarwegraan werkelijkheid werden.
Christus is daarin een toonbeeld, maar ook een voorbeeld. Hij toont, waar het bij ons mensen aan schortte. Hij liet ons pijnlijk zien dat Hij als een tarwegraan moest wegsterven om eeuwig leven te kunnen aanbrengen. Dat was niet ons ding, niet onze keuze en al helemaal niet onze weg. Maar dat zegt dan vooral iets over onze blindheid. Dat de discipelen het toen niet begrepen, kan ik me nog wel enigszins voorstellen… maar dat kerkmensen vandaag de dag het nog steeds niet begrijpen! Met zoveel uitleg, toepassing en aandrang wordt het hen verkondigd en nog wuiven ze de noodzaak van Christus' offer weg. Of lichtzinnig: geef mijn portie maar aan Fikkie. Of zwaarzinnig: dat offer accepteren is niet genoeg… daar moet een mens ook nog bij verloren willen gaan; anders is het te kort voor den eeuwigheid! Wie is hier nu morbide? Wie pleegt hier nu kamikaze? Als je weet dat buiten Jezus een eeuwig zielsverderf is…
Maar nu onze dagtekst, want Jezus is ons ook een voorbeeld! Wat is dat nou weer voor een uitspraak in de tekst: "Wie zijn leven haat…"? Is dat niet morbide? "Wie zijn leven niet wil verliezen…" Wie wil dat nou? Vind je dit ook een tekst om maar gauw over te slaan? Doe dat nog even niet, want hier zit een diep ernst in.
Dat haten is niet dat je een hekel hebt aan je leven. 'Haten' (miseo) staat hier tegenover 'liefhebben' (phileo). Dat laatste is 'beminnen' of 'vriendelijk behandelen' in de zin van iets altijd maar weghouden bij verdrukking en gevaar. Dat kan voorzichtig lijken, maar het is de gemakzuchtige manier van leven; het is een leven als christen in cognito! Het is de houding van een ouder, die zijn of haar kind altijd zijn zin geeft. Wie zo 'christentje speelt', zal zijn leven 'verliezen' (apollumi), dat betekent: zal de dood, het verderf en de ondergang tegemoet gaan.
Wie echter 'zijn leven haat in deze wereld' (zijn aardse leven niet als prioriteit verheft boven zijn eeuwig leven), die zal zijn leven juist blijken te 'bewaren' (phulasso); dat laatste griekse woord betekent 'iets of iemand bewaken om het te beschermen'. Daar spreek een stuk zorg uit, waarin wordt gedacht 'op de lange termijn'!
En wees eerlijk, er is geen boer die zaait, met het idee dat er binnen enkele seconden een akker vol manshoog koren verschijnt! Nee, juist het zaaien is beeld van lijdzaamheid, van actie die gericht is op de lange termijn. Je doet nú iets, met de hoop of zelfs de stellige verwachting dat op termijn het resultaat oorverdovend of oogverblindend zal zijn. En wie zijn Bijbel een beetje kent, weet dat die toekomst er zeker aan zit te komen. Er is geen boer die kan garanderen dat datgene wat hij zaait ook daadwerkelijk zal opkomen en vruchtdragen. Maar met ons is het zo geheel anders. Christus heeft ons reeds de vrucht beloofd. We kénnen het resultaat reeds: het eeuwige leven waar een schare – die niemand tellen kan – van zal genieten!
Zou daar tegenover niet alles verbleken en tweederangs zijn, hier op aarde? Daarom – kom op! – alles op zij, de grote oogst komt er aan. De velden zijn wit om te oogsten, maar… de arbeiders zijn weinig!
Ja, maar ik moet toch mijn gezin… ik moet toch mijn baan… ik moet toch nog dit of dat… Allemaal leuk, maar er is werk aan de winkel. Allereerst voor je eigen leven. Wie niet 'binnen' is kan nooit meewerken aan de oogst en de vrucht genieten. Maar vervolgens moeten er ook nog vele schapen worden toegebracht en teruggebracht… Er valt nog veel te ontroven aan de hel!
Kom en help ons oogsten,
dat Gods Rijk zal komen.
Wie met tranen zaaien,
maaien met gejuich.
Werkers bindt uw schoven,
want de Allerhoogste
roept ons om te oogsten,
voor Zijn Rijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten