vrijdag 16 september 2016

Sterven en leven met eeuwigheidsperspectief

"En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik sterf; …"
Genesis 50 : 24a


Talloze graven voor de Golden Gate in Jeruzalem; wachtend op de komst van de Messias.
Hoe begraven wij tegenwoordig onze doden? Ook in de verachting van de Komende?

Hoeveel mensen zouden bij volle bewustzijn sterven? Althans, hoevelen zullen er aanvoelen dat ze gaan sterven? Ik weet het niet, maar vermoedelijk zijn dat er niet heel veel. Ik vermoed dat de meesten zwoegend voor hun leven, of snakkend naar adem wegzinken in de dood. Een lang ziekbed is niet altijd een bewust toeleven naar het einde. Een coma of beneveling door morfine zijn gemakkelijker voorstelbaar. Ook de aftakeling door dementie behoort tot de mogelijkheden die misschien wel dagelijks voorkomen. Hoeveel gelegenheid is er dan om jouw geliefden nog toe te sprekende van de Komende en het eeuwigheidsperspectief dat je in dit leven hebt (of had moeten hebben)?

"Gedenk aan je Schepper," adviseerde Salomo, "nog vóórdat de gebreken van de ouderdom zich aandienen." Je zou er ook aan toe kunnen voegen: en weest bereid om te sterven, vóórdat je verongelukt, plotseling sterft door een hartstilstand of in een onbereikbaar psychisch gebied belandt door een hersenbloeding. Hoewel de dood in het walgelijk modernisme een goede vriend moest zijn geworden – de dood zou bij het leven horen, aldus deze dwaallichten – denken weinigen over hun sterven na. Ja, als je na de dood niets wilt hebben (dood = dood) dan moet je er inderdaad maar niet aan denken dat er tóch wel iets zou zijn. Het is voor de atheïst ook vele malen afgrijselijker te denken aan de mogelijkheid dat er misschien tóch iets zou kunnen zijn, dan voor de christen om te denken aan de mogelijkheid dat alles bij de dood ophoudt (hoewel hij gelukkig beter weet). Maar… denken we ook weleens na over het feit dat na onze dood onze kinderen/familie/vrienden verder moeten? We zijn vaak egocentrisch gericht op onze eigen zaligheid, maar wat laten we na? In de bijbelstudies van vandaag en de komende keren wil ik vanuit dat perspectief naar Jozef kijken en luisteren. Noem het 'The Joseph Legacy'.

Confronterend

Nadenken over 'ik sterf' wanneer je dochter 'op alledag loopt'? Nadenken over de dood, als misschien wel vandaag juist het léven centraal staat? Nou, beginnen te leven is tevens beginnen te sterven; dat dan weer wel. Cole Porter maakte ooit een vreemdsoortig liedje dat begon met de woorden "Every time we say goodbye, I die a little". Elk afscheid is een stukje sterven. We zijn daar misschien wel te zeer aan gewend. Vroeger emigreerden mensen (soms alleen slechts naar een andere provincie), niet wetend of ze elkaar ooit nog zouden zien. Tegenwoordig zijn afstanden niets en is alles bereikbaarder dan ooit. Is het niet fysiek, dan wel digitaal (mail, app, skype etc.).
De betrekkelijkheid van alles wordt niettemin vandaag de dag wel heel erg verbloemd! Over de dood moet niet te zwaar worden nagedacht. Tuurlijk, je moet je dingen regelen voor je kids en je vrienden (mocht je plots overlijden), maar als dat gedaan is kun je volop leven zonder één gedachte aan het einde. En wat zal dat einde zijn? Is dat een nieuw begin, in de vorm van reïncarnatie? Of een nieuw begin vanuit de Bijbelse eeuwigheidsgedachte? Ik ben zo benieuwd hoe Jozef dat zal hebben gezien. In ieder geval confronteert hij zijn familie er mee. En hoe!

Constaterend

Jozef is zich bewust van het feit dat zijn stervensuur nadert. Daarin is hij misschien wel in een bijzondere positie; niet ieder krijgt dat zicht op zijn of haar dood. Wat Jozef niet doet is angstig en gestrest raken. Hij voelt zijn einde, zijn ontbinding (zoals Paulus dat noemt) naderen en dat schept een diepe vreugde. Niet dat hij dan van alle ellende in dit leven af is; immers hij moet toch ook zijn kinderen, zijn klein- en achterkleinkinderen loslaten! Maar hij mag over dood en graf heen zien. Hij constateert als nooit te voren dat Gods dubbele bevrijding aanstaande is: Jozefs aardse huis wordt afgebroken en hij mag een huis bij God in de hemel gaan bewonen, het hemels Kanaän. Maar daarnaast: het volk van Israël zal – na een diepe vervolging en onderdrukking – weer huiswaarts gaan, naar het aardse Kanaän.

Conformerend

Ook valt het me op dat Jozef niet van alles aangrijpt om zijn levenseinde op te rekken. Hij conformeert zich aan Gods tijd en richt zich op zijn geliefden in opdracht van God Die hem nog een boodschap geeft om door te geven. God had hem verder doen zien dan dit aanstaande stervensmoment. Hij had Jozef een opdracht gegeven om nogmaals zijn broederen te troosten met warme woorden over Gods ontferming. Het zou er echt van gaan komen dat God ze uit deze eerste ballingschap, hier in Egypte, zou terugbrengen naar het beloofde land, waarover overgrootvader Abraham al zulke enorm rijke beloften had gekregen. Overgrootvader Abraham… die was toch al jaren overleden? Ja, en toch… en toch… hij had de toekomst van verre gezien en Christus’ Dag bewonderd. Hij had reeds omhelsd, wat nog in het verschiet lag. Moet je eens over nadenken. Omhels jij zo ook wel eens het zalig hemelleven? Zo, alsof je er al bent?

Contrasterend

Jozef wel. Hij mag verrukt spreken over Gods naderend optreden en handelen. En werkelijk waar, dat moeten troostvolle woorden zijn geweest voor zijn nabestaanden! Woorden die hout sneden, harten troffen en perspectief boden. Want… dat terugkeren naar Kanaän was geen doel op zich. Er was een reden. Sommigen staren zich blind op het land Israël, alsof dat koste wat kost moet worden gekoesterd. Maar het grondgebied van Israël is geen eindstation, doch een ontvangsthal voor de Messias! Toen, in de volheid des tijds (en dat lag voor Jozef en de zijnen nog ver in de toekomst) en straks voor Zijn wederkomst. Dat lag voor de mensen uit het Oude Testament als 1 punt op elkaar, maar wij staan ertussenin en zien de steeds groter wordende afstand tussen 'Komst' en 'Wederkomst'. Niettemin ligt er een onverbrekelijke lijn tussen die beiden 'Komsten'. En daarin ligt eveneens een contrast. Christus’ eerste komst was er een van genade en bijeenvergadering; Zijn tweede komst zal er een zijn van oordeel en scheiding.
Alle oog zal Hem zien. Jozef en de zijnen hadden wel de beloften, en zagen ook in de verte, alsof die dag al zeer binnenkort kon aanbreken, maar concreet waren hun beelden nog niet. En wij? Wij staan achter Christus’ eerste komst… is voor ons Zijn wederkomst een realiteit? En welk beeld staat er op ons netvlies? Hoe ziet in 2016 dat grote verlangen eruit, waarover de Nederlandse Geloofsbelijdenis in het slot spreekt?  
"Zie, ik sterf…" En dan? Al worden er vandaag 10.000 baby's geboren, zou ik dan niet over mijn eigen sterven nadenken? En is elke geboorte niet een moment waarop de dood heel dichtbij kan zijn? Laten we daar niet gering over denken. Het gaat vaak goed, maar er zijn helaas ook andere voorbeelden. Dankbaarheid aan God Die moeder en kind spaarde is wel op zijn plaats.

Zes jaar geleden wenste een predikant mijn vrouw een gezegende baring, toen ze op het laatst liep van onze jongste. Gezegende baring… eigenlijk vóór die tijd nog nooit van gehoord. Maar wat een bijzonder rijke wens is dat. Dat baren niet een worsteling alleen is, maar onder Gods zegenende hand nieuw leven voortbrengen dat wellicht fysiek Zijn komst zal meemaken. In ieder geval een leven ter wereld brengen, dat gestempeld mag zijn van hetzelfde perspectief als dat van Jozef: "Ik sterf; maar God zal u gewisselijk bezoeken…" Zo gaat hij in de volgende Bijbelstudie verder. Opvoeden met eeuwigheidsperspectief; wat ben je dan best af!
  1. Wat verwacht jij van het sterven? Wat verwacht jij van Christus' wederkomst? Wat verwacht jij van de hemel?
  2. Hoe denk je dat God de dood ziet? Hoe kun je tegen de modernistische stroom in roeien, die de dood bij het leven vindt horen?
  3. Praat jij met je 'broeders' (gezinsleden, echtgenoot/echtgenote, kinderen) over sterven? Loop je ook tegen moeilijkheden op? Deel je die met anderen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten