"Zijn zusters dan zonden tot Hem, zeggende: Heere, zie, dien Gij liefhebt, is krank."
Johannes 11 : 3
In het elfde hoofdstuk vertelt Johannes veel bijzondere dingen over de Heere Jezus. Johannes werd de discipel genoemd 'die Jezus liefhad'. Je zou dat op twee manieren kunnen opvatten: 'dat Johannes Jezus liefhad' of 'dat Jezus Johannes liefhad'.
Opmerkelijk is in dit verband dat Johannes hier over Lazarus schrijft: "Dien Gij liefhebt". Daar steekt geen enkele jaloezie in. Hij kan het hebben, dat hij zijn bijzondere plek met Lazarus moet delen. Een bijzonder kenmerk van Gods kinderen.
Tegelijk zien we, dat de informatie over Lazarus – dat hij krank is – Jezus dus des te meer moet hebben geraakt. Juist hem, die Jezus zo liefhad, is ziek! Later zullen de mensen tegen elkaar mompelen, als Jezus huilt: "Zie hoe lief Hij hem had".
Een persoonlijke vraag: waaraan merken anderen dat het je oprecht raakt, als iemand ziek is, of ander lijden te verwerken krijgen?
Ik kan me heel goed voorstellen dat je geraakt bent als een geliefde ziek is of zelfs sterft. Toch gold voor Jezus dat Zijn liefde nog veel verder ging: Hij bad voor Zijn vijanden! En eigenlijk gold dat ook voor Lazarus en Johannes. Immers, "God bevestigt Zijn liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren', schrijft Paulus in Romeinen 5:8.
Jezus had Lazarus en al Zijn kinderen reeds lief, vóórdat ze verlost waren! Wonder van verkiezing!
Scherper tekent Paulus het twee verzen verderop: "Want indien wij, vijanden zijnde, met God
verzoend zijn door den dood Zijns Zoons, veel meer zullen wij, verzoend
zijnde, behouden worden door Zijn leven."
Er zijn mensen die beweren dat Gods kinderen altijd vijanden blijven. Ze gooien het erop dat hun oude mens altijd nog geneigd blijft om God en onze naaste te haten. Dat laatste is bijbels en dus juist. Dat eerste waag ik oprecht te betwijfelen. Van David – hoe zwaar hij ook zondigde in zijn nieuwe leven – kun je onmogelijk beweren dat hij Gods vijand bleef. Verzoend is voorgoed de vijandschap omgezet in vriendschap. Toch speelt die oude mens wel telkens op, en komt op de proppen met godevijandige dingen. Dat is niet wiskundig tegen elkaar weg te strepen. Ze zonde blijft ons immers licht (gemakkelijk) omringen en heeft altijd wel ergens een gemakkelijke ingang.
Maar dat sluit niet uit dat God in Christus Zijn kinderen heeft vrijgemaakt van de slavernij van de zonde. Hij plantte dat nieuwe in hen, dat altijd weer doet inzien: ik heb gezondigd, ik ellendig mens. En dat doet ook verzuchten: wie zal mij verlossen van dit zondige leven?!
Je kunt dus niet eenzijdig blijven stellen dat de mens vijandig jegens God blijft. De nieuwe mens die God creëerde mag je niet wegtheologiseren. Er is dan ook daadwerkelijk sprake van liefde. Van Gods kinderen wordt dus terecht gezegd: "die Jezus liefheeft" (in die twee voornoemde varianten waarin je dat kunt opvatten).
De grote vraag voor vandaag is: ken je die liefde van God voor jou? En merkt God iets van jouw liefde tot Hem? Dan gaan anderen dat zeker ook merken. En dan is het ook niet zo verwonderlijk dat we dit getuigenis uit de mond van Martha en Maria, Lazarus' zussen, horen. Zij wisten dus ook heel zeker wat er boven de rouwkaart van hun broer moest komen te staan! Doordenkertje!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten