donderdag 19 november 2020

Doe dat en leef

 

Daarom moeten we ons houden aan wat we hebben gehoord. Anders komen we verkeerd uit. Let op: de boodschap die door engelen aan de mensen was gegeven (namelijk de wet van Mozes), moest worden gehoorzaamd. Wie dat niet deed, werd streng gestraft. Hebreeën 2 : 1-2

Vooraf moet ik eerlijk toegeven dat de theologie van de Kanttekeningen – over het bewijs in het Oude Testament dat Jezus Gods Zoon is – voor mij wel waar is, maar voor bijvoorbeeld Joden helemaal niet doorslaggevend is. Het is namelijk niet sterk om vanuit het Nieuwe Testament bewijs in het Oude Testament aan te wijzen, maar vervolgens daar – als bewijs voor het feit dat op die plek over Christus wordt gesproken – weer terug te verwijzen naar het Nieuwe Testament.

Zo wordt in Hebreën 1 vers 8 naar Psalm 45 vers 7, maar dáár zeggen de Kanttekeningen dan weer: “Dat dat 'o God' slaat op den Heere Jezus Christus, betuigt de Heilige Geest duidelijk in Hebr. 1:8, 9.” Zo kan ik het ook. Maar dan voer je je eigen bewijs aan en dat overtuigt een Jood niet! Die zal zeggen: deze Psalm gaat over Salomo en meer niet!

De enige tekst die overeind blijft is Psalm 110 : 1, waar staat “De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit tot Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten.” Al zou je ook kunnen zeggen dat het daar over David gaat.

Hiermee wil ik graag dat je kritisch nadenkt bij wat je leest, ook wat wordt gezegd in de Kanttekeningen. Daarmee twijfel ik er niet aan, maar voor de Jood zal dit geen bewijs zijn, dat Jezus Gods Zoon is.

Dat brengt me direct bij de oproep van Paulus om ervoor te waken dat je zomaar, door kopieergedrag, 'doorvloeit' of 'ontspoort'. Er waren Joden die de Hebreeën weer terug wilden trekken, de wettische gehoorzaamheid in. Let dus op wat je hebt gehoord of gelezen en vorm daarmee je mening, zodat je ruggengraat hebt tegen de dwalingen.

Let op… Paulus blijft nog even doorzagen over de engelen: De boodschap (de wet) is ons door engelen overgeleverd. Er wordt verwezen naar Hand. 7 : 53 en Gal. 3 : 19. Bij de wet klonk de opdracht: “Doe dat en leef!” Met andere woorden: “Doe je dit niet, dan zul je de dood sterven.”

God liet die boodschap – ook al gaf Hij die Zelf – door engelen aan de mensen verkondigen. Daarmee stond die boodschap op een lager plan. Dát heeft God op een hoger plan getrokken door voortaan te spreken – dan zijn we weer terug bij Hebreeën 1 : 1 – door Zijn Zoon!

En met de wijziging van de Boodschapper, wijzigt ook de opdracht. Niet 'doe dat en leef', maar “Wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven. Maar wie niet gehoorzaam is aan de Zoon, zal niet eeuwig leven. Hij blijft schuldig en God moet hem straffen." (Joh. 3 : 36).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten