zondag 27 juli 2014

De gelijkenis van het dag-en-nacht-verschil

"Jezus antwoordde: Zijn er niet twaalf uren in den dag? Indien iemand in den dag wandelt, zo stoot hij zich niet, overmits hij het licht dezer wereld ziet; maar indien iemand in den nacht wandelt, zo stoot hij zich, overmits het licht in hem niet is."
Johannes 11 : 9-10

Wat is het 'licht der wereld'? Heel eenvoudig: de zon. Het beeld dat Jezus hier gebruikt is het daglicht. Overdag hoef je niet uit te kijken waar je loopt, omdat je kunt zien wat er op je pad ligt. Je ziet helder waar een weg is of waar een sloot, een ravijn of glasscherven. Je kunt zien, of je veilig kunt oversteken of niet. Het donker van de nacht is veel gevaarlijker. 
Nu kennen wij in de bebouwde kom geen echte duisternis. Er is altijd wel iets licht. Maar als je in een bos loopt is dat anders. Eens liep ik als tiener op een donkere herfstavond bij Elspeet in het bos; je zag geen hand voor ogen! De man die naast me liep zei: "Kijk omhoog naar de boomtoppen, dan zie je de lucht die altijd ietsje lichter is; daaraan zie je waar het bospad loopt."

Gebruikt Jezus dit beeld van 'dag en nacht' om aan te geven dat je in Judea heel voorzichtig moest gaan lopen, vanwege dat gevaar? Scheen in Bethabara de zon en was het in Bethanië nacht? Nee, dit beeld moest voor de discipelen troost en houvast bieden. Hij sprak over Zijn leven (de dag) en over Zijn sterven (de nacht). 
De discipelen – let erop dat ook Judas daar bij was – probeerden Hem af te brengen van het plan om naar het gebied van het gevaar terug te keren. Daar in Judea hadden de Joodse leiders Hem twee maanden geleden willen stenigen, omdat Hij Zich aan God gelijk had gemaakt. We lezen in het vorige hoofdstuk dat Jezus ontkwam uit hun hand. Maar nu Hij terug wilde zou het gevaarlijk, duister worden als Hij weer in hun macht zou komen, nietwaar?

Jezus had al eerder de dag verbonden aan Zijn arbeid, Zijn bezig zijn in de dingen van Zijn Vader. In Johannes 9:4 zegt Hij: "Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan." Met die gelijkenis over de dag en de nacht wilde Hij Zijn jongeren bemoedigen: zolang Ik spreek over de dag, is er werk te doen. Zolang behoef je ook niet bang te zijn. 
Het is opmerkelijk dat er over Zijn werk daar bij Bethabara wordt gezegd door de vele mensen die Hem daar opzochten: "Johannes deed wel geen teken; maar alles, wat Johannes van Dezen zeide, was waar." Velen geloofden aldaar in Hem (Johannes 10:41-42). En juist op dít moment wil Hij weg. Er is dus blijkbaar belangrijker werk te doen. Voordat de nacht, Zijn stervensuur, komt en Zijn werk hier op aarde ophoudt.


"Zijn er niet twaalf uren in een dag?" vraagt Jezus aan Zijn discipelen. Het was blijkbaar nog pas de elfde, of misschien nog maar de tiende ure op Zijn klok. Leerde de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard ook niet dat Hij er zelfs nog bijhuurt ter elfde ure? Werken, zolang het dag is. Werken in Zijn Koninkrijk, zolang het maar kán! De velden zijn immers wit om te oogsten, maar er Zijn zo weinig arbeiders! Christus geeft hier een sterk en goed voorbeeld. Hij werkte zelfs op de sabbath (Johannes 5:17): "Mijn Vader werkt tot nu toe, en Ik werk ook." 

Herken jij die gedrevenheid in je eigen leven? Om met Hem en voor Hem bezig te zijn? Zijn naam te verkondigen (in gesprekken, via Facebook of Twitter, of via een mail) en Hem groot te maken in je gebeden, liederen of muziek of andere kunstzinnige uitingen of gewoon in je dagelijks werk?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten