Je mag vaststellen dat Paulus, die een rasechte farizeeër en schriftgeleerde tegelijk was, toch wel wist dat de wet een grote waarde had bij de Joden? En juist tegen hen zegt hij hier: “Er is verder GEEN offer meer nodig voor de ongehoorzaamheid.” Onze bewijsdrang zit ons vaak danig in de weg!
Toen ik als ventje van drie de werkmannen, die de nieuwe vloerbedekking kwamen leggen, zag binnen- komen greep ik snel mijn rode plastic hamertje en wat spijkertjes om mee te helpen die vloerbedekking vast te spijkeren. Ik zie het nóg voor me. De spijkertjes gingen er niet récht in, dus tikte ik ze schuin in de wollen vloerbedekking. Dat ging mooi en ik had het idee dat ik goed meehielp. De mannen lieten mij m’n gang gaan. Ik kreeg een aai over mijn bol, toen ze weggingen. Maar na afloop had mijn moeder nog dagenlang losse spijkertjes in haar stofzuiger!
Houd dat beeld vast. Zit ons dankbaarheidsleven vaak niet zo in elkaar? Wil je God iets aanbieden? Wát leef je dan na? En hoe? En waarom? Het is, laat ik het voorzichtig zeggen, lief bedoeld, maar gaat het iets uitwerken? Het dankbaarheidsleven is, vrees ik, door de eeuwen heen een oud hinderlijk rooms patroon gebleven, dat het rechte zicht op Gods Vaderhart vertroebelt. Dankbaarheid is goed. Maar hóe?
Let maar op wat de Kanttekeningen hierbij ter correctie formuleren: “Nee, geen extra offer meer voor de verzoening; maar alleen offeranden der dankbaarheid die in het Nieuwe Testament van ons worden vereist.”
Dat woord ‘vereist’ klinkt al direct als een voorwaarde en wettisch getint bevel. Daardoor zien veel mensen het leven der dankbaarheid toch weer als iets dat moet en dat er zus en zo behoort uit te zien. En als dat niet zo is, klopt er niks van. Voordat je het weet zit je in dezelfde oudtestamentsche godsdienstigheid. Je komt die misvatting in orthodoxe, maar evengoed in charismatische kring tegen. Doe daar niet aan mee!
De bewijsteksten in de Kanttekeningen “eisen” of dwingen echter nergens, maar stimuleren! Rom. 12:1 “Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode wel- behaaglijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst.” Hebr. 13:15 “Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen een offerande des lofs, dat is de vrucht der lippen die Zijn Naam belijden.” 1 Petr. 2:5 “Zo wordt gij ook zelven, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus.” De Heilige Geest wil ons Zelf, op Zijn wijze, vullen met aanbidding van God en Christus. Laat Hem besturen, waken... ook hierin! Hij weet veel beter waar de Vader blij van wordt! En dat is genoeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten