Stille Week (3)
We hebben een machtige Hogepriester over het huis van God.Hebreeën 10 : 21
Misschien vond je die zin aan het einde van de vorige bijbelstudie wel dreigend: “Er hangt wel een voorhangsel voor: Jezus’ offer. Bij de Vader waai je niet zomaar even binnen! Bij binnenkomst word je altijd herinnerd aan het prijskaartje van de toegang…” Zit daar misschien een addertje onder het gras?
Tot God gaan en door dat ‘voorhangsel’ moeten… is er dan eigenlijk wel écht vrije toegang? Zit de deur naar God dan toch een beetje dicht?
Nee, zo moet je die woorden niet opvatten. De deur naar het hemelse Heiligdom staat zeker open; en niet voorwaardelijk alsof jij eerst nog iets moet presteren, hebben, zijn, voordat… Gode zij dank niet!
Maar wij worden eraan herinnerd dat deze levende Weg veel gekost heeft en aanbidden dit Lam. De toegang tot de Vader is niet maar een logische vanzelfsprekendheid… Genade is niet goedkoop. En is dát niet wat we elke voorbereidingsweek overdenken en elke Avondmaalsdienst aanbiddend vieren? Dan staat deze Hogepriester, Die tegelijk Gastheer is, centraal. Ken je dit lied?
“Ik zie een poort wijd open staan,
waardoor het licht komt stromen
van ’t kruis, waar ’k vrij’lijk heen mag gaan
om vrede te bekomen.
Genade Gods, zo rijk en vrij!
Die poort staat open ook voor mij.
Voor mij, voor mij,
staat open ook voor mij.
De hogepriester in het Oude Testament was de belangrijkste, meest aanzienlijke priester. Hij moest vooral op Grote Verzoendag een uniek werk doen: verzoening doen voor het gehele volk (het ‘huis van God’). Hij was ook de enige die dat mocht doen! Maar hij moest wel eerst verzoening voor zichzelf doen.
De Heere Jezus hoefde echter niet eerst voor Zichzelf verzoening te doen. Hij offerde Zichzelf! Hij was Priester en Offer tegelijk. Op Golgotha hing Hij in de brandende toorn van God, die mij had moeten treffen. Hij deed dat uit pure liefde!
Paulus noemt Hem “een machtige Hogepriester”. ‘Mega’ (grieks): enorm, groot en groots, verheven en schitterend! Als ik aan déze Hogepriester denk, zing ik met tranen van dankbaarheid dat lied verder:
In ’t hemelrijk, voor Jezus’ troon,
daar leidt het kruis tot zegen;
daar dragen wij voor kruis een kroon,
door Jezus’ bloed verkregen.
Genade Gods, zo rijk en vrij!
Die poort staat open ook voor mij.
Voor mij, voor mij,
staat open ook voor mij.