Johannes 11 : 6-7
Waar was Jezus op dat moment? In of vlakbij Bethabara, waar Johannes de Doper ooit doopte. Je kunt daarover lezen in het vorige hoofdstuk, vers 40-42 en lees daarbij ook de Kanttekeningen. Die tippen iets bijzonders aan: Bethabara is de plek waar Christus Zelf ook door Johannes werd gedoopt. Zou het een bijzonder betekenis hebben, dat Jezus in deze tijd van vervolging en bestrijding terugkeert naar de plek van Zijn doop? Misschien is het inlegkunde, maar wel een goede les voor ons. Ben jij wel eens 'teruggekeerd naar de plek waar je bent gedoopt'? Dat kan heel letterlijk, naar de plaats en het kerkgebouw zijn. Zo maak ik graag een wandeling langs de buitenkant van onze stad, waarbij ik uitkijk over de weilanden richting het dorp, waar ik geboren ben en in de verte zie ik de kerk waar ik gedoopt ben, belijdenis heb gedaan en ben getrouwd. Heel letterlijk kijk ik dan naar een plak waar God sprak. Laat je doop een heel gezond ijkpunt in je leven zijn. Geen magisch iets, maar breng het je regelmatig in herinnering. Dan weet je weer, of je nog op de juiste koers zit.
Jezus is er niet voor niets naar uitgeweken. Er was bijna een aanslag op Zijn leven gepleegd: de Joden wilden Hem stenigen. Daarom ontkwam Hij uit hun bereik. Maar… dat was niet de reden, waarom Hij nog twee dagen op die plek bleef. Hij wilde Zijn leerlingen geduld en gehoorzaamheid leren. Onvoorwaardelijk vertrouwen. Na twee dagen maakt Hij Zijn plan bekend: "Laat ons wederom naar Judea gaan…" We zullen een volgende keer zien dat de discipelen direct beginnen tegen te sputteren. Ze zijn op dat moment heel Lazarus en zijn overlijden vergeten, lijkt het wel. Ze maken zich druk over hun eigen leven en dat van hun Meester.
Wederom naar Judea. Dat woordje 'wederom' (παλιν) heeft een link met het griekse woord voor 'worstelen' (παλη), waarin ook iets van een herhaling zit opgesloten. Ik las ergens het volgende over de betekenis van het παλη: "worsteling (een strijd tussen twee waarin elk probeert de ander neer te werpen en die beslist wordt als de overwinnaar erin slaagt de ander onder te houden met zijn hand op zijn nek). De term wordt ook gebruikt voor de worsteling van de gelovige met de macht van het kwaad". Is dat het niet, wat hier gebeurt? Voortdurend is het de satan, die probeert om Jezus onder te krijgen. Hij probeert Christus voor de tijd uit de weg te ruimen. Zelf is hij doodsbenauwd, dat Jezus hem hem hetzelfde doet (Mattheüs 8:29b): "Zijt Gij hier gekomen om ons te pijnigen vóór den tijd?"
Met het woordje 'wederom' treedt Jezus het strijdtoneel opnieuw binnen. Heel concreet: het land van de dood. Niet Galilea, dat het land van de schaduw des doods wordt genoemd. Nee, Judea, waar de dood Lazarus heeft weggemaaid. Hoe treedt Jezus daar binnen? Met knikkende knieën? Bang dat Hij het wel eens zou moeten afleggen, net als Zijn vriend Lazarus? Nee, fier klinkt het: "Laat ons…" De tegensputterende discipelen ten spijt… Jezus treedt volvaardig toe. Vertrouw jij Hem wel onvoorwaardelijk? Zie op Hem, de Overste Leidsman en Voleinder des geloofs (Hebreeën 12:2), Die voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis
heeft verdragen, en schande veracht, en (nu) is gezeten aan de rechter hand des troons van God. Wát een Aanvoerder!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten