woensdag 30 mei 2018

Preken met accent- en interpretatieverschillen

Hoofdstuk 8


In welken tijd Mozes werd geboren, en was uitnemend schoon; welke drie maanden opgevoed werd in het huis zijns vaders. En als hij weggeworpen was, nam hem de dochter van Farao op, en voedde hem voor zichzelve op tot een zoon. En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren; en was machtig in woorden en in werken.
Handelingen 7 : 20-22



Als je preken naast elkaar legt – dat kan gevaarlijk zijn – zie je soms mooie overeenkomsten en ook bijzondere verschillen. Als we dit stukje van de preek van Stefanus leggen naast de preek van Paulus in ­Hebreeën 11, dan zien we dat hij ook van Jozef naar Mozes springt. Maar stilstaat bij enkele ándere details.

Broninterpretatie
Wetenschappers zweren bij ‘bronnen’ die hun theorieën kunnen onderbouwen. Wie geen bronnen kan noemen, heeft geen ‘poot’ om op de staan. Maar wanneer je een bron hebt, hoe interpreteer je die? Ook daarover zijn grote discussies. Zelfs de Bijbel is onderhevig aan zulke discussies en daarom is er binnen de kerk zoveel verdeeldheid, omdat ieder zich beroept op het Woord, maar er zijn eigen waarheid mee creëert. Als je Exodus leest of de brief aan de Hebreeën, merk je verschillen in interpretatie. En als je daar dan weer jouw interpretaties op loslaat, krijg je helemaal grote verschillen! Laten we eens zien wat Paulus en Stefanus doen met Exodus.
We gaan uit van de beschrijving zoals Mozes ons die geeft in Exodus. Hij zal zijn kinderjaren en jeugd van zijn ouders hebben doorgekregen, maar later zullen ook Aäron en Mirjam, waarmee hij pas vanaf zijn tachtigste optrok, zijn vroege geschiedenis hebben ingekleurd met hún herinneringen.
Daar sta je misschien niet zo snel bij stil, maar Mozes heeft net zo’n leven gehad als elk adoptiekind. Pas op latere leeftijd ontdek je dat je een andere oorsprong hebt, dan het milieu waarin je bent ­opgegroeid. Zijn moeder, de prinses, bleek een adoptiemoeder te zijn. En dat hij altijd voelde dat hij ‘anders’ was bleek te kloppen. Maar wie was hij echt? En wie zijn zijn bloedverwanten? Zie welke kater hij krijgt als hij ‘zijn broeders’ bezoekt en helpt!

Stefanus (Handelingen 7)
20 In welken tijd Mozes werd geboren, en was uitnemend schoon; welke drie maanden opgevoed werd in het huis zijns vaders.
21 En als hij weggeworpen was, nam hem de dochter van Farao op, en voedde hem voor zichzelve op tot een zoon.
22 En Mozes werd onderwezen in alle wijsheid der Egyptenaren; en was machtig in woorden en in werken.
23 Als hem nu de tijd van veertig jaren vervuld was, kwam hem in zijn hart, zijn broeders, de ­kinderen Israëls, te bezoeken.
24 En ziende een, die onrecht leed, beschermde hij hem, en wreekte dengene, dien overlast geschiedde, en versloeg den Egyptenaar.
25 En hij meende, dat zijn broeders zouden verstaan, dat God door zijn hand hun verlossing geven zou; maar zij hebben het niet verstaan.
26 En den volgenden dag werd hij van hen gezien, daar zij vochten; en hij drong ze tot vrede, ­zeggende: Mannen, gij zijt broeders; waarom doet gij elkander ongelijk?
27 En die zijn naaste ongelijk deed, verstiet hem, zeggende: Wie heeft u tot een overste en rechter over ons gesteld?
28 Wilt gij mij ook ombrengen, gelijkerwijs gij gisteren den ­Egyptenaar omgebracht hebt?
29 En Mozes vluchtte op dat woord en werd een vreemdeling in het land Madiam, waar hij twee zonen gewon.


Paulus (Hebreeën 11)
23 Door het geloof werd Mozes, toen hij geboren was, drie ­maanden lang van zijn ouders verborgen, overmits zij zagen, dat het kindeken schoon was; en zij vreesden het gebod des konings niet.
24 Door het geloof heeft Mozes, nu groot geworden zijnde, geweigerd een zoon van Farao’s dochter genoemd te worden;
25 Verkiezende liever met het volk van God kwalijk gehandeld te ­worden, dan voor een tijd de genieting der zonde te hebben;
26 Achtende de versmaadheid van Christus meerderen rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte; want hij zag op de vergelding des loons.
27 Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, niet vrezende den toorn des konings; want hij hield zich vast, als ziende den Onzienlijke.


Mozes (Exodus 2)
2 En de vrouw werd zwanger, en baarde een zoon. Toen zij hem zag, dat hij schoon was, zo verborg zij hem drie maanden.
3 Doch als zij hem niet langer verbergen kon, zo nam zij voor hem een kistje van biezen, en belijmde het met lijm en met pek; en zij leide het knechtje daarin, en leide het in de biezen, aan den oever der rivier.
5 En de dochter van Farao ging af, om zich te wassen in de rivier; en haar jonkvrouwen wandelden aan den kant der rivier; toen zij het kistje in het midden van de biezen zag, zo zond zij haar dienstmaagd heen, en liet het halen.
6 Toen zij het open deed, zo zag zij dat knechtje; en ziet, het jongsken weende; en zij werd met barmhartigheid bewogen over hetzelve, en zij zeide: Dit is een van de knechtjes der Hebreën!
9 Toen zeide Farao’s dochter tot haar: Neem dit knechtje heen, en zoog het mij; ik zal u uw loon geven. En de vrouw nam het knechtje en zoogde het.
10 En toen het knechtje groot geworden was, zo bracht zij het tot Farao’s dochter, en het werd haar ten zoon; en zij noemde zijn naam Mozes, en zeide: Want ik heb hem uit het water getogen.
11 En het geschiedde in die dagen, toen Mozes groot geworden was, dat hij uitging tot zijn broederen, en bezag hun lasten; en hij zag, dat een Egyptisch man een Hebreeuwsen man uit zijn broederen sloeg.
12 En hij zag herwaarts en gindswaarts; en toen hij zag, dat er niemand was, zo versloeg hij den Egyptenaar, en verborg hem in het zand.
13 Des anderen daags ging hij wederom uit, en ziet, twee Hebreeuwse mannen twistten; en hij zeide tot den ongerechte: Waarom slaat gij uw naaste?
14 Hij dan zeide: Wie heeft u tot een overste en rechter over ons gezet? Zegt gij dit, om mij te doden, gelijk gij den Egyptenaar gedood hebt? Toen vreesde Mozes, en zeide: Voorwaar, deze zaak is bekend geworden!
15 Als nu Farao deze zaak hoorde, zo zocht hij Mozes te doden; doch Mozes vlood voor Farao’s aangezicht, en woonde in het land Midian, en hij zat bij een waterput.


Accentverschillen
 Zijn alle verschillen in de Bijbel bewijzen dat Gods Woord niet klopt? Zeker niet! Het zijn vaak accentverschillen, dienstbaar aan de boodschap die men ermee wil geven. De geschiedenis kennen we, maar kijk naar dit detail… het zegt ons dat…
We zien dat Mozes van zijn moeder of zus heeft gehoord dat men hem ‘schoon’ vond. Paulus neemt dat ook over, maar Stefanus zegt ‘uitnemend schoon’ wat kan worden vertaald met ‘goddelijk schoon’!
Mozes zwijgt over zijn opleiding aan het hof. Alleen dat de prinses hem haar zoon noemde en hem de naam ‘Mozes’ gaf. Dat was overigens niet zijn hebreeuwse naam! Paulus zegt dat hij weigerde om haar zoon te worden genoemd. Dat is het adoptiekind dat zich gaat oriënteren op zijn werkelijke afkomst en zijn biologische ouders. Maar weigeren is wel een te sterk woord, want hij heeft het goed gehad aan het hof en werd er zelfs generaal! Paulus blijft bij het contrast tussen ‘zonde’ en ‘wereld’ en laat Mozes zich distantiëren van dit decadente leven. Loochent hij daarmee dat Mozes intellectueel en staatkundig is ontwikkeld door God, om straks Zijn volk – een grote mensenmassa – door de woestijn te loodsen? Nee, dat niet, maar je krijgt wel het gevoel dat hier de concrete geschiedenis wat wordt ­vertekend voor een ánder doel.
Paulus verzwijgt ook Mozes’ moord­aanslag op de Egyptische slavendrijver. Hij wil van hem geen zeloot maken; geen geus, of verzetsstrijder, zouden wij zeggen.
Hij richt zich meer op de daden die Mozes in het geloof deed. Maar… slaat hij dan niet een beetje door, wanneer hij zegt over Mozes: “Door het geloof heeft hij Egypte verlaten, niet vrezende den toorn des konings; want hij hield zich vast, als ziende den Onzienlijke”? Maakt hij Mozes daarmee toch niet, onbedoeld, tot een zeloot die zijn moord begaat vanuit een ideologie om zijn eigen volk boven anderen te stellen? Dat gevaar is er zeker en Paulus is zelf ook zo’n extremist geweest in zijn ‘eertijds’. Als mensen dat vandaag de dag tegen je zeggen, mag je daar zeker wel wat toegeeflijk in zijn: hier was Mozes net zo min op zijn plek als Jacob toen hij loog tegen zijn vader Izak!
Als er dan vervolgens staat dat Mozes ‘zich overeind hield door te zien op de Onzienlijk God’, dan is het begrijpelijk dat mensen soms afhaken. Al vergeten ze dat hier twee verschillende gebeurtenissen worden bedoeld: de vlucht van Mozes na de moord (met vrees) was een andere dan de exodus, waarbij Mozes inderdaad niet meer vreesde voor de koning van Egypte!
De woorden in de ­Hebreeënbrief zijn geen betoog naar ongelovigen, maar een stimulans voor gelovigen. De boodschap is niet ‘ik vertel je precies wat er is gebeurd’, maar ‘kijk, zo gingen gelovigen er vroeger ook al mee om!’
Over accent- en interpretatieverschillen kun je eindeloos discussiëren. Maar als je die verschillen uit hun context haalt mis je de boodschap die werd bedoeld! Dan mis je ook de boodschap van de Heilige Geest, Die je iets wilde leren.

Was was Mozes’ echte naam?

De prinses heeft Mozes willen claimen door hem ‘mijn zoon’ te noemen en hem zelfs van zijn identiteit te beroven door hem een ‘nieuwe naam’ te geven.
Over de naam ‘Mosje’ en ‘Mozes’ is al heel veel nagedacht. Op Christipedia kun je lezen: “De naam ‘Mozes’ ontving hij van Farao’s dochter en betekent ‘uitgetrokken’, indien ontleend aan het Hebreeuwse werkwoord ‘mashah’ (= uittrekken), of de naam betekent ‘uit het water gered’, indien ontleend aan de Egyptische ­woorden ‘mo’ (= water) en ‘yses’ (= gered, behouden), ‘uit het water gered’.”
Echter, op Wikipedia wordt de vinger gelegd bij de onwaarschijnlijkheid van deze taalkundige constructie: “De naam Mozes werd afgeleid van het Egyptische werkwoord ‘mś’ / ‘mśj’ (“dragen”). Het is een verkorte vorm van de Egyptische naamvorm zoals Toetmosis “geboren uit Thot”, waarbij het element dat de god benoemt, is weggevallen en betekent dus letterlijk: “geboren uit [een naamloze god]”. In de Hebreeuwse Bijbel is de herinnering aan de Egyptische herkomst van de naam overgeleverd in het verhaal waarin de dochter van de farao het kind een naam geeft, waarbij haar een etymologie in de mond wordt gelegd die teruggaat op de Hebreeuwse stam mšh ­(“uittrekken”): “ik heb hem uit het water gehaald”. Het is buitengewoon onwaarschijnlijk dat een dochter van de farao kennis van Hebreeuwse etymologie zou hebben; mogelijk berust deze herkomst op een legende. Bovendien kan objectief worden vastgesteld dat de context strijdig is met deze etymologische herleiding, die een passieve vorm van het werkwoord mšh is, die de betekenis “die [er]uit getrokken werd” doet verwachten. Ook werd Mozes nergens aangeduid met de uit de morfologie volgende betekenis “de [er]uit trekkende”.”

Blijkbaar is de zogenaamde wetenschapper niet voldoende op de hoogte van de Bijbel. Want er zit wel degelijk een lijn in dat ‘uit het water trekken’ en het ‘uit het slavenhuis trekken’. Gods Woord serieus nemen is wat anders dan ‘elk detail kloppend en passend krijgen’. De Heere Jezus wijst tot slot op dit probleem in Johannes 5: “44 Hoe kunt gij geloven, gij, die eer van elkander neemt, en de eer, die van God alleen is, niet zoekt? 45 Meent niet, dat Ik u verklagen zal bij den Vader; die u verklaagt, is Mozes, op welken gij gehoopt hebt. 46 Want indien gij Mozes geloofdet, zo zoudt gij Mij geloven; want hij heeft van Mij geschreven. 47 Maar zo gij zijn Schriften niet gelooft, hoe zult gij Mijn woorden geloven?”

De grote vraag blijft: wat doe ik met Gods Woord? Geloof ik het van kaft tot kaft of gebruik ik liever een ‘leesbril’ zodat mijn verstand het kan plaatsen? De Bijbel lezen zonder geloof is onmogelijk. Dan ontgaan je duizenden details die zo enorm essentieel zijn! God ontgaat je dan…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten